Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Vanaf haar 13e wist Anniek* dat ze op vrouwen viel. Maar uit de kast komen, dat was geen optie binnen haar kerk. “Dus besloot ik een relatie aan te gaan met een man. Maar ik was in die tijd zo ontzettend eenzaam.” Na een onstuimige en eenzame periode deelt Anniek haar verhaal.
“‘Oh, dat gaat wel weer over', verzuchtte mijn moeder toen ik vertelde dat ik op vrouwen val. ‘Misschien vind je nog wel een leuke weduwman', voegde ze daaraan toe. Mijn vader heeft geen woord gesproken. Hoewel ik al vanaf mijn pubertijd wist dat ik geen interesse heb in mannen, vertelde ik pas vele jaren later aan mijn ouders hoe de vork echt in de steel zat. Die periode dat ik ‘in de kast’ zat, was een ontzettend moeilijke periode.”
Terwijl we wegzakken op de grote bank in de woonkamer, vertelt Anniek hoe ze opgroeide in een Gereformeerde Kerk op de Veluwe. Af en toe komt haar trouwe viervoeter bij ons zitten. Op haar koffietafel, in de boekenkast en de vensterbank staan Bijbels van verschillende soorten en maten. Op zondagen werd er twee keer naar de kerk gegaan, waar de vrouwen pronkten met hun hoge hoeden, en de mannen hun nieuwste auto’s showden. Verder werd er soep gegeten, en werd er geslapen. “Vreselijk vond ik dat. Op zondag werd er niet met elkaar gepraat, zelfs niet over de kerkdienst. En buiten spelen, dat kon al helemaal niet op zondag. We waren een zwaar-christelijk gezin, met duidelijke kaders en regels.”