Is Asjera het vrouwelijke element van God dat uit het geloof is 'verbannen'?
Ineens stonden de kranten vol met artikelen over de godin Asjera, die hierdoor overwacht springlevend is geworden. Wie is die Asjera? En is zij inderdaad het vrouwelijke element van God dat uit het geloof van Israël is 'verbannen'?
Beeldenstorm in Maarssen
De tentoonstelling ‘EXODUS: Hedendaagse kunst, urgente verhalen’ zou nog twee dagen lopen, toen er een keurige, wat oudere bezoekster opdook in de voormalige priorij Emmaus van klooster Doornburgh in Maarssen. Als een ware beeldenstormster sloeg zij vervolgens de Asjera-beeldjes uit de tentoonstelling kort en klein. Godslastering, vond ze. De beeldjes waren onderdeel van de kunstuiting ‘Asjera’s terugkeer’ van Marieke Ploeg. Ik bezocht de tentoonstelling de dag daarna, op de laatste dag, in een zonovergoten Maarssen, het dorp van mijn jeugd. De Asjera-beeldjes lagen schots en scheef door elkaar, losse hoofdjes en lijfjes, brokken gebakken klei en gruis.
Het vrouwelijke godsbeeld
Ik moest denken aan Banksy door de shredder, en Ploeg vertelde dat ze eerst wel kon huilen. Stel je voor: je creatieve werk kapotgeslagen. Later besefte ze dat die verwoeste beeldjes het kunstwerk eigenlijk nog meer kracht gaven. Ook dat hoort bij het vrouwelijke godsbeeld: het moet het telkens weer ontgelden. Carolien Croon, directeur van het Bijbels Museum en organisator van de tentoonstelling vertelde dat er ook heel andere reacties waren, mensen die juist ontroerd waren van deze verzameling beeldjes. Op de laatste twee dagen mochten bezoekers een beeldje mee naar huis nemen, mits ze het in huis een plekje zouden geven en een foto ervan naar de maakster zouden sturen.
Ontroering
Voor mij liep een groepje van zes theologes, die allemaal een beeldje voor thuis meenamen; zorgvuldig werd er gekozen en een beeldje in een bruin papieren zakje gedaan. Op mijn vraag of het vrouwelijke element niet ook voor mannen ontroerend en zacht kon zijn, vertelde Marieke Ploeg mij over een man die graag een beeldje voor zijn zoon wilde meenemen. Vreemd genoeg kon ik de ontroering wel begrijpen. Het aardewerk in zijn kleurschakering van aardetinten, zachtgeel, roze, roodbruin, grijs en deels zwart(geblakerd), streelde op de een of andere manier het oog. Vermoedelijk werd de ontroering versterkt door de uitleg bij het kunstwerk: de naakte vrouwenbeeldjes zouden het vrouwelijke element in God verbeelden, dat door de patriarchale cultuur in het oude Israël uit het geheugen was gewist.
Dat laatste betwist ik als bijbelonderzoeker, maar het zou niet eerlijk zijn om de bevreemdende schoonheid van al die met de hand gevormde aardewerkfiguurtjes niet ook te benoemen. Wie niet op de tentoonstelling geweest is, heeft de andere kant van het verhaal gemist. Die laatste dag op de tentoonstelling maakte ik nieuwe geschiedenis van Asjera mee.
De vrijheid van de beeldend kunstenaar
Dat er zelfs een bezoekster speciaal was gekomen om vanuit haar geloof in de ene God de beeldjes te vernietigen, laat wel zien hoe echt de beeldjes overkwamen, ook al was het als kunst-uiting bedoeld. De beeldjes zijn klompjes klei die in een mal geperst zijn en bij hoge hitte gebakken. Maakt dat klei tot een godin? De bezoekers waren vrij om hun eigen invulling aan de beeldjes te geven. Wie wilde, mocht een beeldje meenemen naar huis, maar het was echt niet de bedoeling van de kunstenares dat mensen nu en masse op de knieën zouden gaan voor Asjera. Wel wilde ze via dit kunstwerk de discussie aangaan, en dat was haar goed gelukt.
Had de kunstenares dit niet mogen doen? Dan komen we op het punt van de vrijheid van de beeldend kunstenaar. De rol van kunst is om mensen zo nu en dan op het verkeerde been te zetten, en een andere blik op iets te geven. Als een kunstenaar de Bijbel als bron voor kunst wil gebruiken is zij daar vrij in. Ook in de literatuur wordt vaak gebruik gemaakt van bijbelse motieven, en worden Bijbel en geloof vaak scheef getrokken. Dat helpt de gelovige dan weer om het eigene van de bijbelse boodschap scherper te krijgen. Waar ben je het mee eens? Waar doet de kunst pijn?
