Dr. Van den Brink maakt van reformatorische opvatting een karikatuur
Dr. G. A. van den Brink keert zich tegen de min of meer gesystematiseerde visie op de heilsweg die hij breed in de gereformeerde gezindte meent aan te treffen. Daar zou volgens hem het rationalisme of de verstandelijke doordenking en ordening theologisch wanorde hebben gebracht. Met zijn bedenkingen is op zich niks mis, ware het niet dat hij in dezelfde fout valt als waar hij de bedenkers van het verdachte verschijnsel van beticht. Jawel, een exclusief rationele of verstandelijke doordenking. Ik mis bij hem in hoge mate een spirituele doordenking van de orde van het heil en de dienovereenkomstige toepassing (applicatio salutis).
Van den Brink stelt: “Wij moeten geloven wat God zegt, omdat God geloofwaardig is”. Ik zit te kijken naar dat woordje ‘moeten’, want dat vertrouw ik niet. Komt daar wetmatigheid of methodisme om de hoek kijken? Want hoe weet hij dit, dat God geloofwaardig is? Bij God vandaan of via een louter verstandelijke kennis? Bij dit laatste haak ik wezenlijk af. Is hier toch sprake van wetticisme, dat hij zelf wil bestrijden? Het zou zo maar kunnen.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee