cip.nl is nu cvandaag.nl
Start gratis maand
Kees Ritmeester, beeld Gijsbert Wolvers
Dit artikel is nu opgeslagen in je dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.

MET OP WEG MET DE ANDER

 

Kees kreeg een kind met Downsyndroom: "Via mijn zoon leerde ik Jezus kennen"

Hij rijdt altijd in de hoogste versnelling. Kees Ritmeester (57) uit Aalten houdt van zakendoen, praten, organiseren, evangeliseren. Toch leerde hij gas terug te nemen. Mede dankzij zoon Jakko: 33 jaar oud, maar met een verstand van een kind van 4. Zijn ”kerel, doe toch normaal” dwong Kees tot zelfreflectie. En tot het schrijven van een boekje. Daarin beschrijft Kees de ”Levenslessen van Jakko”. De christelijke belangenvereniging Op weg met de ander sprak met Kees. 

Kees en Korine Ritmeester zijn een paar jaar getrouwd als hun eerste wordt geboren. Na een dag komen twijfels. “We kijken naar de lijnen in onze handen en naar die van Jakko. Zijn wat dikke nek valt op. Ook zijn oogjes staan net iets anders. Ongemerkt maakt onze blijdschap plaats voor zorgen.” Zou Jakko het downsyndroom hebben? Op de terugweg van het ziekenhuis hoort Kees een liedje van Elly en Rikkert over het zoontje van een rijke makelaar: 

“Hij gaat naar schooltje, ons mongooltje.
Hij moet vlug zijn, want de taxi wacht,
elke morgen, twintig over acht.
En Jaapje, is de enige die lacht.”

Kees slaat op het stuur, geeft –letterlijk– gas. Herpakt zich. “Juist nu moet ik sterk zijn. Ik ben een rots in de branding. Mij krijgen ze niet zo snel klein.” Hij daagt na de diagnose dat Jakko inderdaad Down heeft zelfs God uit: “Een kind met downsyndroom? Doet me niks. Geef me er nog maar één! Mij krijg Je niet klein. Ondertussen voel ik me onmachtig en onwijs eenzaam.”


Kees Ritmeester, beeld Gijsbert Wolvers

“Jullie moeten hem vergelijken met een hond”

Een turbulente tijd breekt aan. “Tijdens kraamvisites barsten sommigen in huilen uit. Ze zijn vertwijfeld: Kunnen we jullie nu wel feliciteren?” De reactie van de kinderarts slaat alles. “Het valt allemaal best mee, hoor. Jullie moeten hem vergelijken met een hond. Je kunt hem heel wat aanleren.”

Iets anders
Drieëndertig jaar later. In een voormalig café in het centrum van Aalten, Achterhoek, is een makelaardij gevestigd. Die is alleen ”Iets Anders”: ingericht als een gezellige woonkamer. Op de bank zit Kees Ritmeester. Bijna zijn hele werkzame leven is hij makelaar, net als in het liedje van Elly en Rikkert. Maar hij doet het iets anders. Een deel van zijn zaak stelt hij ter beschikking als onder meer warmtekamer van het Leger des Heils, aan een beginnende christelijke gemeente, voor Alpha-cursussen. “Van bezichtigingen maken wij een feestje. Uiteraard hebben we in dit vroegere café een bar, die we bij gelegenheden gebruiken. En het plaatsen van de borden laten we doen door cliënten van de regionale zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking.” 

Waarom hebt u dit boekje geschreven? Als verwerking of terugblik?
“De aanleiding was dat ik een hoofdstuk schreef in een managementboek over iets anders zakendoen. Toen plopte naar boven om een boek te schrijven over mijn ervaringen met Jakko. De Heilige Geest leidde dat; ik was het niet van plan. Ik schreef het tussen de bedrijven door, in een paar weken. Blijkbaar zat ’t in m’n hoofd. De uitgever was enthousiast. ‘Kees, mag ik dit uitgeven?’

Achteraf was het een stuk verwerking. Anderzijds is mijn diepste verlangen dat mensen erdoor op zoek gaan naar Jezus Christus. En gelukkig maakt het veel los. Iemand gaf iedereen in de Bijbelkring het boekje. Een arts was tot tranen toe geroerd. ‘Zo kwetsbaar als jij durfde te zijn.’ Met name het vergeving vragen aan mijn kinderen raakte hem.

Korine, die revalideert na een auto-ongeluk, geeft het boekje aan elke taxichauffeur die haar rijdt. Onlangs was dat een medechristen. Die had daardoor voor het eerst met een klant een gesprek over het geloof. Verrassend, dit soort doorwerkingen.”

