Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
“De kinderen die aan je toevertrouwd worden, mag je elke dag wat meegeven uit Gods Woord. Dat is het allermooiste wat er is”, vertelt Johan van Arnhem. Van Arnhem is inmiddels al meer dan 20 jaar leerkracht in het reformatorisch basisonderwijs en geniet met volle teugen van zijn werk, waarin geen dag hetzelfde is. De leerlingen iets meegeven uit Gods Woord en hen klaarstomen voor de toekomst, dat is wat het leraarschap voor hem inhoudt. Cvandaag sprak met de leraar over zijn motivatie om meester te worden, de toekomst van bijzonder onderwijs én de broodnodige aanwas van nieuwe leerkrachten.
Een aantal jaren werkte hij als directeur op een basisschool op Urk, maar toch keerde hij terug naar de Koning Willem-Alexanderschool in Staphorst, waar hij al sinds jaar en dag als meester in de bovenbouw werkt. Maar hoe kwam zijn motivatie om leraar te worden eigenlijk tot stand? “Ik ben geadopteerd en mijn adoptievader zat zelf ook in het onderwijs. Thuis krijg je dan de verhalen mee. Daarnaast had ik op school in groep vijf een meester die geweldig mooie Bijbel- en geschiedenisverhalen kon vertellen. Hij had ook een geschiedenisclub en een plantengroep, waar ik op de woensdagmiddag naar toe ging. Fantastisch vond ik het.”