Arie van der Poel neemt afscheid bij de GZB: “Je ziet met eigen ogen dat God werkt”
“Op zoveel plekken in de wereld zag ik God aan het werk en ontmoette ik dierbare broeders en zusters in Christus. In zendingswerk ontvang je vaak meer dan je zelf kunt geven.” Na 30 jaar regiocoördinator te zijn geweest bij de GZB – eerst voor Afrika en later voor het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Centraal-Azië – neemt Arie van der Poel donderdag 6 februari afscheid en gaat hij met pensioen. "Ik voel me enorm bevoorrecht dat ik dit werk heb mogen doen", zegt hij.
Arie bouwde warme relaties op met kerken in landen als Zimbabwe, Libanon en Syrië. Samen met hen overlegde hij hoe de GZB kon bijdragen aan de opbouw van gemeenten, het delen van het Evangelie met mensen die Jezus Christus nog niet kennen, en praktische hulp aan hen die lijden onder armoede en oorlog.
Verrijkende lessen uit Afrika
“Als ik aan Afrika denk, dan denk ik aan het prachtige zingen, het hartstochtelijke bidden en het geloofsvertrouwen”, vertelt Arie. “Wij stellen in het Westen vaak waarom-vragen. Dat heb ik in Afrika nog nooit gehoord. Voor hen geldt toch vooral: God is goed en Hij zorgt voor ons.
Afrikaanse christenen vertrouwen op God, dwars door moeilijke omstandigheden heen. Maar ook heel praktisch: de wegen zijn slecht, dus voordat je op reis gaat, wordt er gebeden of de banden heel mogen blijven. Het geloof krijgt handen en voeten in het dagelijks leven. Dat is mij bijgebleven uit Afrika. Daar ben ik van onder de indruk en dat heeft mij verrijkt. Maar het heeft me ook vaak beschaamd: welke dingen zie ik als vanzelfsprekend, terwijl dat niet zo is?"
Eén en al vreugde
Een bijzonder moment dat Arie nooit zal vergeten, is een kerkdienst in Algerije. “Er was een opwekking gaande onder de Berbers. Midden tussen 250 kerkgangers was ik de enige westerse christen. Ik zag daar een overweldigende vreugde en ik voelde: deze mensen waren bevrijd, uit de duisternis geroepen tot het licht. Ik vroeg aan verschillende mensen wanneer zij tot geloof waren gekomen. Iedereen - jongeren, ouderen, mannen en vrouwen - was de afgelopen paar jaar tot geloof gekomen. Ze zongen met hun hele lichaam. Ze straalden één en al vreugde en blijdschap uit. Op dat moment proefde ik hoe krachtig God op onverwachte plekken met Zijn Heilige Geest kan werken.”
Leden van één lichaam
“De ontmoeting met broeders en zusters uit de wereldkerk heeft altijd iets bijzonders”, vertelt Arie. Samen bidden over taal- en cultuurgrenzen heen geeft een extra dimensie. Je ervaart dan nog meer van Gods Geest en leert elkaar op een diepere manier kennen. Dat laat iets zien van wat het betekent om leden van één lichaam te zijn. Samen ontdek je steeds meer van de hoogte, lengte, breedte en diepte die er is in Jezus Christus.”
Praatmee