Is het echt zo erg gesteld met jongeren?
Als je je oor te luisteren legt, dan hoor je nogal eens dat het niet zo goed gaat met onze jongeren. Op scholen lijkt het aantal ‘probleemgevallen’ toe te nemen en in christelijke gemeenten kan ook nog wel eens de schrik om het hart slaan als er naar de jeugd wordt gekeken. Maar is het echt zo erg gesteld met jongeren?
We kennen in onze omgeving waarschijnlijk – én hopelijk – ook genoeg jongeren met wie het heel goed gaat. Tieners die geen problemen hebben, het uitstekend doen op school en actief meedoen in de christelijke gemeente. Toch is er iets aan de hand.
Gezondheidsmonitor
Om een beeld te geven eerst enkele onderzoeksresultaten. Uit onderzoek dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) eind november 2023 publiceerde (als onderdeel van de Integrale Gezondheidsmonitor COVID-19), blijkt dat jongeren van 12 tot en met 25 jaar denken dat ze een belangrijk deel van hun leven hebben gemist. Ze misten bijvoorbeeld de musical van groep 8, de diploma-uitreiking of de start van hun studentenleven. Ook hebben ze het gevoel dat ze leerachterstanden hebben opgelopen; dit kan stress geven.
Verder geven jongeren aan dat het contact met vrienden tijdens de coronatijd is verwaterd en dat ze nog erg moeten wennen aan grote groepen. Ze vinden het lastig om met onbekenden te praten.
In het onderzoek geven de respondenten ook aan dat ze nog altijd mentale gevolgen ervaren, zoals blijvende negatieve gevoelens, smetvrees en angst voor nieuwe coronamaatregelen. Van de jongeren voelde 49 procent zich in de periode van het onderzoek (september; meetronde 9) enigszins tot sterk eenzaam. Dit zijn slechts enkele resultaten van het onderzoek. Meer informatie is hier te vinden.
Motivatie
Deze onderzoeksdata komen tot leven in gesprekken die ik voer met docenten in het voortgezet onderwijs en het hoger beroepsonderwijs. In hun dagelijkse omgang met leerlingen en studenten merken ze dat de psychische problematiek toeneemt. Een voorbeeld is dat ze merken dat meer leerlingen door psychische problemen fulltime thuis onderwijs volgen. Opvallend is ook dat docenten vinden dat sociale
vaardigheden afnemen. Leerlingen en studenten hebben bijvoorbeeld moeite om een vraag te stellen in de groep. Docenten moeten ook uitkijken om in de klas aan een student een vraag te stellen, want men kan zich dan onveilig voelen.
Veel leerlingen hebben moeite met plannen en structuur aanbrengen. Zelfstandig thuis huiswerk doen, komt onder druk te staan. Bovendien hebben ze steeds meer moeite om zich langere tijd te concentreren. De spanningsboog lijkt alsmaar korter te worden.
Docenten geven ook aan dat ze merken dat de (hoge)school in het leven van leerlingen en studenten steeds minder centraal staat. De motivatie voor school neemt af. De sportschool en bijbaantjes vragen meer en meer aandacht. En dat begint al vroeg op de middelbare school.
Bel-angst
Om deze ontwikkeling nu een-op-een te verbinden aan de coronapandemie gaat te ver. In het onderwijs werden ook vóór de pandemie deze ontwikkelingen al gesignaleerd, maar corona heeft deze versterkt.
Het ligt voor de hand om de link te leggen met wat er bekend is van de zogenoemde Generatie Z. Met deze generatie worden de jongeren tussen 8 en 23 jaar bedoeld, geboren in de periode van 2000 tot 2015, en daarmee volledig opgegroeid met internet en sociale media. Dit betekent bijvoorbeeld dat ze vergeleken met eerdere generaties meer binnen zitten en dat hun sociale leven zich voor een belangrijk deel online afspeelt. Internationale grenzen zijn er amper, want ze kunnen zich met iedereen overal ter wereld verbinden.
Overigens zijn de contacten via sociale media toch vaak anders dan echte ontmoetingen met anderen. Het gaat er vluchtiger, soms ook resultaatgerichter
en harder aan toe. De kwaliteit van het contact met anderen staat onder druk. Dit heeft gevoelens van eenzaamheid tot gevolg. Voor hen is het nog niet zo eenvoudig om echte ontmoetingen te organiseren. In het onderwijs wordt gemerkt dat het soms lastig voor hen is om contact te maken met mensen die ze niet kennen of dat ze niet goed weten hoe ze onderdeel van een groep kunnen worden. In het hoger onderwijs is bijvoorbeeld bel-angst een issue. Studenten appen liever dan dat ze even telefonisch contact leggen met bijvoorbeeld een mogelijke stageplaats.
A.W. van Vugt is directeur Zakelijke Opleidingen bij Christelijke Hogeschool Ede. Dit artikel verder lezen? Word abonnee van De Waarheidsvriend! Maak gebruik van deze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!
Praatmee