Wat is Jakko’s belangrijkste levensles voor u?
“Vertrouwen op God en vertragen. Als tweede: Blijf bij vandaag. Jakko heeft geen tijdsbesef. Morgen is voor hem vandaag. Daarom: Ontspan! Nog een levensles: Stap af van geleerde protocollen. Als ik hem God zie aanbidden en loven, dan voel ik me een houten klaas.

Uiteindelijk was Jakko de toeleidende weg dat zowel Korine als ik de Heere Jezus leerde kennen. Ikzelf was wel kerkelijk en las veel theologische werken. Om 5.00 uur ’s ochtends zat ik al met À Brakel en De Christenreis. Ik verlangde een kind van God te worden.

Na de komst van Jakko werd ik geconfronteerd met vragen rond de zin van het leven. Mijn zoeken naar God werd heftiger. Totdat ik na een Bijbelkring, lopend in een viaduct onder de A-12, letterlijk hoorde: ‘Mijn genade is u genoeg.’ Dat kwam enorm binnen. Het werd een ommekeer, niet te zuinig! Wel duurde het een jaar voordat ik mijn schoonvader durfde te vertellen dat ik een kind van God was.

Bij Korine ging het zo: een jongen kerfde het fout gespelde woord ”mangol” in onze schutting. Zij raakte helemaal van het padje. Op dat moment belde haar zus. Die zei: ‘Korine, ben je al op de knieën gegaan?’ Toen gaf zij haar leven aan de Heere Jezus, kwam tot geloof en bekering, en ervaarde ze de rijkdom van de Heere Jezus Christus.

Jakko wijst ons altijd op de Heere Jezus. Waar hij ook komt, daar trekt hij de kinderbijbel uit de kast. Dan zoekt hij net zo lang totdat hij een illustratie van het kruis heeft gevonden. Als die er niet in staat, zegt hij: ‘Pap, niet goed.’ Voor hem zijn het lijden, sterven en de opstanding van Jezus de belangrijkste dingen in zijn geloof.

Verder leren we van hem dat je mag komen zoals je bent. Bam! Zo! Als ik met hem onderweg ben, leer van hem te onthaasten, te genieten van het leven. Door hem heb ik anders naar de schepping leren kijken. Als ik met hem fiets, geniet hij van een dwarrelend blad, een wegspringend paard, een dartelende koe.

Twee keer per jaar ga ik met hem een weekendje weg. Ik deed dat al met onze drie andere kinderen. ‘Waarom eigenlijk niet met Jakko?’, vroeg ik me toen af. Door die weekendjes is er tussen ons een veel hechtere band ontstaan. Meestal gaan we naar de militaire taptoe, in Rotterdam. Deze maand gaan we naar de Nacht van de Militaire Muziek. Hij is dol op militaire-orkestmuziek. Dat draaien we in de auto zo hard dat de boxen bijna kapotgaan.

Is het ontspannend? Verre van. Ik moet me conformeren aan iemand met het verstand van 4 jaar, een best ook wat autistische kerel. Hij drinkt nooit bier, behalve in de weekenden als we samen weg zijn. ‘Kom op kerel’, zegt hij dan. ‘Bier en bitterballen.’”

Wat veranderde Jakko’s komst in uw geloofsbeleving?
“Jakko heeft mij geleerd te investeren in belevingen in plaats van bezittingen. In de refo-wereld is het vaak andersom: daar word je afgemeten aan wat je hebt.

Ik heb ook veel geleerd van de geschriften van Henri Nouwen. Die puurheid! Je bent niet wat je hebt of wat anderen van jou zeggen. God is mij gaan snoeien. Ik hoef niks bij te dragen. De navolging van Christus is niet dat Christus mijn tempo niet kon bijhouden, maar juist dat ik moet vertragen, verstillen, het niet meer weet. Hem volgen, in plaats van Hij mij.

Eerder kon ik heel goed beredeneren wat de uitverkiezing was. Maar eigenlijk was Jezus voor mij een glas-in-lood-Jezus. Hij was niet voor mij aan het kruis gegaan, maar bleef op afstand.

“Je hebt goud in handen als je een downtje krijgt”

Jakko speelt daarin ook een rol. Als ik met hem een praise-bijeenkomst bijwoon, dan denk ik: ‘Jij, Kees, met je vroomheid.’ Jakko laat mij de blijheid, vrijheid en vreugde in lofprijzing en aanbidding zien.”

