Hartenkreet uit Haïti: begrijpt de wereld niet hoe erg de situatie is, of let ze niet meer op?

Het sluimerende conflict tussen bendes en de Haïtiaanse politie is in april geëscaleerd in de straten van Kenscoff. Dit bergachtig stadje ten zuidoosten van Port-au-Prince staat bekend om zijn koele klimaat, levendige landbouw en hechte gemeenschappen. Kenscoff, lange tijd een vredig toevluchtsoord in de hooglanden, is nu het nieuwste front in de escalerende crisis in Haïti, schrijft Daniel Jean-Louis, de directeur van Parole et Action, een partnerorganisatie van Woord en Daad in The Miami Herald.
In de vroege ochtend van zondag 20 april hebben bendes een politievoertuig in een hinderlaag gelokt en vier agenten gedood. Twee gewonde overlevenden werden met spoed naar het Fermathe-ziekenhuis gebracht, dat wordt gerund door de Baptist Haiti Mission (BHM). Deze organisatie is sinds 1955 in de regio actief en verleent niet alleen medische zorg, maar vormt ook een cruciale levensader voor de gemeenschap.
Ik ben momenteel voorzitter van de BHM, waar ik toezicht houd op het ziekenhuis en ons beurzenprogramma, dat dit jaar 32.000 kinderen opleidt, voornamelijk uit arme, plattelandsgezinnen die weinig andere mogelijkheden hebben voor formeel onderwijs.
Zondag laat in de ochtend, bereikte het geweervuur het terrein van de BHM. Ik vreesde dat de bendes het gebouw in brand zouden steken, zoals bij andere ziekenhuizen was gebeurd. Wij zijn het enige zorgcentrum in de regio en een van de weinige die nog functioneren in het land. Omdat ik geen andere uitweg zag, wendde ik me tot de sociale media. Ik plaatste een open brief op X, gericht aan de Transitional Presidential Council, de feitelijke regering van Haïti. De post werd op grote schaal gedeeld en leidde opmerkelijk genoeg tot actie. Maandag had de Haïtiaanse nationale politie de controle over Fermathe herwonnen en een fragiele vrede hersteld – althans voorlopig.
Doodbloedende patiënt
Diezelfde maandag hield de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn laatste briefing over Haïti. Het voelde alsof ik naar een kamer vol artsen keek die over behandelingsopties debatteerden terwijl een patiënt op de tafel doodbloedde. Volgens de hoogste VN-functionaris in Haïti staat het land op de rand van “totale chaos”. Toch vielen de leden van de Veiligheidsraad terug op bekende praatjes: de Verenigde Staten uitten hun bezorgdheid over de “aanzienlijke financiële lasten” van een interventie, terwijl China kritiek had op het falen van de VS om een wapenembargo correct te handhaven.
Het is opvallend hoezeer de fouten die de VN in het verleden in Haïti heeft gemaakt – met name de verwoestende cholera-epidemie die door vredeshandhavers werd geïntroduceerd – haar bereidheid om op te treden hebben ondermijnd. In plaats van het risico te lopen fouten te herhalen, hebben ze ervoor gekozen niets te doen. Dus debatteren ze terwijl Haïti in brand staat.
Ondertussen sterven er steeds meer mensen. Soms vraag ik me af of de wereld gewoon niet begrijpt hoe erg de situatie is, of dat ze gewoon niet meer opletten. Bij gebrek aan wetten zijn de gruweldaden van de bendes onbeschrijfelijk geworden. De verschrikkingen die ik heb gezien en gehoord zijn met geen woorden te beschrijven.
Tijd van praten voorbij
Elke dag dat er niets wordt gedaan, leidt tot verdere ineenstorting – en maakt toekomstige oplossingen moeilijker en veel duurder. De tijd voor discussie is allang voorbij. Wat Haïti nu nodig heeft, is actie: de Veiligheidsraad moet een nieuwe vredesmissie goedkeuren. Op zijn minst moet hij een VN-ondersteuningsbureau goedkeuren om de bestaande Multinationale Veiligheidsmissie te versterken.
Op andere momenten vraag ik me af of mensen het wel begrijpen, maar zich te overweldigd voelen om er iets om te geven. Misschien zijn we uit het oog verloren waar we eigenlijk voor vechten. Ik roep op tot ingrijpen omdat ik wil dat mijn leerlingen veilig naar school kunnen gaan en vrij kunnen dromen.
Ondanks decennia van instabiliteit en een ingestorte staat gaan veel Haïtiaanse kinderen nog steeds naar school. We zouden morgen nog meer kinderen naar school kunnen sturen – als de politie de steun had om de bendes terug te dringen.
Leven gaat door
Het leven gaat door, zelfs in chaos. Ouders wassen en strijken nog steeds de uniformen van hun kinderen. Oudere broers en zussen begeleiden jongere kinderen door door oorlog verscheurde wijken. Leerlingen staan nog steeds in de rij als de bel gaat. Ze zeggen nog steeds het gebed op. Ze vegen nog steeds hun lunchtafels schoon. Ze glimlachen nog steeds. Ze hebben nog steeds hoop. Ze hebben geen perfecte VN-missie nodig. Ze hebben geen buitenlandse redders nodig. Ze hebben alleen ruimte nodig om te groeien. Wat de jongeren in Haïti nodig hebben, is voldoende veiligheid om naar school te gaan, te werken en te stemmen.
De Verenigde Naties zijn opgericht op basis van een belofte: het leven beschermen ondanks conflicten, de kwetsbaren beschermen, de menselijke waardigheid hooghouden. Het was een belofte om kinderen te beschermen. Om de toekomst te beschermen. Ik geloof nog steeds dat de kinderen van Haïti hun land kunnen herbouwen. De vraag is of de wereld hen daarbij zal helpen. Kan de VN haar belofte nakomen?
Daniel Jean-Louis is directeur van Parole et Action, de partnerorganisatie van Woord en Daad in Haïti. Woord en Daad staat in nauw contact met de Haïtiaanse partners, om voortdurend te kunnen afstemmen welke ondersteuning nodig is. Flexibiliteit is cruciaal, omdat bendegeweld de Haïtiaanse samenleving ontwricht. Toch kunnen in veel regio’s onze programma’s gelukkig doorgaan. In de hoofdstad is dat lastiger omdat sommige scholen zijn gesloten en kinderen uit onze programma’s soms zijn gevlucht. Waar mogelijk proberen we hen op te sporen en te blijven ondersteunen. Juist nu kunnen we laten zien dat we naast Haïtianen staan met onze woorden, gebeden en giften.
Steun het broodnodige werk van Woord en Daad in Haïti via onze website!
Daniel Jean-Louis is voorzitter van de Baptist Haiti Mission en schreef het bovenstaande artikel in The Miami Herald. Het artikel is met toestemming van de auteur overgenomen door Cvandaag.
Praatmee