Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Mijn vrouw Hetty heeft jarenlang lesgegeven over de profeten van het Oude Testament. Eens had ze een cursus afgerond waarin Jeremia en Amos centraal stonden, toen een student haar vroeg: ‘Maar wanneer gaan we het nou hebben over de profetieën?’ Deze man wilde horen wat de Bijbel zegt over ‘het einde der tijden’ en meende nog steeds dat dit de belangrijkste inhoud van de profetische boeken is. Een pijnlijk misverstand voor een goede docent als Hetty!
Wat zijn eigenlijk precies de profetische boeken in de Bijbel? Volgens de Joodse indeling van de Schrift zijn dat in de eerste plaats de zogenoemde Vroege Profeten: Jozua, Richteren (NBV Rechters), Samuel en Koningen. Israël ziet deze boeken als profetische boeken omdat de schrijvers niet zomaar historische feiten vertellen. Nee, zij schrijven de geschiedenis van Gods volk in een profetisch perspectief, dat wil zeggen vanuit de vraag wat de wil van God was en of de mensen zich daaraan hielden. De overige profetische boeken in het Oude Testament worden de Late Profeten of de Schriftprofeten genoemd; dit zijn de ‘grote’ profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiël en de twaalf ‘kleine’ profeten Hosea tot en met Maleachi. In het Nieuwe Testament is Openbaring een
profetisch boek.