Kees Brouwer heeft een ongeneeslijke spierziekte: "Elke dag is genade - zelfs nu."

Wat doe je als je lichaam je langzaam in de steek laat, terwijl je geest nog helder is? Kees Brouwer (72) kreeg na het verlies van zijn vrouw te horen dat hij PSMA heeft, een progressieve spierziekte die lijkt op ALS. Toch zit hij vol levenslust en hoop. “Ik geef mijn leven een acht – soms zelfs een negen", zegt hij. Zijn geheim? "Gods genade is genoeg. Ik kan niets meer, maar Hij draagt mij."
Dat Kees het blijft volhouden, is niet vanzelfsprekend. Zijn lichaam kan bijna niets meer: “Ik word geholpen met alles. Maar ik ben omringd door goede zorg, lieve mensen, mijn kinderen, kleinkinderen, vrienden... Daardoor lukt het. Anders zou het heel moeilijk zijn. Als ik één vraag aan Jezus zou mogen stellen? Dan zou ik vragen of Hij mij de kracht wil geven om verder te gaan in dit leven. Om het vol te houden.”
Doodvonnis
De diagnose PSMA kwam kort na het overlijden van zijn vrouw Hannie, die overleed aan alvleesklierkanker. “Zij was mijn steun en toeverlaat. Ik kon altijd op haar rekenen. Toen zij wegviel, moest ik alles ineens alleen doen.”
In de maanden na haar overlijden begon zijn arm te trekken. “Ik dacht: een verrekte spier of zo. Mijn kinderen zeiden: ‘Pa, laat het even checken.’” In het UMC in Utrecht kreeg hij de uitslag: PSMA. “Dat zei me eerst niets. Maar toen ze zeiden: een vorm van ALS, begon het langzaam door te dringen. Het is eigenlijk een doodvonnis. Alleen duurt het een paar jaar. Dat is soms lastig. Je weet niet hoelang je nog hebt.” Hij heeft de zes jaar inmiddels gepasseerd. “Ik ga ervanuit dat ik er nog twee heb. Maar het kunnen er ook vier zijn.”
Ommekeer
Wat opvalt, is de rust en vreugde die Kees uitstraalt. “Ik was vroeger helemaal niet zo. Als er iets tegenzat, zat ik al in de put. Nu ben ik dankbaar. Dat zie ik als Gods genade. Dat ik in deze omstandigheden zo positief mag zijn.”
Zijn geloof is alleen maar dieper geworden. “Ik was al gelovig opgevoed, maar nu ben ik me er veel bewuster van hoe afhankelijk ik ben van Jezus. Vroeger dacht ik: als ik goed leef, dan houdt God van me. Maar het is precies andersom. God houdt onvoorwaardelijk van mij – dat heb ik geleerd.”
Boos op God is hij nooit geweest. “Sommigen zeggen: ‘Waarom ik?’ Maar ik zeg: ‘Waarom niet?’ Hannie zei dat ook. En weet je, zij zei vlak voor haar dood: ‘Ik heb het gevoel dat ik aan de hand van Jezus loop.’ Dat beeld is me bijgebleven. Dat heb ik nu ook. Alleen zei ik toen tegen Jezus: ‘Mag ik aan de andere kant lopen?’”
‘Bij Hem op schoot’
Wat hem door de dagen helpt, is een tekst uit 2 Korintiërs: “Je hebt genoeg aan Mijn genade, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.”
“Dat is een soort opdracht geworden. Om in mijn zwakheid toch van Hem te getuigen.”
Op de vraag wat hij hoopt dat mensen op zijn begrafenis zullen zeggen, antwoordt hij: “Dat ik nu ben waar ik altijd graag wilde zijn: bij God.” Niet vaag ‘in de hemel’, maar concreet: “Ik stel me voor dat ik bij Hem op schoot mag zitten. Zoals een kind bij zijn vader.”
De liefde in de verzorging
Kees woont inmiddels in een verzorgingshuis. “Ik lig daar in bed en word geholpen met alles. Dan denk ik soms: zo heeft Jezus ook aan het kruis gehangen – naakt, kwetsbaar, maar dan omringd door vijanden. En ik word omringd door liefdevolle mensen. Dat raakt me.”
Hij ziet God in de verzorgers: “De liefde en vreugde waarmee ze me helpen. En als mijn kinderen en kleinkinderen langskomen... dat zijn voor mij ook lichtpuntjes.”
Toch mist hij zijn oude leven wel eens: “Ik kon vroeger veel. Nu niets meer. Maar weet je, als je dit hebt, kun je het ook accepteren. Je zegt dan niet: ‘Ik ga de marathon lopen’, want je kúnt het niet meer. En dan komt er ook berusting.”
Een uitverkochte droom
Een grote droom gaat binnenkort in vervulling. Op zijn verjaardag staat hij voor het eerst op het toneel. “Ik heb altijd al eens een voorstelling willen doen, maar durfde het nooit. Nu denk ik: als ik het wil, moet het nú. Ik kan nog praten, heb mijn gevoel voor humor niet verloren, dus we gaan ervoor.”
De voorstelling – inmiddels uitverkocht – maakt hij samen met christelijk cabaretier Rob Favier, met wie hij inmiddels bevriend is geraakt. Rob schreef speciaal voor Kees het lied “Als je niet meer…”.
“Het raakte me enorm. Hij wist precies onder woorden te brengen wat er in mij leeft.”
“Als je niet meer lopen kan, dan zal Ik je wel dragen…
Als je niet meer zingen kan, geef Ik je al Mijn psalmen…
En als je niet meer huilen kan, zie Ik in jouw ogen de tranen van Mijn Zoon."
“Dat lied zegt alles”, zegt Kees zacht. “Het is een knipoog van de Heer. Zelfs in het diepste dal weet ik: niets en niemand zal mij ooit van Hem scheiden.”
Bekijk hieronder het interview met Kees Brouwer in Hour of Power.
Praatmee