Gods hart klopt voor mensen die worstelen met zelfmoordgedachten
Onlangs werd christelijk Nederland opgeschrikt door de dood van rapper Michaël Stoop. De 28-jarige artiest was met name bekend van het rapduo de Rechtstaat, dat hij samen met Chesron Sminia vormde. Hij was een graag geziene gast bij grote christelijke evenementen als Opwekking en de EO-jongerendag. De rapper kwam door zelfdoding om het leven en dat kan bij veel christenen best heftig binnenkomen, vooral als jij zelf of iemand in je omgeving met die gedachten kampt. John Espy uit Relevant Magazine wil je vertellen over Gods kloppende hart voor mensen met zelfmoordgedachten.
Ik herinner mij dat ik met een vriend de kerk uitkwam lopen. De voorganger had net gesproken over de 'vreugden des hemels'. Een vriend en toegewijd gelovige die meerdere zelfmoordpogingen had ondernomen vroeg mij: "Waarom zou ik daar dan niet nu al heen gaan?"
Een uitstekende vraag. Zo uitstekend dat zelfs de voorganger er niet op bedacht was geweest om deze vraag te beantwoorden, en als we eerlijk zijn weten de meesten van ons ook geen antwoord op deze vraag te geven. Zelfmoord en depressie zijn volop in de aandacht, je hoort er veel over in het nieuws. Als je zelf niet kampt met gevoelens van depressie is de kans toch groot dat er iemand in je omgeving is die te maken heeft of krijgt met deze vorm van tegenslag. Ze zouden je zelfs kunnen vragen waarom ze niet zouden stoppen met leven. Dus wat zou God te zeggen hebben tegen mensen die vergaan van de innerlijke pijn en voor wie het uitzicht op de hemel niet alleen hoop geeft maar eerder een aantrekkelijke verleiding is?
Allereerst denk ik dat God zou reageren zoals Hij deed bij de gebroken stad Jeruzalem:
"Toen u geboren was, bekommerde niemand zich om u. Toen Ik u voor het eerst zag, was uw navelstreng nog niet afgebonden, u was nog niet gewassen, niemand had u ingewreven met zout of aangekleed. Niemand had enige interesse in u, niemand toonde medelijden of maakte zich zorgen. Op de dag dat u werd geboren, liet men u in het veld achter om te sterven, als een ongewenst kind. Maar Ik kwam langs en zag u daar liggen, besmeurd met uw eigen bloed en Ik zei: “Leef!" - Ezechiël 16:4-6
In dit profetische verhaal gaat het om een nieuwgeboren kind, een klein meisje. Ze ontvangt geen liefde en ouderlijke zorg, ze wordt veracht en is niet gewild. Ze wordt als vuilnis behandeld. Ze wordt gedumpt en voor dood achter gelaten. Er wordt geschreven dat het kind al trappelend in haar eigen bloed ligt te spartelen (HSV). Het bloed spreekt van familie en land. Net als velen van ons worstelt ze met de generatievloek. Ze strijdt met verslaving, begeerte, giftige en liefdeloze relaties. Een onverschillige obersvant zou zeggen, dit is een meelijwekkend wezen. Het is het beste om haar uit haar lijden te verlossen.
Maar de Heer onze Schepper is nooit een onverschillige observant. Voordat de roofdieren en aasgieren aanvallen komt Hij langs. Hij stopt en verlaat de weg en spreekt dat ene woord: 'Leef!'. In de meeste Hebreeuwse vertalingen staat het er twee keer wat de roep om te leven zelfs nog verder versterkt.
Dit mag bij ons misschien niet zoveel indruk maken. Praatjes vullen geen gaatjes. Maar bij God, die hemel en aarde maakte door te spreken, vind je geen loze woorden. Als Hij 'leef!' zegt, dan maakt Hij leven. Zijn woorden hebben de kracht van een niet te negeren bevel. Voor Hem is geen enkel leven waardeloos.
Doe jezelf niets aan!
Een andere Bijbelpassage die ons een glimp van Gods hart toont vinden we in Handelingen. Paulus en Silas zijn geslagen en in de gevangenis gegooid omdat ze het evangelie hebben verkondigd. Toch zingen ze lofliederen en dan breekt de gevangenis open, elke boei valt af. Niemand komt om en iedere gevangene komt vrij.
