VS schrapt terreurstatus HTS in Syriƫ; grote zorgen christenen

De Verenigde Staten hebben de terreurstatus van de islamistische militie Hayat Tahrir al-Sham (HTS) ingetrokken. Die beslissing komt zeven maanden nadat de groep het Syrische regime van Bashar al-Assad omverwierp en de macht greep in Damascus. Christelijke belangenorganisaties reageren verontrust: de groep heeft een bloedig verleden met geweld tegen christenen en andere minderheden. Bovendien lijkt de dreiging voor christenen in het land alleen maar toe te nemen.
HTS, dat voortkwam uit Jabhat al-Nusra en nauwe banden had met Al-Qaida, werd in 2018 door Washington tot terreurorganisatie verklaard. De beweging speelde een centrale rol in de opmars naar Damascus in december 2024. Sindsdien is Ahmed al-Sharaa, voormalig HTS-leider en beter bekend als Abu Mohammed al-Jolani, president van Syriƫ.
Met de officiĆ«le opheffing van de terreurstatus op 9 juli zet de Amerikaanse regering een opvallende koerswijziging in. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is de beslissing gebaseerd op de āpositieve actiesā van de nieuwe regering in Damascus en de ontbinding van HTS als afzonderlijke organisatie.
Maar christelijke organisaties reageren met grote bezorgdheid. De Iraqi Christian Foundation, een organisatie die opkomt voor christenen in het Midden-Oosten, stelt dat de stap zeer onrechtvaardig is. In een verklaring stelt de stichting:
'De regering-Trump heeft zojuist de terreurstatus van het Al-Nusra Front (HTS) ingetrokken. Dit zijn dezelfde mensen die talloze Amerikaanse soldaten hebben gedood in Irak en duizenden Amerikanen op 9/11. Dezelfde groep die christenen in Syriƫ heeft gekruisigd en bisschoppen, priesters en nonnen in Irak in koelen bloede heeft vermoord.'
Angst onder christenen groeit
De vrees onder christelijke gemeenschappen in Syriƫ neemt ondertussen toe. Eind juni werd een Grieks-orthodoxe kerk in Damascus gebombardeerd. Daarbij vielen minstens 24 doden. Hoewel de autoriteiten Islamitische Staat als dader aanwijzen, heeft de aanslag het vertrouwen in de beloofde bescherming van minderheden ernstig geschaad. Bovendien vonden er recent ook andere (pogingen tot) aanslagen plaats. Verder circuleren er berichten van pamfletten die op kerken worden opgehangen met daarin de oproep tot jihad en het vermoorden van christenen.
Nina Shea, directeur van het Center for Religious Freedom van het Hudson Institute, waarschuwt dat de aanslag in Damascus āde eerste grote aanval op christenen is sinds de machtsovername door al-Sharaaā. In een opiniestuk in National Review schrijft ze: 'Om Amerikaanse sancties opgeheven te krijgen, presenteerde al-Sharaa zich als nationalist en beloofde hij tolerantie jegens minderheden. Deze aanval stelt die belofte direct op de proef.'
Shea wijst erop dat het aantal christenen in SyriĆ« sinds het begin van de burgeroorlog in 2011 drastisch is afgenomen: van ruim twee miljoen naar minder dan 300.000. āChristenen vrezen dat de bomaanslag in de kerk slechts het begin is van een nieuwe golf van vervolging', aldus Shea.
Diplomatie of isolatie?
De erkenning van het nieuwe regime door de VS en de opheffing van sancties gaan volgens sommige experts te snel. De regering van al-Sharaa bestaat uit een coalitie van islamistische milities met een geschiedenis van mensenrechtenschendingen. In maart vonden er nog bloedige incidenten plaats in Alawitische dorpen, waarbij volgens Reuters bijna 1.500 burgers werden gedood. Verschillende milities onder overheidsgezag zouden zich schuldig hebben gemaakt aan buitengerechtelijke executies, plunderingen en andere gruweldaden.
Richard Ghazal, directeur van de christelijke mensenrechtenorganisatie In Defense of Christians, roept op tot diplomatieke druk in plaats van isolatie. 'Diplomatieke afstand zal slechts een vacuüm doen ontstaan dat extremisten versterkt', stelt hij in een opiniebijdrage voor The Hill. Volgens Ghazal moet de VS 'alle vormen van diplomatieke erkenning koppelen aan harde voorwaarden, zoals bescherming van religieuze minderheden, vrijheid van godsdienst en grondwettelijk waarborgen'.
Bezorgdheid blijft
Hoewel HTS officieel is ontbonden, blijft de groep als machtsfactor aanwezig in Syriƫ. Veel voormalige strijders zijn nu opgenomen in de nationale veiligheidsstructuren. Human Rights Watch en de International Crisis Group wijzen op het risico dat milities met een gewelddadig verleden opnieuw een rol krijgen in het bestuur zonder dat ze daarbij gecontroleerd worden.
Internationale waarnemers zijn verdeeld over de vraag of het nieuwe regime werkelijk anders handelt of slechts een uiterlijke verandering ondergaat. Het feit dat de terreurstatus is ingetrokken, maakt de zorgen van christenen in Syriƫ er in elk geval niet minder op.
Praatmee