Kunst en bijbelwetenschap
Het gaat een beetje mis wanneer in de kunst claims over de wetenschap worden gedaan. Op de tentoonstelling stond te lezen dat de Asjera-beeldjes gebaseerd waren op beeldjes gevonden in Jeruzalem, die de godin Asjera zouden voorstellen. Het klopt dat er veel van zulke beeldjes zijn gevonden in gewone huizen in Jeruzalem. Maar dat ze Asjera voorstellen, en dat door het verdwijnen van de beeldjes ook het vrouwelijke in God is verdwenen, is net even te kort door de bocht. Het beeld van God is zowel mannelijk als vrouwelijk, zegt Genesis 1:27 al.
Van de in Jeruzalem gevonden vrouwenbeeldjes zeggen de meeste bijbelonderzoekers en archeologen tegenwoordig dat we over de betekenis ervan in het duister tasten. Er zitten geen naamkaartjes bij. Bij sommige van de beeldjes zijn ook kleine potjes en pannetjes gevonden, en een minuscuul bedje. Was het speelgoed? Of: waren het voorouderbeeldjes, zoals wij foto's van dierbaren ergens in een hoekje in huis hebben staan? Misschien ter herinnering aan een jonge moeder die bij een bevalling was gestorven? Was het een amulet om een moeder te beschermen tijdens de zwangerschap?
Dat het de godin Asjera zou zijn, is ook wat dubieus, omdat zij omstreeks 1200 voor Christus bij de Kanaänieten al had afgedaan, zowel in de teksten als in de beeldencultuur, terwijl de beeldjes in Jeruzalem gedateerd worden tussen de achtste en zesde eeuw voor Christus. Bovendien werd Asjera buiten Israël vermoedelijk alleen nog als een oude vrouw afgebeeld, van top tot teen gehuld in een enkellange jurk. Zoals ook haar echtgenoot El een oude man was geworden, die zelfs door zijn dochter geterroriseerd werd. Als de beeldjes al een godin moesten voorstellen, dan was het eerder nog Anat of Astarte, maar die komen amper in de Bijbel voor en zijn ook niet uit de archeologie van die tijd bekend.
Het woord Asjera komt wel voor in de Bijbel, maar in vrijwel alle teksten gaat het dan over een soort paal of pilaar, en bovendien gaat het meestal over de Asjera, wat niet doet denken aan het beeld van een godin. Een aantal keren wordt Asjera genoemd, maar dan als vrouw van de god Baäl (Rechters 3:7; 1 Koningen 18:19; 2 Koningen 23:4). Maar dat klopt weer niet, want Asjera was de vrouw van de heidense god El, niet van Baäl.
Monotheïsme en bijbelse godsbeelden
Een lastig misverstand vormt de uitleg van het woord monotheïsme. Veel bijbellezers denken dat het woord monotheïsme betekent dat er maar één God is. Natuurlijk is dat de betekenis van het woord, maar daarmee is pas de helft gezegd. Voor mijn proefschrift deed ik ooit onderzoek naar de beeldspraak die er voor de vele goden in het heidense Kanaän werd gebruikt en vergeleek die met de beeldspraak voor God in het Oude Testament. Daaruit bleek dat de helft van de ‛heidense’ beeldspraak ook in het Oude Testament voorkwam, zoals Koning, Herder, Vader, Genezer/Heler, maar ook Vrouw, Moeder. Dat is niet zo vreemd, want de talen van Kanaän en Israël lijken als twee druppels water op elkaar, zoals Vlaams en Nederlands. De vraag is dan natuurlijk: wordt die beeldspraak op dezelfde manier gebruikt in de Bijbel? Daarin ligt het grote verschil.
In het oude Kanaän had elke god een specifieke eigenschap, maar de ene God van Israël verenigt alle denkbare eigenschappen en karaktertrekken in zich. Waar in het heidense Kanaän de god El leven en vruchtbaarheid geeft en de god van de Dood mensen doet sterven, is het in de Bijbel de ene God die zowel het leven geeft als ook de dood (Deuteronomium 32:39). Waar in het heidense Kanaän de demon Reshef mensen ziek maakt, en de god Baäl geneest, is het in Israël de ene God die zowel ziekte brengt als genezing (Deuteronomium 32:39; zie ook Hosea 11:3).
Het geheel nieuwe in de Bijbel is dat de gelovige mens zich niet hoeft af te vragen welke god verantwoordelijk is voor wat hun aan vreugde en verdriet overkomt, maar dat het altijd de ene God is, die zowel het goede als het kwade geeft. Dat betekent ook dat er maar één adres is voor de gelovige: de ene God. Tegelijk levert dit monotheïsme ook een groot probleem op: namelijk dat zowel goed als kwaad met de ene God te maken hebben (niet met andere boze machten). En dat is waar veel gelovigen mee worstelen.
