Gereformeerde Gemeente in Nederland: Doop door vrouw is niet geldig

Wanneer iemand door een vrouwelijke predikant is gedoopt, wordt deze doop door de Gereformeerde Gemeente in Nederland niet erkend. Dat is volgens het Reformatorisch Dagblad het standpunt van de synode van die kerk. Prof. dr. Arnold Huijgen is kritisch: ‘Met dit besluit plaatst de GGiN zich buiten de gereformeerde traditie en de kerk van overal en altijd.’
In het synoderapport worden volgens de krant drie voorwaarden genoemd waaraan een geldige doop moet voldoen. Een van die voorwaarden is dat degene die de doop uitvoert een in het kerkverband erkende ambtsdrager moet zijn. Dat betekent onder meer dat de Gereformeerde Gemeente in Nederland een doop niet als geldig erkent als een vrouwelijke predikant of evangelist gedoopt heeft. Maar dat lijkt ook te gelden voor bijvoorbeeld evangelische voorgangers, die niet als ambtsdrager erkend worden in het kerkverband.
Op de doop door een vrouw gaat de synode specifiek in. Men stelt dat een doop die door een vrouwelijke predikant is bediend, niet als wettig kan worden gezien. Tegelijkertijd wil men terughoudend zijn met het opnieuw dopen van deze personen, omdat men zich ‘niet schuldig’ wil maken aan de dwaling van de wederdopers. Overigens betekent dit niet dat kerkenraden binnen het kerkverband bij een nieuw lid actief moeten gaan uitzoeken door wie deze gedoopt is. “We gaan niet op heksenjacht”, stelt een ouderling volgens het Reformatorisch Dagblad.
Het gaat hierbij concreet om mensen die overkomen uit een ander kerkverband waar ze eerder zijn gedoopt door een vrouwelijke predikant. Hoogleraar en predikant prof. dr. Arnold Huijgen reageert kritisch op de synodeuitspraak van het kerkverband: ‘Met dit besluit plaatst de GGiN zich buiten de gereformeerde traditie en de kerk van overal en altijd. Dooperkenning is een groot oecumenisch goed. Het gaat om een wettige bedienaar volgens de regels van het andere kerkverband, vrouw of priester: maakt niet uit’, schrijft hij op X, voorheen Twitter.
De andere twee voorwaarden voor een geldige doop zijn overigens dat de doop plaats moeten hebben gevonden in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest én dat het geen nooddoop mag zijn.
Praatmee