Oordeel niet over christenen die zichzelf van het leven beroven
We vinden in de Bijbel drie (eigenlijk vier) gevallen van zelfdoding. Het eerste was dat van koning Saul tijdens de strijd tegen de Filistijnen op het gebergte Gilboa. Toen Saul zag dat hij de strijd ging verliezen en hij niet in handen van de Filistijnen wilde vallen, zei hij tegen zijn wapendrager: “Trek je zwaard en doorsteek mij daarmee. Anders komen deze onbesnedenen mij doorsteken en de spot met mij drijven.” Maar zijn wapendrager wilde niet, want hij was heel bang. Toen nam Saul het zwaard en liet zich erin vallen. Toen zijn wapendrager zag dat Saul dood was, liet ook hij zich in zijn zwaard vallen en stierf hij met hem’ (1 Sam. 31:4-5). De reden voor deze twee zelfdodingen was vertwijfeling, wanhoop, uitzichtloosheid en angst.
Het tweede geval betrof Achitofel, de raadsman van koning David, die David in de steek liet en overliep naar Absalom, die tegen zijn vader David in opstand was gekomen. Achitofels raad werd altijd opgevolgd, behalve die ene keer dat Absalom de voorkeur gaf aan de raad van Husai: ‘Toen Achitofel zag dat zijn raad niet was uitgevoerd, zadelde hij de ezel en maakte zich gereed. Hij ging naar zijn huis in zijn stad, regelde [de zaken] van zijn huis en hing zich op’ (2 Sam. 17:23). De reden voor deze zelfdoding was diepe ontgoocheling vanwege de wijze waarop hij (voor zijn gevoel) uit zijn hoge positie was gestoten.
Praatmee