Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
23 jaar was ik. Net mijn studie journalistiek afgerond en ik mocht in opdracht van de EO samen met een team van de NOS naar het grensgebied van Tsjaad en Soedan. Er was daar een enorme hongersnood door langdurige droogte. Wat ik daar zag, hoorde en voelde, heeft de rest van mijn leven gemarkeerd. Terwijl ik letterlijk de dood om me heen zag en zelfs in mijn handen had, deed ik God een belofte. Het zou zo mooi zijn als nóg meer Nederlandse christenen helpen om die belofte te vervullen.
Nadat we met het vliegtuig in Ndjamena landden, werden we door een auto van het Rode Kruis naar het gebied gereden waar de situatie heel schrijnend was. Ik wist niet wat ik zag toen we daar aankwamen. Ieder detail kan ik me tot op de dag van vandaag voor de geest halen. Er stond een klein gebouwtje met een zinken dak. Rondom het gebouw heen lagen allemaal zakken. ‘Wat gek’, dacht ik nog. Toen we dichterbij kwamen, bleken het geen zakken te zijn maar mensen. En toen we vervolgens nog dichterbij kwamen, zag ik dat de meeste van die mensen niet meer bewogen. Ze waren gestorven. Uit pure wanhoop naar die post gekomen voor voedsel. De aanwezige zendeling had geholpen wat hij kon, maar op een gegeven moment was alles op.