Israël ging door een ellendige tijd (maar Gods ontferming is ongeëvenaard)

‘Volk van Israël, jullie ellende zal spoedig voorbij zijn. De dagen van de wereldmacht Babel zijn geteld’ - Jesaja 14:1. Dat was de boodschap van de profeet Jesaja, die hij namens God mocht brengen. Het volk Israël zal vrijkomen. De ballingschap zal spoedig voorbij zijn. De Israëlieten mogen eindelijk terug naar hun eigen land.
Wat een ellendige tijd hadden zij daar in Babel gehad. Ze hadden het aan zichzelf te wijten. Vele profeten hadden de Israëlieten gewaarschuwd om terug te keren tot God. Maar ze hadden niet willen luisteren. Met alle ellendige gevolgen van dien.
Steden en dorpen waren verwoest. De Israëlieten waren in grote groepen gedeporteerd. Al vele jaren verbleven ze nu in Babel. In een vreemd en heidens land. Honderden kilometers van huis. Hun hoofdstad Jeruzalem was verwoest. Bovendien was de meest heilige plek, het tempelcomplex, de plek waar God wilde wonen, door de heidenen ontheiligd. Van Gods huis was niets meer over.
Het is iemand helpen zonder redenen.
Wat nu?
Toch naar huis?
Wat was er gebeurd?
‘De HEER zal zich over Jakob ontfermen!’ luidde de boodschap van Jesaja.
Ontfermen, wat is dat? Waar staat dat voor? Voor genoegdoening, die wellicht betaald zou zijn? Offers, die waren gebracht? Boosheid, die gelukkig over was?
Ken je het verhaal van de barmhartige Samaritaan? Hij zag een zwaargewonde man liggen en ontfermde zich over hem. Hij kende hem niet. Het was ook geen landgenoot van hem. Maar toch...
Ontferming heeft niet zozeer te maken met je verstand, maar veel meer met je hart.
Het is iemand helpen zonder redenen.
God zal Zijn volk helpen, zonder opgaaf van redenen.
‘God heeft redenen uit zichzelf genomen’, zeiden ze vroeger. God luistert wat Zijn eigen hart Hem ingeeft. In het diepst van Zijn hart wil God namelijk niet dat er ook maar iemand verloren gaat.
God luistert naar Zijn eigen hart.
Daarom was Zijn boosheid voorbij.
Daarom kwam Hij in beweging.
Om te laten zien dat Hij een God van genade is.
Ook voor Zijn volk Israël, dat het totaal niet had verdiend.
God ziet de zonden van Zijn volk niet door de vingers. Israël wordt met de naam Jakob aangesproken en dat spreekt boekdelen. Hij strijkt ook niet met Zijn hand over Zijn hart. Nee, Hij luistert naar Zijn hart.
Zo was Hij toen.
Zo is Hij ook nu.
PS: Ik heb vroeger liedjes gezongen met woorden, die ik niet begreep.
We zongen het uit volle borst: ‘dat heet gadeloze ontferming’. Ik dacht dan aan genade. Maar Gods ontferming is gadeloos. Ongeëvenaard. Niet te begrijpen. Weergaloos!
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee