Het is een handicap om de Bijbel gezaghebbend te laten spreken
Jongeren hebben terecht of onterecht het idee dat je met de Bijbel alle kanten uit kunt. Wat we daar verder ook van vinden: het is een handicap om de Bijbel gezaghebbend in hun leven te laten spreken. Daarom geef ik vijf praktische aanbevelingen waardoor de Bijbel meer aan het woord komt.
Toen ikzelf als achttienjarige op de Evangelische Hogeschool zat, sloegen we elkaar in discussies om de oren met vragen als: āWaar staat dat?ā Als je kon aantonen waar je je argument aan ontleende, had je bij wijze van spreken de discussie gewonnen. Tegenwoordig werkt dat niet meer zo. Je moet er veel eerder rekening mee houden dat je te horen krijgt: āMaar je kunt de Bijbel ook anders lezen.ā Met een beroep op de Bijbel kom je nauwelijks verder.
Nu volgen praktische aanbevelingen die kunnen helpen om de Bijbel meer aan het woord te laten. Ze liggen misschien een beetje aan de oppervlakte, maar in afwachting van diepere inzichten kunnen we hiermee beginnen.
1. De Bijbel zelf toepassen
In de prediking Ć©n in de opvoeding kunnen we meer laten zien dat de Bijbel vraagt om dagelijkse bekering. Toegespitst op de opvoeding: als ouders nooit laten
zien dat ze hun leven veranderen door wat ze gelezen hebben in de Bijbel, kunnen we niet verwachten dat hun kinderen dat wel doen. Dat bedoel ik dan heel
concreet, dus dat ze bijvoorbeeld zeggen: āJongens, door wat ik vanmorgen in de Bijbel las, kom ik erachter dat ik te veel aan mijn geld hang. Daarom stel ik het kopen van een nieuwe auto uit.ā Of: āDe preek van vanmorgen kwam bij mij binnen. Ik wil God een grotere plaats in mijn leven gaan geven.ā
Dat kan dus ook gevolgen hebben voor de preken. Ik ken een paar predikanten die dit in praktijk brengen. Die eindigen elke preek met twee of drie uitdagingen. Niet als een nieuwe wet, maar om te laten zien: āWaar het in mijn preek over ging, is niet vrijblijvend. Ik geef een paar overwegingen mee om hierover door te denken en eventueel concreet mee aan de slag te gaan.ā
2. Vragen stellen Ć³ver de Bijbel
Te veel preken en te veel bijbelstudies bevatten vooral gedachten naar aanleiding van een bijbelgedeelte in plaats van over het bijbelgedeelte. Een klein concreet
voorbeeld. Er komt waarschijnlijk een nieuwe editie van de Jongerenbijbel bij de HSV. Men is erachter gekomen dat veel vragen lijden aan het euvel dat ik hier bedoel. Omdat ik meewerk aan deze herziening, kwam ik er onlangs nog een tegen. Het ging over Jesaja 63:1-6. De begeleidende tekst is daarbij: āTussen prachtige profetieĆ«n over verlossing en herstel staan ook profetieĆ«n over oordeel. Oordeel over mensen die weigeren te luisteren naar Gods roepen. In dit gedeelte gaat het over dat oordeel.ā De denkvraag die hierop volgt, is dan: āWat betekenen Gods oordelen voor jou?ā
Ik heb daarop, naar de redactie toe, gereageerd: āDe vraag is een vraag ānaar aanleiding vanā het bijbelgedeelte, hij stimuleert niet om het bijbelgedeelte zelf nog eens goed te lezen. Je kunt hem zelfs beantwoorden zonder het bijbelgedeelte te hebben gelezen, hij staat te los van de tekst. Beter is een vraag als: āErvan uitgaand dat het oordeel waarover dit gedeelte spreekt, rechtvaardig is, welk vers maakt dan op jou de meeste indruk?āā
Ik ben ervan overtuigd dat waar ik in bovenstaand voorbeeld op doel, funest is voor de omgang met de Bijbel. Er is een cultuur van praten naar aanleiding van de Bijbel zonder de Bijbel zelf te lezen. Ook veel preken gaan mank aan dit euvel. Zo helpen we jongeren niet om geĆÆnteresseerd te raken in de Bijbel. Waar ze behoefte aan hebben, zo blijkt op de Scholierenweekenden en de Kerstconferentie van de HGJB, zijn bijbelstudies die hen helpen nieuwe dingen te ontdekken in de Bijbel. Niet aan vage verhalen die ergens in de verte nog een link hebben met de Bijbel.
Herman van Wijngaarden is conceptontwikkelaar bij de HGJB en deelt meer handreikingen in De Waarheidsvriend. Verder lezen? Word abonnee! Maak gebruik van deze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor ā¬ 10,-!
Praatmee