Strijdt Black Lives Matter tegen christelijke gezinsnormen?
Begin juni 2020 werkte een studentenleider op een campus in Florida (VS) samen met de Black Lives Matter beweging aan de voorbereidingen voor een demonstratie tegen racisme. Toen de studentenleider tot zijn schrik merkte dat de demonstratie behalve antiracisme ook vrije abortus zou promoten, protesteerde hij daartegen. Zijn rooms-katholieke overtuiging bracht hem daartoe. Het kwam hem duur te staan. Hij werd van ‘racisme’ beschuldigd en uit zijn functie gezet.
Het lijkt bizar, maar helaas komt dit steeds vaker voor. We botsen hier op het fenomeen van ‘intersectionalisme’. Dit ingewikkelde woord duidt op een linksgeoriënteerde ideologie die probeert allerlei ‘onderdrukte minderheden’ zoals etnische minderheden, gays, transgenders, immigranten, etc. met elkaar te verbinden. Al lijkt er soms weinig te zijn dat deze uiteenlopende belangengroepen verbindt, men wil ze toch onder één noemer brengen, namelijk die van ‘slachtoffer’. Ze worden samengesmeed tot een krachtig revolutionair wapen tegen de gemeenschappelijke vijand, ‘het establishment’. Deze gevestigde macht wordt vanuit strategische propagandistische overwegingen versimpeld tot de ‘blanke westerse cultuur’ of de ‘witte patriarchale man’.
In het verleden was voor marxistische ideologen het onderdrukte ‘proletariaat’ – de arbeiders – het instrument voor de revolutie tegen de onderdrukkers: ‘het kapitaal’. Door het ontstaan van de sociaaldemocratie en door de hoogconjunctuur verdween dit proletariaat en verloren marxisten hun machtsbasis. Dat wil niet zeggen dat er nu geen maatschappelijke problemen meer zijn. Ze zijn er nog steeds en radicale revolutionaire ideologen met politieke ambities zijn er ook nog steeds. Zij proberen kunstmatig een nieuw proletariaat te creëren door allerlei uiteenlopende minderheden te mobiliseren.
Dat er in de VS nog veel onderhuids racisme leeft, lijdt geen twijfel. Maar de machtige pro-abortus beweging in dat land kun je onmogelijk een ‘onderdrukte minderheid’ noemen. Toch worden ook deze bewegingen door het intersectionalisme verbonden. Deze intersectionalisatie komt duidelijk naar voren in het document van de Black Lives Matter beweging, ‘What We Believe’. Deze verklaring gaat veel verder dan strijd tegen racisme. Het benadrukt de verbinding van Black Lives Matter met onder andere de homobeweging en het transgender activisme. Het roept ook op tot strijd tegen het ‘westerse’ idee van het kerngezin als basis voor een gezonde samenleving.
Het intersectionalisme is een manipulatieve politieke kracht. Je ziet het terug in het geval van de bovengenoemde studentenleider. Heb je gewetensbezwaren tegen abortus? Dan ben je automatisch een racist. Wil je niet meedoen aan een activiteit van de Black Lives Matter beweging, dan ben je niet alleen racist, maar ook transfoob.
Een volgeling van Jezus kan daarom niet zomaar meelopen in elke demonstratie, hoe sympathiek een bepaald onderdeel daarvan ook kan zijn. De gemeente van Christus heeft een eigen agenda, die afwijkt van die van de wereld. Zij moet altijd een tegencultuur vormen die Gods waarden tentoonspreidt. Natuurlijk mag daar geen plaats zijn voor racisme, maar ook niet voor denkbeelden die het gezin ondergraven of een ongebreidelde seksuele moraal bevorderen. De revolutie die het intersectionalisme voorstaat, leidt niet tot pluraliteit. Integendeel. Zij is uit op afbraak van elk overblijfsel van een Bijbelse moraal, om daarna haar eigen ideologie dwingend op te leggen.
Bovenstaand artikel verscheen eerder op Zaut.org, een initiatief om een christelijk, actueel, profetisch en nuchter geluid te laten horen in Nederland. Klik hier om de website te bezoeken.
Praatmee