Vijftien jaar geleden kreeg u een burn-out. Wat deed u daarna anders?
“Dertig jaar geleden, drie jaar na de komst van Jakko, kwam ik tot zekerheid van het geloof. Ik was makelaar in Veenendaal. Ik leed aan een messiascomplex. Vond dat niemand een huis kon kopen zonder zeker te zijn van een plaats in het Vaderhuis. Dat was zegenrijk. Elke week maakte ik mee dat mensen tot geloof kwamen. Maar bij mij leidde het tot een burn-out. Dat ik werkeloos op de keien kwam te zitten. Dat ik niks meer voorstelde. Die pijn heb ik gevoeld.


De levenslessen van Jakko

Maar ook dat ik uit de hand van God moest leren te leven. Nu heb ik stille tijd. En ik neem ook stiltedagen of -weekenden, om na te denken. Dat heb ik hard nodig. Ook ga ik samen op pad, met de kinderen, ook met m’n schoonzoons. Quality time!

Verder doe ik nu tegendraads zaken. Het is nu voor iedereen een tijd van gekte, maar ik ga juist vertragen, geef extra aandacht aan mensen. Dat is mijn manier van leven en bewegen. Toch dreigt gevaar: ook nu ga ik weer te hard.”

Hoe komt het dat mensen moeilijk kunnen omgaan met gebrokenheid?
“Het komt te dichtbij. Gebrokenheid vertelt iets over jezelf. Ieder mens is gebroken, maar elke christen zou het moeten beseffen. De imperfectie laat iets zien van de gebrokenheid van Gods schepping na de zondeval.

Het negeren van ons vanwege het krijgen van een kind met Down deed pijn. Op de markt zag ik bekenden. Ze zagen mij en gingen heel pontificaal een andere kant op. Dat gebeurde vaak. Terwijl ik een praatje juist keihard nodig had. Geestelijk was het ook zo. Twee gesprekken met mijn predikant waren een rampenplan.” 

Wat zou u tegen ouders willen zeggen die een kind met een beperking krijgen?
“Je hebt goud in handen als je een downtje krijgt. Als het gaat schuren, komt er steeds meer glans. Voor sommigen is goed dat het schuurt. Je krijgt hobbels om je uit te drijven tot God. Hij doet alle dingen medewerken ten goede. Wij moeten én mogen ook aan het lijden van Christus gelijkvormig worden. In de wereld kun je het niet vinden. Als christen leef je met het hart in de hemel. Ondertussen mag jij op aarde het verschil maken. Jezus door jou heen, hoe gaaf is dat!

Kees Ritmeester en zijn zoon Jakko. Beeld: Gijsbert Wolvers

Ik denk aan Joni, de Amerikaanse die in haar jeugd verlamd raakte en sindsdien afhankelijk is van een rolstoel. Toen haar werd gevraagd wat zij zal doen als ze in de hemel komt, zei ze: ‘Ik hol naar de Heere Jezus toe, en ik smelt weg. En ik dank Hem voor mijn rolstoel. Door het krijgen van een rolstoel heb ik de Heere Jezus zo sterk nodig gehad.’ Hiermee bemoedig ik anderen. Uiteraard kun je dit soort dingen bijna alleen tegen christenen zeggen.

Bij een managementcursus moet je altijd een idool noemen, meestal de groten der aarde. Ik noem dan de naam van Jakko. ‘Wie is Jakko?’ ‘Dat is mijn kind met het downsyndroom.’

Mensen met een beperking zien het leven op een onbevangen manier. Dat is rijkdom, zo’n puurheid. Ze helpen je te vertragen. Die kwaliteit hebben anderen vaak niet. Ik heb meer geleerd van Jakko dan van een psycholoog. Bovendien leerde ik via Jakko Jezus Christus kennen.”

Op weg met de ander is een christelijke belangenbehartiger van en voor mensen met een beperking. De vereniging sticht samen met ouders christelijke woonvormen voor mensen met een verstandelijke of sociale aandoening, organiseert ontmoeting, toerusting en lotgenotencontact, regelt meditaties voor doven en slechthorenden en belegt cursussen voor partners van mensen met autisme. Daarnaast geeft zij vier magazines per jaar uit, waarin bovenstaand artikel verscheen, en aangepast catechesemateriaal (zie ook www.opwegmetdeander.nl). 

Ondersteun het werk van Op weg met de ander en word lid (€ 20 per jaar) en ontvang ”Levenslessen van Jakko” cadeau, of een ander welkomstcadeau naar keuze, en vier keer per jaar het magazine Op Weg. Of word vriend (€ 10 per jaar) en ontvang een cd.

tekst en beeld: Gijsbert Wolvers