Black Lives Matter in de tijd van Paulus
Een beeld uit de afgelopen tijd: een blanke man houdt een Bijbel omhoog voor een kerkgebouw en laat zich zo door de pers fotograferen. Vlak daarvoor werd op die plek nog een demonstratie gehouden tegen racisme. Maar om de Amerikaanse president zijn fotomoment te geven, verwijderde de politie de demonstranten van ‘Black Lives Matter’ die daar hun verontrusting uitten over geweld tegen zwarte Amerikanen. Het gebeuren riep uiteenlopende reacties op van christelijke zijde. Diverse kerkleiders hadden kritiek op het gebruik van de Bijbel voor politieke doeleinden, maar anderen voelden zich juist verbonden met deze politicus die zich opstelt als een strijder voor ‘law and order’.
Maar als deze man nu eens niet met de die bijbel zou poseren maar hem zou openslaan, op zoek naar inzicht in de verhouding tussen zwarten en blanken, wat zou hij dan vinden? Het Nieuwe Testament laat op diverse plaatsen zien dat de beginnende kerk veelkleurig en multicultureel was. En dat niet door daarover te preken, maar op een terloopse, onopvallende manier. Daardoor laten de schrijvers juist merken hoe vanzelfsprekend de deelname van mensen met verschillende achtergronden in de vroege kerk was.
Dat is op zich al heel bijzonder, want het is nu eenmaal zo dat wij mensen, ook wij christenen, van nature geneigd zijn om een soort veiligheid binnen de eigen groep te zoeken, waardoor we - onbewust - heel makkelijk anderen buitensluiten. Zo blijkt uit psychologisch onderzoek bijvoorbeeld dat alle mensen diep van binnen racistisch zijn. Ook mensen die bewust niet racistisch zijn, en zelfs anti-racistisch, blijken in allerlei slim opgezette onderzoeken toch verschil te maken tussen individuen op grond van huidskleur of andere verschillen. Dat is een schokkende ontdekking. Iemand die er met zijn volle verstand van overtuigd is dat het discrimineren van mensen op uiterlijke kenmerken niet juist is, blijkt dat vanuit het onbewuste deel van zijn hersenen toch te doen! Dus de neiging om anderen buiten te sluiten sluimert in ons allemaal. Dat is de reden dat Jezus ons oproept om iedere keer weer bewust te kiezen voor liefde en ons niet te laten leiden door onze ‘onderbuik’.
Laten we een voorbeeld bekijken van de manier waarop in de Bijbel mensen van verschillende achtergronden binnen de kerkelijke gemeenschap geïntegreerd zijn. In Handelingen 13:1-3 lezen we:
‘Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus. Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de Heilige Geest tegen hen: 'Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.' Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken.’
Er zijn vier profeten/leraren in de gemeente. Twee ervan vallen op door hun namen. Simeon wordt Niger genoemd. Dat betekent ‘zwart’. Hij had dus een donkerkleurige huid. Die hoeft niet per se pikzwart te zijn geweest, want het woord werd ook gebruikt voor donker getinte mensen. Maar in elk geval was hij een ‘kleurling’ zoals dat vroeger genoemd werd, een donkere man. Lucius komt uit Cyrene. Dat was een plaats in Noord-Afrika, nu Libië, waar al vroeg een christelijke gemeente was ontstaan. Hij kan dus een Berber- of Arabische achtergrond hebben. Maar er was ook een grote Joodse gemeenschap, dus dat kan ook zijn achtergrond zijn. En tenslotte kan hij natuurlijk ook iets van al die genetische groepen in zich hebben, omdat mensen zich nu eenmaal met elkaar vermengen. Maar in elk geval is hij cultureel gezien een Noord-Afrikaan. Van de vijf voorgangers in de gemeente zijn er dus waarschijnlijk twee ‘people of color’, zoals dat nu genoemd wordt. En in elk geval zijn zij migranten, afkomstig uit andere landen en een andere cultuur. En deze mensen zegenen Paulus en Barnabas uit op hun eerste zendingsreis. Aan de basis van een onderneming die uiteindelijk het evangelie over de hele wereld zal verspreiden, waardoor de wereld voorgoed zal veranderen, staat een multicultureel team, dat eendrachtig samenwerkt. Zo is dit veelkleurige team de voorhoede van ‘een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal’, zoals het toekomstbeeld van de kerk in Openbaring 7:9 zo prachtig omschreven wordt.
Dat moet ons als christenen doen beseffen dat wij niet horen bij een zwarte of een witte of bij wat voor groep dan ook, maar alleen bij die ene allesomvattende groep van de mensheid als geheel. Die groep had Jezus op het oog en daarvoor had hij alles over. Laten wij dan ook, net als hij, proberen niemand buiten te sluiten om uiterlijke kenmerken, maar iedereen omarmen met de liefde van Christus. In de vroege kerk lukte dat, dus het moet nu ook nog kunnen. Laten we liefhebben.
Arie-Jan Mulder is spreker en schrijver. Zijn nieuwste boek is ‘Liefde & Angst; een christelijke kijk op God en ons ego’. Klik hier om de website van Arie-Jan Mulder te bezoeken.
Praatmee