David Hamilton gooide een evangelisatietraktaat weg (maar God had een ander plan)
David Hamilton groeide op in Belfast, Noord-Ierland. Het was de tijd van bittere en gewelddadige conflicten tussen protestanten en rooms-katholieken. De protestanten wilden dat Noord-Ierland binnen het Verenigd Koninkrijk bleef, terwijl de rooms-katholieken Ierland wilden verenigen als een onafhankelijke republiek.
Op zijn 14e werd David voor het eerst geconfronteerd met de verschillen tussen protestanten en rooms-katholieken. Een groepje rooms-katholieke jongens van school pakte hem, de enige protestant, en gooide hem in het water. "Ik besloot nooit meer rooms-katholieke vrienden te hebben. Als tiener nam ik het noodlottige besluit een politieke terrorist te worden en me aan te sluiten bij een illegale paramilitaire organisatie, de Ulster Volenteer Force (UVF)."
Kerkdienst in de gevangenis
Als lid van de UVF pleegde David allerlei misdaden, zoals een bomaanslag, een bankoverval en verschillende gewapende overvallen. Al op 17-jarige leeftijd belandde hij voor het eerst in de gevangenis.
"Nadat ik een jaar later werd vrijgelaten, raakte ik opnieuw betrokken bij geweld, wat eindigde in een nieuwe arrestatie en een gevangenisstraf van 12 jaar. Ik had al een paar jaar in de gevangenis gezeten toen er iets ongewoons gebeurde. Vlak voor Kerst woonde ik een kerkdienst bij. De gevangeniskapelaan vroeg: “Is er een vrijwilliger die het Bijbelgedeelte wil lezen?” Toen niemand reageerde, draaide iemand die voor me zat zich om en zei: Dat doet Davey wel!” Ik nam de Bijbel en las het verhaal van Lukas over de geboorte van Jezus."
Enkele weken later had David een andere bijzondere ervaring. "Op een avond maakte ik een kopje thee voor mezelf. Toen ik terugkwam in mijn cel, zag ik een klein opgevouwen papiertje op het kussen liggen: een christelijk evangelietraktaat met de titel “Jezus Christus komt spoedig terug.” Ik lachte, propte het in een balletje en gooide het uit het raam van de cel.
Maar plotseling kwam er een gedachte in me op: “Het is tijd voor je om te veranderen, om een christen te worden.”
Eerst lachte ik die gedachte weg, en dacht dat God nooit geïnteresseerd zou zijn in iemand als ik. Ik was een slecht mens. Gelukkig had ik niemand van het leven beroofd, maar dat was niet omdat ik het niet geprobeerd had."
Bekijk een Engelstalig video-interview:
Pistool ging niet af
"Ik zette mijn beker op de plank, naast een Gideonbijbel. Elke gevangene had er een in zijn cel – niet om te lezen, maar als reservebron voor sigarettenpapier. Nieuwsgierig bladerde ik erin en las hier en daar een paar regels. Het sloeg nergens op, dus legde ik het boek terug op de plank.
Toen ik op mijn bed lag, begon ik na te denken over mijn bijna-ontmoetingen met de dood. Zoals die nacht toen het Ierse Republikeinse Leger me probeerde te vermoorden terwijl ik uit eten was met mijn verloofde. Of die keer dat ik een bom plaatste die voortijdig ontplofte terwijl ik nog in het gebouw was. Hoewel mijn jas aan flarden werd gesneden, overleefde ik het zonder een schrammetje. Of het moment op straat dat iemand een pistool tegen mijn hoofd zette en de trekker overhaalde, maar dat het pistool niet afging."
‘Ik wil christen worden’
"Waarom leefde ik eigenlijk nog? Plotseling schoot de gedachte door mijn hoofd: “Het was God Die me in leven hield!” Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer overtuigd ik raakte.
Plotseling wist ik dat ik christen wilde worden, hoewel ik niet wist hoe. Gelukkig kwam ik de volgende ochtend de man tegen die het traktaat op mijn bed had gelegd. Tot mijn verbazing vertelde ik hem dat ik christen wilde worden. Ik dacht dat hij me zou uitlachen omdat ik zo vaak de spot met hem had gedreven vanwege zijn geloof. In plaats daarvan gaf hij me gewoon een knuffel. Hij gaf me zelfs nog een aantal traktaten."
"Een van de traktaten bevatte een eenvoudig gebed op de achterkant:
Kom in mijn hart Heere Jezus, kom vandaag in mijn hart.
Kom in mijn hart Heere Jezus, kom in mijn hart om te blijven.
Ik bad het gebed zes keer, gewoon om zeker te zijn dat God wist dat ik het meende.
Toen ik de gevangeniskapelaan zag, riep ik: “Ik ben nu een christen!” Hij stopte en liep naar me toe. “Wanneer is dit gebeurd?” vroeg hij. Hij nodigde me uit in zijn kantoor, waar hij zat en glimlachte toen ik mijn verhaal vertelde. Toen ik klaar was, opende hij een kast en gaf me de eerste bijbel die ik als de mijne beschouwde, een klein rood Nieuwe Testament."
Biddende schoonmoeder
"Op dat moment realiseerde ik me niet dat er iemand achter de schermen altijd voor mij had gebeden: de schoonmoeder van mijn oom, een oudere vrouw die mrs. Beggs heette. Op de dag van mijn veroordeling, toen mijn moeder huilde over haar hopeloze zoon, schudde mevrouw Beggs haar hoofd en zei: “Als God het hart van John Newton kon veranderen – de kapitein van het slavenschip, die na zijn bekering Amazing Grace schreef – dan kan hij ook het hart van jouw zoon veranderen. Ik zal elke dag voor hem bidden.”
Toen mijn moeder haar het goede nieuws vertelde, reageerde mevrouw Beggs dat ze het al wist, omdat God “de last van haar hart had weggenomen.” Ze voegde eraan toe: “God heeft me gezegd dat ik moet bidden voor zijn toekomstige bediening – hij zal een predikant worden!” Hoewel mama het nauwelijks kon geloven, had mevrouw Beggs gelijk."
Na zijn vrijlating werkte David eerst als evangelist voor Prison Fellowship. Vijf jaar later begon hij door Europa te reizen als rondreizend evangelist. Na nog eens twaalf jaar ontving hij een roeping om voorganger te zijn van een gemeente in Engeland, wat hij tot zijn pensioen heeft gedaan. Nu hij weer in Ierland woont, gaat hij door met evangeliseren in het hele land.
"Er is werkelijk niet zoiets als een hopeloos geval, want God is machtig om te redden!" merkt David Hamilton nog op. Hij schreef het boek ‘A Cause Worth Living For: The Story of Former Terrorist David Hamilton’.
Bovenstaand bericht verscheen via Christianity Today in de nieuwsbrief van Dirk van Genderen.
Praatmee