Israƫl wordt beschuldigd van het illegaal bezetten van andermans land

Joden hebben door de eeuwen heen heel wat verwijten en beschuldigingen over zich heen gekregen: ze zouden Christus vermoord hebben, de waterbronnen vergiftigd, christelijke kinderen vermoord om hun bloed te gebruiken bij de bereiding van de matzes enzovoort. Het gevolg was dat er in het algemeen een negatief sentiment is gegroeid rondom Joden. Daarmee is een smaad op hun hoofden terechtgekomen.
Vandaag wordt IsraĆ«l, en daarmee feitelijk de Joden, beschuldigd van apartheid, onderdrukking, genocide, en het illegaal bezetten van andermans land. De oude Bijbelse gebieden Judea, Samaria en de historische stad Jeruzalem, zouden geen Joods erfgoed zijn, en dus illegaal bezet. Deze gebieden, van Hebron in het zuiden, tot de Golan en Hermon in het Noorden, worden door de Bijbelse profeten ook wel āde bergen van IsraĆ«lā genoemd. Joden die er wonen zouden er illegaal zijn. Dit is op vrijdag 19 juli weer eens bevestigd door het Internationaal Gerechtshof. Bizar dat de hoogste rechters van onze wereld voorbijgaan aan wat eerder is vastgelegd in de San Remo-conferentie (1920) en in de Oslo akkoorden (1993), als ook voorbijgaan aan de feitelijke geschiedenis.
Door de eeuwen heen hebben er altijd Joden in deze gebieden gewoond. Alleen in 1948 zijn ze vermoord of verdreven door het Jordaanse leger, en in 1967 heeft Israel deze gebieden weer terug veroverd. De profeet EzechiĆ«l spreekt over de situatie van Israel in zijn tijd, maar zijn profetieĆ«n hebben altijd een diepere lading die ook in onze tijd een nieuwe actualiteit krijgt. Heel treffend spreekt EzechiĆ«l over de woede van de Here God over het toe-eigenen van deze gebieden door heidense volken. God is boos, omdat de heidenvolken zeggen over de bergen van IsraĆ«l: āha ha, de hoogten zijn ons tot erfelijk bezit gewordenā (EzechiĆ«l 36: 2).
Als anderen dan het volk IsraĆ«l deze gebieden tot hun bezit verklaren, dan verklaart de Here God dat deze gebieden daarmee ātot een voorwerp van spot geworden zijnā (vers 4). Dat betekent dat deze gebieden āde smaad van de heidenvolken gedragen hebbenā (vers 6). Onze politieke leiders en rechters lijken zich opnieuw schuldig te maken aan het tot smaad en spot maken van Bijbelse gebieden die de Here God aan Zijn volk IsraĆ«l beloofd had.
Dit kan niet zonder gevolgen blijven: āVoorwaar, de heidenvolken die rondom u zijn, zullen zelf hun schande dragenā (vers 7). De schande die de wereld daarmee op IsraĆ«l legt wordt, komt dus eens als een boemerang terug op de eigen hoofden. De Here God geeft in deze tumultueuze tijd ook geweldige beloften aan Zijn volk IsraĆ«l. Hij belooft dat eens het volk IsraĆ«l daar weer zal wonen: āIk zal de mensen op u talrijk maken, heel het huis van IsraĆ«l, in zijn geheelā (vers 10). IsraĆ«l zal eens deze gebieden weer in bezit nemen. En tegen deze gebieden, de bergen van IsraĆ«l, zegt Hij: āu zult voor hen tot erfelijk bezit zijnā (vers 12). Veelzeggend dat EzechiĆ«l hier uitdrukkelijk de bergen zelf aanspreekt. De profeet Jesaja zegt zelfs dat God eens āde smaad van Zijn volk zal wegnemen van heel de aardeā (Jes. 25:8).
Indrukwekkende profetische uitspraken die de wereld vandaag ernstig ter harte zou moeten nemen.
Ds. Kees Kant is directeur van Christians for Israel International.
Praatmee