Onze organisatie, Jeugd met een Opdracht Nederland, en haar bloeiende ministeries hebben veel te danken aan het werk van Floyd en Sally.

McClung, een onvermoeibare reiziger en spreker, sprak en doceerde op meer dan 100 universiteiten en universiteitscampussen. Hij reisde naar meer dan 190 landen, had tientallen tv-optredens en zag zijn leven en werk in talloze publicaties, waaronder Time Magazine en The New York Times. In zijn lange carrière schreef McClung 18 boeken, waaronder de internationale bestseller ‘Het Vaderhart van God’, waarvan meer dan twee miljoen exemplaren in 40 talen zijn verkocht.

McClung werd geboren in Long Beach, Californië, op 3 augustus 1945, als zoon van Floyd Sr. en Enetha McClung. Hij laat zijn vrouw, Sally, zijn vrouw waarmee hij 54 jaar getrouwd was achter. Tevens zijn dochter Misha Thompson; kleinkinderen Kezia en Luke Thompson; zoon Matthew McClung.

Na zijn eerste jaar aan de Taylor University in Indiana te hebben doorgebracht, stapte McClung in 1964 over naar het Southern California College (nu Vanguard University), waar hij werd verkozen tot voorzitter van de studentenraad en aanvoerder van het basketbalteam. Hij studeerde af in 1967 met een Bachelor of Arts in New Testament Studies.

McClung ging samen met Jeugd met een Opdracht (YWAM) op zendingsreizen tijdens schoolvakanties van de universiteit. Tijdens een voorjaarsvakantie in 1965 in Las Vegas, Nevada, ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Sally. Ze verloofden zich in 1966 in Jamaica.

Terwijl ze pas getrouwd waren, reisden de McClungs door Amerika om jonge mensen te rekruteren voor zomerse zendingsreizen naar het Caribisch gebied. In 1971 verhuisden ze, na een jaarlange wereldwijde outreach, naar Centraal-Azië, waar ze missionaire gemeenschappen in India en Afghanistan leidden, genaamd ‘Dilaram Houses’, langs de hippie route die door veel jonge westerlingen werd gevolgd.

Floyd en zijn vrouw Sally arriveerden, samen met hun dochtertje Misha, eind 1973, na een lange reis in een oude ‘hippie-bus’ in Amsterdam. Na een aantal jaren in Afghanistan te hebben doorgebracht wilden ze naar het begin van de hippie route, in Amsterdam, om jonge reizigers te bereiken voordat ze naar het oosten zouden gaan. Youth With A Mission, met wie de McClungs eerder hadden gewerkt, had hen aangeboden om van YWAM de twee woonboten over te nemen die achter het Centraal Station van Amsterdam waren afgemeerd. Deze boten, samen ‘De Ark’ genoemd, zouden meer dan twintig jaar dienen als een outreachcentrum onder hippies, drugsverslaafden en mensen die op zoek waren naar de zin van het leven.

In het voorjaar van 1975 verhuisden Floyd en Sally, met Misha en hun pasgeboren zoon Matthew, naar het Nederlandse platteland om in een voormalig leprahuis het Heidebeek Training Centrum te vestigen. Na een aantal jaar droeg Floyd het leiderschap van de YWAM Heidebeek zendingsgemeenschap over aan Jeff Fountain, zodat hij en Sally konden terugkeren naar Amsterdam om ministries op de Wallen te beginnen, beschreven in zijn boek 'Living on the devil's doorstep'(NL titel: Werken voor God op de stoep van de duivel).

Floyd initieerde ook een jaarlijkse leidersconferentie in Nederland in de jaren tachtig, die tot 600 deelnemers trok uit een breed scala van evangelische en pinksterkerken en organisaties, die eenheid promootte die niet gebaseerd was op leerstellige overeenstemming, maar op het volgen van Jezus en het kruis.

Floyds nalatenschap in Amsterdam omvat de aankoop van de gebouwen die nog steeds de JmeO-ministeries in de stad huisvesten: de Cleft, de Samaritan's Inn (het voormalige nationale hoofdkwartier van het Leger des Heils) en De Poort (een voormalig zeemanshuis). Na te hebben gediend als YWAM-directeur voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika, diende hij bijna acht jaar als YWAM's International Executive Director. Op zijn initiatief begon YWAM de 30 dagen van gebed voor de moslimwereld tijdens de ramadan in 1992, waar tegenwoordig wereldwijd miljoenen christenen bij betrokken zijn.

In februari 2016 werd Floyd plotseling ziek en belandde op de intensive care. Hij werd gediagnosticeerd met een zeldzame bacteriële infectie, wat leidde tot septische shock en schade aan zijn spieren, vitale organen en neurale paden. Hij bleef bij bewustzijn, maar lag in het ziekenhuis, was bedlegerig en kon de resterende vijf jaar van zijn leven niet spreken.

De twee meter lange ‘zachte reus’ is inmiddels geveld. Maar zijn nalatenschap leeft voort in zijn vele boeken en de vele levens van degenen die hij tot discipelen heeft gemaakt en onderwezen.