Azhar werd christen: "Ik wist: Jezus is God en Jezus is mijn God!"

Deze week is het de Week van gebed voor mensen die Jezus nog niet kennen. Vijf organisaties roepen ons ertoe op voor hen te bidden. Vandaag gaat het over Azhar Feily. Ze kwam vanuit Iran naar Nederland. Haar verhaal met God begon tien jaar later. Nu organiseert ze samen met haar man internationale kerkdiensten. “Al die culturen verrijken elkaar.”
Toen Azhar in Nederland kwam, was haar grootste verrassing niet het wisselvallige weer of al die fietsende mensen, maar de enorme komkommers die ze in de winkels zag liggen. Ze belde meteen haar moeder, want dat had ze nog nooit gezien. Ze is gelukkig in Nederland, vertelt ze, want hier kreeg ze voor het eerst in haar leven een identiteit, of eigenlijk twee: het Nederlands staatsburgerschap en haar kind-van-God zijn.
“Toen ik hier kwam, deed ik wat alle moslimvrouwen doen die in een westers, christelijk land arriveren: ik zocht mijn identiteit in mijn geloof. Ik ging naar de moskee, deed mee aan het bidden en vasten, terwijl ik dat in Iran niet deed. Mijn familie was helemaal niet zo streng. Maar hier deed ik dat wel, uit angst en onzekerheid. Want ik had geleerd dat westerse mensen onrein en slecht zijn.”
“Ik had geleerd dat westerse mensen onrein en slecht zijn.”
Ondanks al dat bidden en vasten blijft Azhar zich zondig en bang voelen. Met een christelijke buurvrouw gaat ze mee naar de kerk. Ze leest verhalen van bekeerde moslims, krijgt haar eerste Bijbel en herkent daarin de verhalen uit de Koran. “Jezus is in de Bijbel een lieve man, die van zondaars houdt. Maar er waren twee dingen waar ik moeite mee bleef houden: het kruis en het feit dat Jezus Gods Zoon is. Dat is voor een moslim echt heel moeilijk te accepteren.”
Bidden om een rijbewijs
“Ik wilde heel graag mijn rijbewijs halen,” vertelt Azhar, “maar hoe ik ook bad tot Mohammed en andere profeten, ik zakte iedere keer. Vlak voor mijn zoveelste rijexamen bad ik tot God en toen hoorde ik een stem: ‘Wat jij vraagt, zal Ik je geven’. Ik haalde inderdaad mijn rijbewijs en vertelde het aan iedereen. Mijn moslimvrienden zeiden: God tot jou spreken? Dat kan niet, want jij bent een zondaar! Ja, antwoordde ik dan, maar God houdt van iedereen, ook van zondaars!”
‘Toevallig’ vraagt een christelijke vriendin of Azhar in haar plaats naar een christelijke Arabische conferentie wil gaan. Daar laat ze voor zich bidden. “Ik liep naar de spreker toe, want zijn preken hadden me erg geraakt. Maar ik voelde dat de man een grote kracht bij zich had en dat maakte me bang. Ik zei: Jij bent niet alleen, er is iemand bij jou. Kom maar, antwoordde hij: niet bang zijn. Hij bad voor mij in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Op dat moment voelde ik alles uit mijn hart gaan, heel mijn oude leven. Ik werd helemaal leeg en voelde me zo licht als een vlinder. Ik wist: Jezus is God en Jezus is mijn God!”
Niet bang meer
Ze citeert een Koerdische spreuk: “Met twee chefs gaat het eten fout: het wordt flauw of veel te zout. Dat betekent: je moet je eigen beslissingen nemen, zonder dat anderen zich ermee bemoeien. Dat heb ik gedaan. Ik was bang voor God, bang voor wat er na de dood zou komen, ik ging met hoofddoek naar de moskee, bad mee met de andere vrouwen, maar ik had geen vrede. Nu wel. Ik ben niet bang meer, niet voor God en niet voor mensen.”
