Ik sprak met christenen die gemarteld waren in zeecontainers
Mijn reis naar de vervolgde christenen uit Eritrea en Ethiopië is ten einde gekomen en ook al ben ik lang en breed weer in Nederland aangekomen, ik ben nog niet helemaal geland. Eerlijk gezegd wil ik liever ook niet gelijk landen. Dat heeft een reden.
De geloofsblijdschap, óndanks de martelingen, de geloofszekerheid, óndanks bestaanszekerheid, de volharding óndanks zwakte, pijn en verdriet die ik heb ervaren in de levende kerk met een levende Christus heeft mijn hart vervuld en diep geraakt. De eenheid ondanks verschillende kerkelijke denominaties… de liefde van en tot de heilige en heerlijke God… het voelt alsof ik terug ben geweest in de kerk van het Nieuwe Testament. De Heere deed dagelijks toe tot de gemeenten die zalig worden… Ik hoorde verhalen over wonderen, dromen… Zoals je ze leest in het Nieuwe Testament.
Vraagtekens bij bekeringen waren niet op voorhand aanwezig, wel vreugde in God om Zijn werk verheerlijkt te zien in zondaarsharten. Op veel verschillende manieren heeft de Heere in harten gewerkt, we horen dit uit de verhalen. We ontmoeten blikken die in God verblijd zijn, verwonderd over Zijn werk op diverse manieren… Hoe rijk is God in zijn genadewerk (het kan toch niet zo zijn dat wij, onheilige mensen, de Heere willen voorschrijven hoe Hij de mens precies, volgens onze ‘godsdienstige’ maatstaven, moet bekeren). Het was zuiver, het was puur, oprecht, het was vol van de genade van de Heere Jezus.
Ik sprak met vrouwen die gemarteld waren in zeecontainers. ‘We ervoeren Gods genade als Hij gaf dat we ons bewustzijn verloren en de pijn niet meer hoefde te voelen.’ Een vrouw zat meer dan twintig jaar gevangen, ze bleef volhardend en standvastig, de bewakers werden hier ‘hels’ van. Ze werd gemarteld, in eenzame opsluiting opgesloten… ‘Ik heb de Heere zo dichtbij ervaren, ik voelde als het ware Zijn armen om me heen. Nergens heb ik meer pijn gevoeld maar ook nergens meer van Zijn aanwezigheid mogen ervaren. God is zo goed voor mij geweest.’
Bovenstaande vrouwen verbleven tegelijk met een andere Eritrese christen in de gevangenis. Later hoorde ik het volgende aangrijpende verhaal over deze vrouw. Ze was als een baken voor veel christenen en hield hen voor altijd te vertrouwen op de Heere. Ze bemoedigde medechristenen en vertelde het Evangelie aan andere gevangenen. Er was sprake van een geestelijke opwekking in de gevangenis en dit maakte van de bewakers duivels. Ze hield van hen en bad voor hen maar ze werd in de zeecontainer gegooid, alle luchtgaten werden afgesloten en de hitte werd ondragelijk. De zuurstof raakte op. Ze knielde neer op de gloeiende vloer van de metalen container en bad: 'Heere, als het Uw wil is zal ik nu sterven. Maar stikken is zo moeilijk en zwaar, geeft U mij alstublieft een beetje zuurstof.’ De zeecontainer stroomde vol met frisse lucht, de Heere was bij haar en ze mocht urenlang verkeren in Zijn gemeenschap. Toen de deuren van de container werden geopend, verwachtten de medegevangenen dat er een lijk naar buiten zou worden gesleept, maar de vrouw liep met opgeheven hoofd naar buiten, haar gezicht straalde als de zon.
Een dag later spreken we een groep predikanten van de Evangelische Alliance uit de regio Tigray waar in twee jaar tijd één miljoen mensen zijn afgeslacht, 120.000 vrouwen zijn verkracht en een enorme hongersnood is ontstaan. De kerk heeft het moeilijk, veel mensen overlijden door gebrek aan voedsel. De gezichten van de predikanten staan zorgelijk maar er straalt ook liefde en hoop uit hun ogen. ‘We zijn een project gestart, we proberen voedsel in te zamelen, daarmee gaan we één-op-één naar een ongelovige en delen met die persoon onze maaltijd. Dit doen we steeds tot er een vertrouwensband ontstaat en dan gaan we geestelijk voedsel uitreiken. God doet veel wonderen, er komen veel mensen tot geloof in Christus. De Heere gebruikt deze moeilijke tijd tot Zijn eer en glorie.’