Toch, wie in de gaten heeft dat de ene God duizenden verschillende aspecten in zich verenigt, zal zien dat God daarmee veelzijdig en veelkleurig is, zoals een prachtig geslepen diamant. Telkens licht er een facet van de diamant op. Nu eens is God als een beschermende vader, dan weer als een adelaar die zijn jongen beschermt. Nu eens wordt God ervaren als toornende God, dan weer als barmhartige en genadige God. Nu eens licht het beeld op van God als herder, of als Schepper van het heelal, dan weer als moeder (zie bijvoorbeeld Jesaja 49:15, maar zie ook de retorische vraag van Mozes in Numeri 11:12, waar Mozes in beeldspraak aangeeft dat God zwanger is geweest van het volk en het gebaard heeft, zie hier ook de blogs de Baarmoeder van God en De gender-identiteit van God).
Het mooie van die vele facetten van God is dat ze laten zien dat God geen mens is, maar dat wij nu eenmaal geen andere taal ter beschikking hebben om God te beschrijven. Nu eens spreken we menselijk over God, dan weer in termen van de natuur. God kan beschreven zijn als een verterend vuur, als een koele bries, als rijdend over de wolken, als een rots en als vogel of een engel die beschermend de vleugels om ons heenslaat. De Bijbel beschrijft God in grootse beeldspraak die ons als mensen verre overstijgt.
JHWH en zijn Asjera?
Maar zijn er dan geen teksten die spreken over JHWH en zijn Asjera? Niet in de Bijbel, maar wel in een handvol teksten die JHWH en Asjera verbindt, gevonden op een kruispunt van handelswegen (Kuntillet `Ajrud). Het gaat om tekstjes op potscherven, waar ook anderen nog wat overheen gekrabbeld hebben. Het laat zien dat er wel eens iemand geweest is die JHWH heeft verbonden met Asjera, maar niemand weet hoe serieus het was bedoeld. Er zijn geen teksten of archeologisch materiaal die laten zien dat de godin Asjera een belangrijke rol speelde in Israël.
Persoonsnamen als geloofsbelijdenissen
Vaak wordt vergeten dat ook persoonsnamen inzicht bieden in het geloof van mensen in bijbelse tijden. Persoonsnamen waren toen bijna altijd een soort korte geloofsbelijdenis. Zoals Daniël, ‘God is rechter’, Elimelech, ‘Mijn God is koning’, Obadja, ‘Dienaar van JHWH’. Ze geven aan in welke god de ouders geloofden. Buiten Israël ziet men in de persoonsnamen namen van heel veel goden en godinnen terug. In het oude Israël valt op dat ouders hun kinderen vrijwel alleen maar namen gaven met El (‘God’) of Jah (JHWH) erin. Als Asjera echt lange tijd vereerd zou zijn, zou ze zeker ook in persoonsnamen voorkomen.
Veelkleurig beeld van God
De Bijbel spreekt eenduidig over de God van Israël als de Ene, die vele aspecten in zich verenigt. Een van die aspecten is dus ook het vrouwelijke in God. Als beeldend kunstenaar Marieke Ploeg aangeeft dat het laten verdwijnen van Asjera uit Israël geleid heeft tot een mannelijk beeld van God, dan zegt dat eigenlijk meer over moderne uitleggers dan over de Bijbel. Blijkbaar vergeten veel voorgangers en exegeten dat moederlijke en vrouwelijke aspect van God te benoemen en laten ze slechts een paar facetten van de diamant aan de orde komen in kerkdiensten, preken, catechisatie, en publicaties.
Het is dan ook te waarderen dat er ook voorgangers zijn die in hun preken, gebeden en zegenbeden het vrouwelijke in God durven te noemen, door soms heel subtiel God zowel als 'hij' en als 'zij' aan te duiden, en het moederlijke in God aan te roepen. In deze harde en crisisvolle tijd hebben we dat misschien wel des te meer nodig. Dan kan een beeldend kunstenaar helpen om vastgeroeste beelden opnieuw te bekijken en de veelzijdigheid in het bijbelse Godsbeeld weer opnieuw te zien, en op een nieuwe manier over de ene God te denken, te spreken, en tot de ene God te bidden.
Marjo C.A. Korpel is Universitair Hoofddocent Oude Testament. Bovenstaand artikel verscheen op de site van de PThU en is met toestemming van de auteur overgenomen door Cvandaag.
Praatmee