Tijdens een briefing van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukte Smith dat vervolging op basis van religie of levensovertuiging wereldwijd voorkomt. Het gaat daarbij niet alleen om staatsgeweld, maar ook om onderdrukking vanuit de omgeving. Volgens hem zijn christenen op elk continent het slachtoffer van vervolging, variërend van intimidatie en sociale uitsluiting tot marteling, gevangenisstraf zonder proces en moord. Ook kerken en gebedshuizen worden regelmatig vernield of gesloten.

Uit recente gegevens blijkt dat wereldwijd zo’n 380 miljoen christenen te maken hebben met vervolging. Smith noemt dit een alarmerend cijfer dat laat zien hoe urgent de situatie is.

De Britse regering heeft daarom tien landen aangewezen waar zij zich de komende tijd specifiek op wil richten: Vietnam, Algerije, India, Nigeria, Pakistan, China, Syrië, Oekraïne, Afghanistan en Irak. De selectie is volgens Smith gebaseerd op drie factoren: de ernst van de situatie, de diplomatieke betrekkingen die het VK met deze landen onderhoudt, en de kans om daadwerkelijk iets te kunnen bereiken.

Hoewel landen als Noord-Korea, Somalië en Jemen – die volgens de ranglijst van Open Doors tot de ergste vervolgers behoren – niet in deze selectie voorkomen, benadrukt Smith dat deze landen zeker niet buiten beeld zijn. Ook in landen die niet in de top tien vallen, blijft het Verenigd Koninkrijk zich inzetten voor vrijheid van geloof, bijvoorbeeld via gerichte diplomatie.

Volgens Smith is geloofsvrijheid niet alleen een morele plicht, maar ook cruciaal voor de stabiliteit van samenlevingen. Religieuze intolerantie, zo stelt hij, is vaak een voedingsbodem voor onrust en geweld. Door geloofsvrijheid actief te beschermen, kunnen toekomstige crises worden voorkomen, vooral in landen die geteisterd worden door oorlog of sektarische verdeeldheid.

De inzet van het VK is volgens Smith een nieuw hoofdstuk in het buitenlands beleid. Hij ziet een duidelijke samenhang tussen vrijheid van godsdienst, gewetensvrijheid, vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering. Die fundamentele vrijheden vormen samen het fundament van een gezonde samenleving.

Smith benadrukt dat het beschermen van geloofsvrijheid niet alleen de vervolgden ten goede komt, maar ook de samenlevingen die vervolgen. Wanneer staten kiezen voor religieuze vrijheid, ontstaan er volgens hem nieuwe kansen voor vrede, groei en maatschappelijke bloei.