Op zondag ben ik aanwezig bij een Eritrese dienst. Twee mannen worden ingezegend tot predikant. Ze weten wat vervolging is, ze weten wat het kost om de naam van Christus te belijden, hun ogen stralen, hun gezichten zijn vol liefde… belijden – lijden – verblijden… het koor zingt, instrumenten worden gebruikt, mensen huppelen… er klinkt een loflied uit een ondergrondse garage op tot God in de hemel. Halleluja, schallen de stemmen. ‘Halleluja, Amen! Amen!’ Ik kijk om en zie gezichten die vervuld zijn met vreugde in de Heere hun God. Ondanks… ondanks het gevaar voor hun leven!
Een predikant glimlacht als ik hem de vraag stel of hij bang is. ‘Bang? Waarvoor zou ik bang zijn? Het enige dat ze kunnen doen is me doden. Meer kunnen ze niet. Vrees veel meer die je ziel kan doden… God heeft mijn tijd bepaald en tot die tijd zal ik Zijn Naam verkondigen.’
‘s Avonds op mijn hotelkamer luister ik mee met een Nederlandse dienst. Ik vang de woorden op uit het gebed voor de gemeente. ‘Heere, breng bij elkaar wat bij elkaar hoort.’
De rest van het gebed hoor ik niet meer. Deze zin blijft bij me haken. Wordt er gebeden dat bijeengebracht zal worden wat wij vinden dat bij elkaar hoort…? Ik ben er bang voor. Ik vrees dat daardoor de verdeeldheid alleen nog maar meer zal toenemen.
Een week later ben ik weer in mijn vaderland, in de gemeente die ik liefheb. Ondanks dat mijn gedachten en mijn hart nog bij hen zijn, de broeders en zusters in de verdrukking, word ik hardhandig weer teruggezet in de realiteit van ‘christelijk’ Nederland als ik de kranten lees die bol staan over Bijbelvertalingen, Dordt en Hyperdordt… Ik lees en hoor hoe wij, kleine mensjes, precies denken te weten hoe God de mens moet bekeren. Ik huil in stilte.
Ik maak foto’s klaar voor presentaties over de vervolgde kerk op vrouwenverenigingen en jeugdverenigingen. Ik kijk naar het gezicht van de vrouw die zo gemarteld werd maar de Heere zo dichtbij mocht ervaren. In de ogen zie ik haar liefde tot de Heere, de zekerheid van het geloof… en met wat tegenzin selecteer ik met mijn cursor het beeld, de broek die ze draagt haal ik weg… want dat zou bij voorbaat al zoveel vraagtekens geven naar de oprechtheid van het geloof. Ze zou misschien wel onmiddellijk worden afgeschreven.
Dat de christenen daar geen druppel alcohol drinken omdat dit in hun opinie niet samen kan gaan met het dienen van de Heere, (word vervuld met de Geest en niet met wijn) dat zie je niet in een foto. Je ziet hun littekens niet omwille van Zijn Naam…
Ik verlang terug… terug naar de levende kerk. Terug naar de eenheid in Hem waar verschillen wegvallen en Hij alleen overblijft. Ik verlang terug naar de kerk die zich in blijdschap mag verlustigen in de Heere hun God omdat Hij de Zaligmaker van zondaren is. Ik verlang terug naar iets dat ik heb ervaren bij de vervolgde broeders en zusters maar nauwelijks tot niet zie in ons kerkelijk verdeelde land. Misschien dat er eerst vervolging nodig is om onze kerk te louteren…? Om elkaar te zien in Hém?
Heere, breng bij elkaar dat bij elkaar hoort, vanuit Úw perspectief. Als het moet, door vervolgingen heen, om de eer van Uw Naam.
Monica Nieuwenhuijse is bestuurslid van SDOK. Lees ook het recente Cvandaag-interview: SDOK-bestuurslid sprak Eritrese christenen die elke dag gemarteld werden: "Wat zou ik doen?"
Praatmee