Dat is goed nieuws voor iedereen, behalve voor de bewaker. Hij ziet de opengebroken deuren en weet dat hij verantwoordelijk zal worden gehouden. Als er ook maar een gevangene ontsnapt zal hij ter dood worden gebracht. Mogelijk na te zijn gemarteld en vernederd. Hij wil zijn zwaard al trekken maar dan roept Paulus: "Doe jezelf niet aan! We zijn nog allemaal hier" (Handelingen 16:28). Paulus spreekt dit niet kalm uit maar schreeuwt het uit naar de bewaker, staat er in de vertalingen. Je zou kunnen zeggen dat zijn eventuele dood een extra teken kan zijn van Gods kracht maar Paulus ziet dat anders. De evangelieboodschap triomfeert wanneer de gevangenisbewaker wordt gered. Niet alleen van zelfmoord maar ook van satans overheersing.
Misschien ben je al "gered", heb je de gebeden gebeden die je moest bidden, ben je gedoopt en heb je toch het idee dat zelfmoord geen slecht plan zou kunnen zijn. Dan schreeuwt God tot jou: 'Doe jezelf niets aan!'. Alles waarvan je denkt dat het voorgoed voorbij is, is hier, in Gods handen. Hij is nu aan het werk, niet om te vernietigen, maar om deuren naar herstel te openen zodat jij je boeien af kunt doen. Net als de gevangenisbewaker zal je gevuld worden met "vreugde" in dit leven (Handelingen 16:34). Want de Heer wil niet dat er iemand verloren gaat (2 Petrus 3:9).
De eeuwige uitkomst
We sluiten af met een beeld dat geschetst wordt in het boek Openbaring:
"En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden. En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van citerspelers, spelende op hun citers; en zij zongen een nieuw gezang vóór de troon en vóór de vier dieren en de oudsten; en niemand kon het gezang leren dan de honderdvierenveertigduizend, de losgekochten van de aarde."
We weten niet precies wie deze 144.000 mensen zijn, de meningen verschillen over het idee dat dit exacte of symbolische aantallen zijn. Maar het zijn mensen, en ze hebben geleden. Nu zingen ze een lied, dat niemand anders kan leren. Dat is vreemd.
Waarom zou dit zo zijn? Ik kan mij alleen maar voorstellen dat dit is omdat engelen geen lijden kennen, of in geloof moeten handelen op de manier waarop mensen dat doen. Dit verklaart ook waarom Jezus het Lam is, dat moest lijden in geloof en samen met de 144.000 daar staat. Wellicht zingt Hij met hen mee.
Ik wil nog een stap verder gaan en voortborduren op dit krachtige beeld. Johannes spreekt van een fantastisch refrein, een verenigd lied. Ik wil dat je in plaats daarvan je een aantal solo's voorstelt.
Ieder van ons heeft een lied te zingen, niet met woorden en muziek, maar met ons leven. En op een dag zal alles en iedereen in de hemel stil worden, inclusief onze hemelse Vader. Ze zullen luisteren als het lied van ons leven gespeeld wordt. Wellicht zal er een achtergrondkoor zijn en zingt Jezus met jou mee. Maar het is jouw lied. Iedereen zal het horen, compleet en perfect, voor het eerst. Laat jouw lied niet afgebroken worden. Als je je eigen leven neemt zonder dat je het laatste vers dat God gepland heeft laat voltooien, vrees ik dat het een gat achterlaat dat niets kan vullen. Want niemand kan jouw lied ooit nog zingen.
Ik weet niet hoe het lied van jouw leven zal klinken maar ik kan je beloven dat als je het hoort, het alles waard zal zijn. De laatste regels zullen het zoetst zijn. Het gedeelte dat de hemel uit zijn dak zal laten gaan is het gedeelte waarin de muziek bijna stopt. En dan hoor je opeens de stem van God zeggen: 'Leef!', en dan vervolgt het lied weer zijn weg.
Direct hulp nodig? Bel 0800 0113 of 113 en kijk op www.113.nl.
Praatmee