In 2010, eveneens op een christelijke Arabische conferentie, leert Azhar haar huidige man kennen. Samen maken ze alweer heel wat jaren deel uit van het Internationaal Missionair Team van Gave en organiseren internationale kerkdiensten. Heel nadrukkelijk noemt ze dat geen ‘Arabische kerkdiensten’ of ‘kerkdiensten voor vluchtelingen’. “Onze kerkdiensten zijn voor iedereen. Niet alleen voor vluchtelingen, niet alleen voor mensen die Arabisch, Koerdisch of Farsi spreken. We ontvangen ook heel graag Nederlanders in onze diensten, of Engelsen, Turken, Marokkanen. Daarom wordt de ene zondag de preek in het Arabisch gehouden, met een Nederlandse vertaling en de andere zondag een Nederlandse preek met Arabische vertaling.”
De internationale kerk maakt onderdeel uit van de Hervormde gemeente en ze delen samen het kerkgebouw. “Die dienst begint om 10 uur en het valt mij op dat iedereen er dan ook echt is. Ik waardeer de gestructureerdheid van de Nederlanders heel erg. Daarom zeggen wij nu tegen de bezoekers van naar onze kerkdiensten dat we stipt om 14 uur beginnen. Want het is inderdaad belangrijk dat mensen de dienst van begin tot eind meemaken. Zo krijgen ze de groet van God én Zijn zegen mee.”
Grote schat
Azhar laat foto’s zien van haar werk in het azc. Daar doet ze Bijbelstudie met vrouwen gevolgd door een uurtje gezellig samen handwerken. “We houden ook weleens een sjoelwedstrijd. Hartstikke Hollands ja, maar zo’n leuk spel!”
Het Hollandse koele weer vindt ze fijn, “in Iran kan het ontzettend heet zijn” en ze is blij met de vrijheid die vrouwen hier krijgen. “Hier kan ik werken, zelfstandig naar afspraken gaan en autorijden. Fietsen kan ik ook maar daar heb ik nooit tijd voor.” Naast al haar drukke werkzaamheden vindt Azhar ook nog tijd voor haar vijf kinderen, van wie er nog vier thuis wonen.
Haar Iraanse gastvrijheid houdt ze in ere, maar Nederland heeft ze in haar hart gesloten: “Ik ben van Iraans-Koerdische afkomst, maar Iran heeft mij geen identiteit gegeven. Ik ben in Irak geboren maar zij zullen mij niet erkennen. Ik heb het gevoel dat ik bij Nederland hoor, omdat het mij een identiteit heeft gegeven waardoor ik echt mens kan zijn. Dit land laat mij voelen dat ik een waardevol persoon ben.
Ik houd van de wetten en orde in Nederland. Niet omdat ik hier woon, maar omdat er menselijkheid en liefde voor de samenleving is. Zeker, ook hier worden fouten gemaakt, maar ondanks dat hoor ik bij dit land.
Ik voel me een rijk persoon. Ik heb een grote schat en dat is de Iraakse, Iraanse èn Nederlandse cultuur.” Jongste zoon Daniël die even meeluistert, merkt op: “Jij hebt drie culturen gemengd, mam, met van allemaal het beste!” “Klopt,” zegt Azhar, “maar ik mis het feest van Norooz. Dat is het Koerdische nieuwjaar op 21 maart, het begin van de lente, het begin van het nieuwe leven. Voor mij is dat extra symbolisch, want na een lange winter van veel moeilijkheden, begon voor mij het nieuwe leven, hier in Nederland, met God en met de Nederlanders.”
Gebedspunten
- Dank God voor de kansen die Hij geeft om met Zijn liefde om te zien naar onze naasten.
- Veel vluchtelingen zijn moslim. Bid dat ze in Nederland in contact met christenen komen en Gods liefde zullen ontdekken.
- Moslims die Jezus leren kennen willen vaak getuigen van Gods liefde onder hun eigen volk. Bid voor moed en open deuren dat zo meer mensen Jezus leren kennen.
- Contact met vreemde culturen kan spannend zijn. Bid dat meer christenen groeien in liefde voor vluchtelingen en contact met hen zoeken.




































Praatmee