Christelijke LHBTI’ers hebben geen kerkelijke goedkeuring nodig
‘Er is een heel scala aan seksuele geaardheden, - lichamen en dito gevoelens ontstaan. Hoe moet de gelovige LHBT-er toch met dit alles omgaan?’, zo vroeg Esther Noordermeer zich onlangs af in een opinieartikel . Desgevraagd wil ik als christelijke LHBTI’er graag op haar bevindingen reageren.
Om gelijk open kaart te spelen, zelf ben ik een vrouw in geregistreerd partnerschap met een andere vrouw. Hoe sta ik zelf tegenover de uitbreiding van de LHBTIQA+? Eerlijk gezegd is het ook een beetje mijn eigen vraag. Waar stoppen deze ontwikkelingen in de maatschappij? Waar geven we onze maatschappelijke en kerkelijke goedkeuring over? Allereerst: Ik weet het niet en heb daar geen mening over.
Ik weet wel dat toen ik de film ‘The Danisch girl’ keek, ik zo enorm gehuild heb vanwege het onrecht wat wij mensen - bijvoorbeeld transgenders - aandoen. Voor mij was het geen thema meer. Maar het werd een persoon in wie ik mij inleefde. Het inleven zorgde ervoor dat ik over deze mensen en over moeilijke onderwerpen ben gestopt te oordelen en te bepalen wat een ander wel of niet zou moeten doen. De innerlijke strijd die mensen leveren vragen om liefde en zorg.
Daar waar de ‘wereld’ over het algemeen acceptatie geeft over deze mensen, loopt de kerk achter. En dat is niet voor het eerst. Denk hierbij ook aan de positie van de vrouw (in het ambt) en de omgang met slavernij. Waar de wereld al een poos zag dat het niet goed was, daar liep de kerk achter. Terwijl ze vooruitstrevend had moeten zijn.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee