Onderwijsminister: Niet wenselijk hoe christelijke scholen zich uitdrukken over huwelijk en seksualiteit
Onderwijsminister Dennis Wiersma heeft zijn zorgen kenbaar gemaakt over scholen die nog steeds gebruik maken van een identiteitsverklaring. In antwoord op Kamervragen van PvdA, GroenLinks en SP schrijft de minister het niet wenselijk te vinden hoe refoscholen zich uitdrukken over huwelijk en seksualiteit. Daarbij wordt specifiek gewezen naar het Gomarus College in het noorden van het land.
Kamervragen over verkeerde school
De politieke partijen stelden de vragen vorig jaar zomer al naar aanleiding van een uitzending van KRO-NCRV Pointer over ‘religieuze strijd tegen homoseksualiteit’. Ze verwijzen in hun vragen naar een identiteitsdocument van het Gomarus College dat vestigingen heeft in Groningen, Assen, Drachten en Leeuwarden. De vragenstellers, Habtamu de Hoop (PvdA), Lisa Westerveld (GroenLinks) en Peter Kwint (SP), lijken daarbij te denken dat het om dezelfde scholengemeenschap gaat als het Gomarus College dat vestigingen in Gorinchem en Zaltbomel heeft, maar dit zijn twee verschillende scholengemeenschappen. Het ene is een reformatorische scholengemeenschap, het andere een gereformeerde.
Ze citeren een gedeelte uit de identiteitsverklaring van de noordelijke scholen en vragen zich af of dat in overeenstemming is met de eerdere uitspraak van de Onderwijsinspectie dat het Gomarus Scholengemeenschap nu veilig is: ‘Omdat we beseffen dat ons veel vergeven is en moet worden, willen we aan de ene kant mild zijn tegenover leerlingen/studenten en collega’s. Tegelijk brengt de realiteit van het kwaad ons ertoe grenzen te stellen en tegen te gaan wat verkeerd is. (..) In een klimaat waarin geleefd wordt uit genadebesef, wordt kwaad kwaad genoemd en is altijd plaats voor vergeving. Deze houding verwachten wij van iedereen in de gemeenschap van onze scholen’, luidt het geciteerde gedeelte.
Opvallend is dat wie de gehele identiteitsverklaring van de bewuste scholengemeenschap leest, tot de conclusie komt dat de school in het geciteerde gedeelte met 'het kwaad' heel nadrukkelijk niet de seksuele oriëntatie van jongeren bedoelt. Sterker nog: een woordvoerder van de school laat aan de Leeuwarder Courant weten dat het gedeelt eover zonden gaat: "Iedereen is zondig. Maar homoseksualiteit zien wij niet als zonde. We leggen onze christelijke drijfveren uit, maar het is niet de bedoeling dat het op deze manier wordt geinterpreteerd."
Toch koppelen de vragenstellers het gedeelte over 'kwaad' aan seksualiteit en ook de minister gaat daarin mee. De partijen vinden dat homoseksualiteit niet mag worden afgewezen of als fout mag worden betiteld op scholen omdat er daardoor geen sprake is van een gelijke behandeling. Hoewel de vragenstellers dus twee scholengemeenschappen door elkaar halen en een verkeerde conclusie uit een citaat trekken, gaat de minister wel in op de inhoud van hun vragen. Daarbij laat hij blijken op de hoogte te zijn van het feit dat er twee scholen door elkaar gehaald worden. Maar de foute interpretatie van de identiteitsverklaring lijkt hij niet te zien.
‘Het klopt dat deze school (Gomarus College) vraagt om ondertekening van een identiteitsverklaring’, aldus Wiersma. ‘Dat is nu niet wettelijk verboden. Daarnaast staat het scholen vrij om, naast objectief informeren over de Nederlandse samenleving, normen, waarden en regels, een specifieke visie te geven op bijvoorbeeld het huwelijk.’
Afkeuring
Vervolgens laat de onderwijsminister echter toch zijn afkeuring blijken over het beleid van de reformatorische school: ‘Ik vind het niet wenselijk dat scholen zich op deze wijze uitdrukken en toelating voorwaardelijk maken op het ondertekenen van zo’n verklaring. Hier schuren het recht op vrije meningsuiting en het recht op onderwijsvrijheid met het recht op gelijke behandeling.’
Wiersma: ‘Of een gemeenschap een specifieke overtuiging heeft is op zich niet relevant. Het gaat erom dat scholen verplicht zijn om te zorgen voor de sociale veiligheid van leerlingen en medewerkers, en daarnaast vorm moeten geven aan burgerschapsonderwijs waarin de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, waaronder gelijkwaardigheid en tolerantie, centraal staan. Belangrijker nog, ook de schoolcultuur moet in overeenstemming zijn met de basiswaarden. Daar ziet de Inspectie op toe.’
Huwelijk tussen één man en één vrouw
De minister reageert desgevraagd op een gedeelte uit een gezamenlijke verklaring van reformatorische scholen, al noemen de vragenstellers het zelf gereformeerde scholen. Daarin staat dat seksualiteit thuishoort in een relatie tussen één man en één vrouw. ‘Iedere leerling in Nederland heeft recht op vrij en veilig onderwijs’, reageert de minister. ‘Scholen moeten daar dus te allen tijde voor zorgen. Tegelijkertijd staat het scholen vrij om eigen opvattingen te hebben, ook over huwelijk, relaties en seksualiteit, zolang dat niet indruist tegen de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Die staat voor mij voorop. Leerlingen moeten zich te allen tijde veilig en geaccepteerd weten. Daar waar dit niet het geval is, zal de Inspectie ingrijpen.’
Ook dit gedeelte lijkt Wiersma echter af te wijzen: ‘Ik heb al aangegeven dat ik het niet wenselijk vind dat scholen zich op deze wijze uitdrukken en toelating voorwaardelijk maken op het ondertekenen van zo’n verklaring’, schrijft hij namelijk direct daarna.
Verbieden identiteitsverklaringen
Tot slot vroegen de politieke partijen zich af of hoe het kan dat identiteitsverklaringen nog niet verboden zijn, terwijl daar twee jaar geleden een motie over werd aangenomen. ‘De wijze waarop een school zijn identiteit uitdraagt mag nooit een inbreuk vormen op de basiswaarden van onze democratische rechtsstaat, waaronder het recht van kinderen zich vrij te voelen om zich te uiten, te kunnen zijn wie ze willen en een relatie te mogen hebben met degene van wie zij houden’, reageert de minister. ‘Leerlingen moeten zich te allen tijde veilig en geaccepteerd weten. Het afwijzen of veroordelen van leerlingen op basis van seksuele gerichtheid, genderidentiteit, genderexpressie of geslachtskenmerken (en het daarnaar leven) is wat mij betreft onacceptabel. Ook in identiteitsverklaringen is daarvoor geen ruimte.’
‘Indien een school een verklaring gebruikt waarin leerlingen expliciet worden afgewezen zal de Inspectie direct ingrijpen en er door middel van een herstelopdracht en indien nodig bij het uitblijven van herstel door middel van sancties voor zorgen dat de school de identiteitsverklaring met dergelijke passages niet meer gebruikt.’
De onderwijsminister besluit de antwoorden met de mededeling dat hij aan het onderzoeken is op welke manier (bepaalde vormen van) identiteitsverklaringen verboden kunnen worden. Daarover komt later dit jaar meer duidelijkheid.
Praatmee