Prof. dr. Wim Verboom (82) overleden
Op maandag 7 juli 2025 is prof. dr. Wim Verboom op 82-jarige leeftijd overleden. Met zijn heengaan verliest de kerk in Nederland een theoloog die decennialang stem gaf aan het hart van de gereformeerde traditie: de troost van het evangelie in de Heidelbergse Catechismus en het verbond van Gods genade. Hij werd zowel geprezen als bekritiseerd, maar bleef tot het einde toe met verwondering spreken over de trouw van de Heere. “We leven onder de avondzon van Gods genade”, zei hij nog onlangs.
Theoloog met pastoraal hart
Verboom begon zijn predikantschap in 1968 in het dorp Benschop, een gemeente waar hij eind 2024 - bijna zestig jaar later - ook zijn laatste preek hield. “Hij Die u roept, is getrouw. Hij zal het ook doen”, klonk het uit 1 Thessalonicenzen 5:24. Die tekst typeert zijn leven en werk: trouw aan zijn roeping, in het besef dat het Gods werk is.
Verboom stond bekend als iemand die het theologische werk nooit los zag van het pastoraat. Zijn hart klopte niet alleen voor de kerkbanken, maar ook voor de preekstoel. De pastorie was voor hem geen toevallig onderkomen, maar een thuis waar theologie en gemeente elkaar vonden. “Je wás je preek, het was je identiteit”, gaf hij eens toe via het Reformatorisch Dagblad. Zelfs na zijn emeritaat bleef hij actief in zijn gemeente in Harderwijk, leidde bijbelkringen en bezocht ouderen – “die vaak net zo oud zijn als ikzelf.”
Verbondstheoloog in een tijd van individualisme
Verbooms theologische werk draaide om één centraal thema: het verbond. Vanuit de overtuiging dat God de eerste stap zet in de relatie met mensen, benadrukte hij het belang van gemeenschap, verbondenheid en de doop als teken van Gods trouw. “Waar de herder van het verbond verdwijnt, klimt de wolf van de ontbinding de schaapskooi van de kerk binnen”, waarschuwde hij.
Voor Verboom betekende het verbond dat gelovigen niet los zand zijn, maar bij elkaar horen - ook als ze elkaar soms moeilijk vinden. Juist in een tijd van toenemend individualisme zag hij de noodzaak om de eenheid van Gods volk te bewaren. Niet op basis van gelijkgezindheid, maar op basis van gelijk bemind-zijn in Christus. “De kerk is je moeder. Moeder is ziek, zeker. Maar wie gaat er nu bij zijn zieke moeder weg?”
Wetenschapper met een bevindelijk hart
Naast zijn pastorale werk bekleedde Verboom ook academische functies. Hij was docent aan het Hervormd Theologisch Instituut en van 2001 tot 2006 bijzonder hoogleraar in Leiden namens de Gereformeerde Bond. Zijn proefschrift over de catechese in de Reformatie legde de basis voor tal van publicaties, waaronder De theologie van de Heidelbergse Catechismus, Kostbaar belijden en De belijdenis van een gebroken kerk.
Zijn wetenschappelijk werk was stevig verankerd in de kerkelijke praktijk. Hij schreef preekschetsen, sprak op studentenweken en leidde talloze jonge predikanten op. Daarbij gold voor hem het adagium van Gisbertus Voetius: vroomheid en wetenschap zijn geen tegenpolen, maar horen samen. 'Geloven is leren leven vanuit het einde', schreef hij, doordrenkt van het Maranatha-verlangen.
Trouw te midden van onbegrip
Hoewel Verboom zich met liefde gaf aan de kerk, kreeg hij ook kritiek. Zijn pleidooi voor het verbond werd door sommigen geïnterpreteerd als een versimpeling van bekering of als verbondsautomatisme. “Ik ben wel dr. Verbond genoemd”, erkende hij met pijn in het RD. Toch bleef hij volhouden dat de Heidelbergse Catechismus bedoeld is als troostboek, niet als handleiding tot introspectie.
Volgens Verboom moet een christen niet blijven hangen in de vraag: ‘Ben ik wel bekeerd?’. De theoloog maakte duidelijk dat de Catechismus niet begint met zelfonderzoek, maar met de vraag: Wat is je enige troost? "En het antwoord is Christus.” Dat perspectief bracht hij ook zijn studenten bij: leer het geloof vanuit de doop verstaan, niet als prestatie, maar als geschenk.
Leven onder de avondzon
De laatste jaren stonden voor Verboom in het teken van afscheid nemen. Hij verhuisde samen met zijn vrouw Gerdien naar een kleiner appartement in Harderwijk, schonk een groot deel van zijn boekencollectie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven en nam afscheid van de kansel. Toch bleef de verwondering over Gods trouw onverminderd. “Wij leven onder de avondzon van Gods genade en kijken uit naar ons laatste thuiskomen”, zei hij.
Voorafgaand aan Pinksteren werkte Verboom mee aan het Cvandaag-artikel 'Wat merken we concreet van de Heilige Geest?'. Zijn antwoord luidde: "In deze ‘laatste dagen’ van mijn leven word ik verzorgd in het Willem Holtrop Hospice te Ermelo. De Heere telt mijn dagen af en op, één voor één. Precies nú komt deze vraag wat de Heilige Geest van Pinksteren voor mij persoonlijk betekent. O, van kinds af aan was de Heilige Geest mijn Trooster. Erbij geroepen door Jezus Christus. De Heilige Geest heeft me altijd getroost met de vergeving van mijn zonden. Mijn hart zingt en zal straks, samen met de ontelbare Thuiskomers - dankbaar, vol verwondering - zingen."
Praatmee