Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Dagelijks leven
01 maart 2023
door
Comité Gemeentehulp Israël
Ariel ben David, taxichauffeur en voorganger in Israël: "Dankzij de KGB zijn we hier gekomen"
Als je spreekt met Ariel ben David (45), hoor je een getuigenis dat uit het leven is gegrepen. Op jonge leeftijd riep God hem, terwijl hij overtuigd atheïst was. Door een wonder kon hij alija maken, terwijl hij aanvankelijk niet de juiste papieren had. Inmiddels is hij jaren actief als voorganger in Eilat, waar hij de kost verdient als taxichauffeur. Zijn hart gaat uit naar de mensen in die badplaats aan de Rode Zee. Ondanks het vele sociale werk dat zijn gemeente doet, ziet hij ook dat veel mensen niets willen weten over God. Toch heeft hij een opening gevonden.
Ariel wordt geboren in Minsk, de hoofdstad van Belarus (Wit-Rusland). Hij heet dan nog anders, de naam Ariel neemt hij pas aan na zijn alija. Tijdens zijn jeugd in de nadagen van de Sovjet-Unie is hij anti-religieus. Als hij 17 en het communisme is verdwenen, bloeit de kerk in Wit-Rusland snel op. Er ontstaan zo’n 400 kerken in de jaren ‘90. Ariel raakt bevriend met een meisje dat naar een pinkstergemeente gaat. Ze bidt voor hem, maar hij moet erom lachen. Geloven is iets voor oude mensen, roept hij. Maar als ze spreekt over het leven na de dood en de keuze die je moet maken tijdens je leven, begint Ariel toch na te denken. Er gebeurt iets van binnen. Na een tijdje besluit hij God uit te dagen. “Als U bestaat, wil ik het merken. Als U niet bestaat, wil ik niets merken,” zegt hij. De dagen erna raakt hij er in zijn hart steeds meer van overtuigd dat God wel degelijk bestaat. Uiteindelijk geeft hij zijn leven aan God. Ariel: “Ik had me nog nooit zo gevoeld. Mijn blik op de wereld was helemaal anders geworden. Ik gebruikte altijd grove woorden en van de ene op de andere dag heb ik dat nooit meer gedaan.”
Alijah en de KGB
Ruim een jaar later krijgt Ariel een visioen. In dat visioen ziet hij zichzelf met zijn toekomstige vrouw uit een vliegtuig stappen. Ariel: “Ik vroeg God wat Hij bedoelde. Hij antwoordde dat ik naar Israël zou gaan, waarop ik zei dat ik helemaal geen documenten heb. Hij antwoordde dat Hij mij een joodse vrouw zou geven.” Als Ariel een vriendin krijgt, vraagt hij of zij joods is. Ze antwoordt dat haar vader en grootmoeder joods zijn. Korte tijd later trouwen ze.
Acht jaar lang bereiden Ariel en Yael zich voor op het vertrek. Ze volgen een Bijbelschool in Minsk en Ariel gaat werken als grafisch ontwerper. Als internet in opkomst is, besluit Ariel eens iets op te zoeken over Israël. Ariel: “Ik wist letterlijk niets van dat land. En het internet had toen nog een downloadsnelheid van 128 kb per seconden. Het duurde anderhalve minuut om één plaatje op het scherm te krijgen. Dat was een foto van Haifa. We vonden het zo mooi dat we nu echt wilden gaan.”
De aanvraag bij het agentschap loopt echter uit op een teleurstelling. In de jaren ’90 waren er zoveel Joden vertrokken met niet-geldige papieren dat de regels worden aangescherpt. Een origineel papier van voor 1970 is nu vereist. Een kopie van een bewijs van joodse afkomst is niet meer genoeg. Maar het enige wat Ariel en zijn vrouw hebben, zijn kopieën. De toestemming om alija te maken, wordt niet gegeven.
Ariel bidt dat hij iets vindt dat wordt geaccepteerd en legt het dan maar neer in de handen van God. Na een tijdje komt de frustratie over het mislukken van de alija weer naar boven. “Ik besloot nog één keer het verleden van de oma van mijn vrouw te onderzoeken. We wisten dat ze vroeger in een stad woonde met een grote Joodse gemeenschap. Stalin had na de Tweede Wereldoorlog veel Joodse overlevenden daarheen gestuurd. In een archief in die stad vond ik uiteindelijk een document uit 1953 van de geheime dienst KGB. Omdat mijn schoonmoeder nogal lastig was voor de autoriteiten en niet in het communistische gareel liep, deed de KGB onderzoek naar haar. Tien pagina’s vol met aantekeningen waar ook stond beschreven dat ze Joods is. De KGB heeft ons uiteindelijk dus naar Israël geholpen.”
Nieuw leven in Eilat
In oktober 2004 vliegen ze als gezin met jonge kinderen naar Israël. Na een korte periode in een centrum voor nieuwkomers in Be’er Sheva, verhuizen ze naar de noordelijke kustplaats Nahariya. Die eerste tijd in Israël is echt moeilijk, ze kunnen er naar moeilijk wennen. Ariel: “Hoe mooi het ook is, niemand moet onderschatten hoe moeilijk het is om alija te maken en een nieuw leven op te bouwen.” Ze komen er in contact met een man die hen voor een paar dagen uitnodigt in Eilat. Als ze daar zijn, voelen ze dat dit de plek is waar ze gaan wonen. Ariel wordt er gezegend met een baan als grafisch ontwerper.
In 2008 staan ze aan de wieg van de gemeente haMaayan. Inmiddels zijn zo’n 60 leden aangesloten, vooral families met kinderen. Ariel: “Eilat ligt in een uithoek van het land, mensen werken hier vooral in het toerisme, maar vertrekken op een gegeven moment naar het centrum van het land. Vooral nieuwe immigranten vinden hier werk. De kinderen beginnen al te werken op hun 15 maar willen na hun diensttijd niet meer terug. Dan willen ze gaan studeren en leven in Tel Aviv.” Voor de gemeenteleden geldt hetzelfde. De meeste mensen blijven maar kort en vertrekken dan naar het centrum van het land.
Het werk als grafisch ontwerper stopt als het bedrijf waar Ariel moet inkrimpen. Zijn plan om toeristische dagtochten te gaan organiseren, valt in het water als de corona pandemie uitbreekt. Van de ene op de andere dag verandert Eilat in een spookstad. Ariel vindt werk als taxi-chauffeur omdat dit nog een redelijk veilige manier van transport is in de pandemie. “Toen ik met mijn koplampen aan door een verlaten en verduisterd Eilat reed, leek het wel een spookstad met overal wilde dieren tussen de gebouwen. Heel beangstigend.”
Mensen bereiken
Ariel en zijn vrouw Yael zijn naar Israël gekomen om het Joodse volk te dienen. Tijdens de pandemie verkeer Eilat in crisis en helpt de gemeente. Elke week delen ze honderd dozen met 10 kilo houdbaar voedsel uit. Het voedsel kopen ze eerst zelf. Na een incident is besloten dit systeem te vervangen door tegoedbonnen. Mensen kunnen die in het gebouw van de messiaanse gemeente ophalen, zodat er ook gelegenheid is voor een praatje en morele steun. Mensen kunnen zelf bepalen wat ze kopen.
Hoewel het mooi en belangrijk werk is, openen de ontvangers hun hart niet voor God door het werk. “Het is niet altijd makkelijk om mensen te bereiken,” verzucht Ariel. Maar met hun activiteiten in het park op Sabbat gebeurt er wel iets moois. Sport- en spelactiviteiten van het internationaal bekende christelijke Awana project slaat ook in Eilat aan. En via deze activiteiten raken vrijwilligers ook in gesprek met de ouders.
Steun deze gemeente in Eilat via gebed en/of een gift via de website.
Deel dit artikel op: