Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Deze week las ik het derde en laatste hoofdstuk over de Bergrede. Het was een hoofdstuk waarvan ik me nog veel kon herinneren van de eerste keer dat ik het las, want er staan weer veel krachtige uitspraken in. Terwijl ik het toen las, kwam ik er eveneens achter dat een aantal bekende Nederlandse uitspraken en uitdrukkingen hun oorsprong vinden in dit hoofdstuk.
De eerste versregel uit het hoofdstuk is waarschijnlijk één van de meest bekende christelijke levensregels geworden: oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld zult worden. Jezus zegt tegen zijn toehoorders dat op grond van het oordeel dat zij vellen, ook over hen geoordeeld zal worden, en dat hen de maat genomen zal worden met de maat waarmee zij zelf meten. Het is interessant om er eens bij stil te staan, hoe vaak je in een week of op een dag eigenlijk oordelen velt over anderen. Ik was me er niet zo bewust van totdat ik er meer op ging letten. Wel vraag ik me bij dit citaat af of Jezus hier ieder oordeel dat men velt over een ander afwijst (en dat oordelen uiteindelijk alleen aan God toekomt, bijvoorbeeld), of dat Hij het hier vooral heeft over ongegronde, haastige oordelen die misschien ook kunnen voortkomen uit rancune, en dat gegronde oordelen wel toegestaan zijn. Ik neig naar het laatste, maar ik weet het niet zeker.