Rechtszaak gestart tegen verdachten bloedbad Nigeriaanse kerk

In Nigeria is deze week de rechtszaak begonnen tegen vijf mannen die worden verdacht van de gruwelijke aanslag op een kerk in Owo, waarbij in juni 2022 meer dan vijftig kerkgangers omkwamen. De eerste zitting vond maandag plaats in de federale rechtbank in Abuja. Rechter Emeka Nwite bepaalde dat de inhoudelijke behandeling op 19 augustus van start gaat.
Volgens de aanklagers behoren de verdachten tot de Oost-Afrikaanse islamitische terreurgroep al-Shabab. Die groep staat bekend om aanslagen in Somaliƫ en Kenia, maar was tot nu toe niet in verband gebracht met aanvallen in Nigeria. Direct na het bloedbad werd nog gedacht aan ISWAP (Islamic State West Africa Province), maar geen enkele organisatie heeft de verantwoordelijkheid opgeƫist.
Een ooggetuige vertelde aan International Christian Concern (ICC) hoe de aanval begon: āHet was bijna middag en we sloten de dienst af. De priester zei: āGa heen in vrede.ā We waren net begonnen te antwoorden toen een schot klonk. Een jongen van vijftien bij de ingang werd dodelijk getroffen.ā Kort daarna openden de aanvallers het vuur en lieten explosieven afgaan.
Getuigen verklaren dat de daders van Fulani-afkomst waren, wat zou wijzen op extremistische elementen binnen deze bevolkingsgroep. Volgens de voorzitter van de Christelijke Associatie van Owo zijn Fulani-militanten al langere tijd actief in het gebied. āZe zitten overal in de bossen, vernielen boerderijen en verkrachten vrouwen", zei hij destijds.
Nigeria wordt al jaren geteisterd door geweld van islamitische terreurgroepen zoals Boko Haram en ISWAP, maar ook door radicale Fulani-herders. Deze groeperingen hebben samen tienduizenden mensen vermoord of ontvoerd. De slachtoffers zijn vaak christelijke gemeenschappen, die herhaaldelijk doelwit zijn van aanvallen.
Experts stellen dat ISWAP Fulani-militanten financieel steunt bij aanvallen op christelijke boeren. Volgens hen zien jihadisten dit als āeen nieuwe kans om christenen te treffen, die zij als grootste hindernis zien voor de oprichting van een islamitische staat in West-Afrika".
Ondanks opeenvolgende regeringen is er nauwelijks effectieve bescherming geboden aan kwetsbare dorpen. Ook in zuidelijk Kaduna zijn christelijke gemeenschappen herhaaldelijk aangevallen zonder dat de daders werden aangepakt. Waarnemers vinden dat president Bola Tinubu het religieuze aspect van het geweld niet mag negeren. Alleen door gerichte beveiliging van bedreigde dorpen en bestrijding van religieus extremisme zou dit probleem aangepakt kunnen worden, zo concluderen zij.
Praatmee