Wat de monsterzege van de PVV te zeggen heeft tot de christelijke politiek
Hoe kan het dat zelfs in grote delen van de zogenaamde Biblebelt de PVV de grootste is geworden en christelijke partijen geen antwoord lijken te hebben op de toenemende maatschappelijke onvrede? Het is sterk de vraag of de christelijke politiek in haar huidige verschijningsvorm überhaupt nog toekomst heeft!
Succesvolle emancipatie
In de negentiende eeuw werd de Antirevolutionaire Partij (ARP) door Abraham Kuyper opgericht om de politieke belangen van de ‘kleine luyden’ tegenover het machtige liberalisme en het opkomende socialisme te behartigen. Het zou het begin worden van een geweldige emancipatiebeweging die gereformeerden in staat stelde zich maatschappelijk te ontplooien en een sleutelrol in de politiek te spelen.
Niet veel later zouden hervormden (CHU), rooms-katholieken (RKSP, later KVP) en uiteindelijk ook de bevindelijk gereformeerden onder leiding van dominee Kersten (SGP) eenzelfde strategie volgen. In de laatste helft van de twintigste eeuw volgenden tenslotte de vrijgemaakt gereformeerden (GPV) en de evangelischen (RPF).
Toen na de Tweede Wereldoorlog een periode van ontzuiling aanbrak, gepaard aan toenemende secularisering, wisten de verzamelde confessionelen zich via een fusie van ARP, CHU en KVP hun sleutelrol decennialang te handhaven. Met name onder Ruud Lubbers en Jan Peter Balkenende was dat succesvol. Daarnaast probeerden GPV en RPF nieuw politiek elan te creëren door zich te verenigen in de ChristenUnie. Hun electorale succes leverde hen onder leiding van André Rouvoet en Gert-Jan Segers zelfs regeringsdeelname op. De SGP speelde op haar beurt een rol als gedoogpartner van het eerste kabinet Rutte (als onderdeel van de 'constructieve drie').
Praatmee