Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
The days after: ds. M. Klaassen blikt terug op Nashville ophef
Heel Nederland viel over de Nashville verklaring. De mede door mij ondertekende verklaring raakte een open zenuw in de samenleving. Regenboogvlaggen werden gehesen, het OM gemobiliseerd en een verontwaardigde minister van Emancipatie was er snel bij om het stuk te typeren als een stap terug in de tijd. Dat is het feitelijk ook.
De lijn die de Nashville verklaring voorstaat is geen andere dan die de kerk gedurende twintig eeuwen heeft voorgestaan – en die door de meerderheid van de christenheid wereldwijd nog steeds wordt aangehangen: het huwelijk tussen man en vrouw als levenslange verbintenis van liefde en trouw, met afwijzing van alle seksuele levensverbintenissen die daar niet mee overeenstemmen. Behalve dan binnen de snel slinkende kerk van het Westen die onder invloed van de invloedrijke homolobby grote verlegenheid en verwarring vertoont. Echter, dat de samenleving op dit punt heel andere gedachten heeft, betekent nog niet dat de kerk geroepen is dit over te nemen. Het is een oude waarheid: een kerk die trouwt met de tijdgeest, is spoedig weduwe.
Wat vorige week maandag gebeurde, was een clash van wereldbeschouwingen.
Wat vorige week maandag gebeurde, was een clash van wereldbeschouwingen. Een wereldbeschouwing die zijn uitgangspunt neemt in de autonome mens tegenover een wereldbeschouwing die zijn uitgangspunt neemt in een theonoom verstaan van de werkelijkheid. Dat moet wel tot onbegrip en irritatie leiden. Ondertussen doet zich de spannende vraag voor in hoeverre er in deze o zo tolerante samenleving nog plaats is voor dit (klassieke) denken. Deze tolerante samenleving is deze week ongenadig door de mand gevallen. Opvattingen die niet stroken met wat de meerderheid denkt worden ongenadig neergesabeld onder het mom van homohaat en onverdraagzaamheid. Zoals Telegraafjournalist Wierd Duk schreef: ‘Het is, kortom, duidelijk wie er moeten hangen: die vermaledijde christenen’. Goedkoop, want o zo makkelijk. Degenen die nu het hardst roepen houden hun mond wanneer het orthodoxe islam betreft. Nogmaals Duk: ‘Wie de mannenbroeders van de SGP aanpakt, heeft niets te vrezen, sterker: is verzekerd van applaus’. Of zoals een andere commentator twitterde: ‘De Nashville verklaring komt voor liberalen als geroepen. Zo kunnen ze hun eigen morele superioriteit etaleren, door behoudende christenen neer te zetten als intolerante haters’ (Henk-Jan Prosman).
Mijn eigen kerk, de Protestantse Kerk in Nederland deed daar om het hardst aan mee. Zo vond Saskia van Meggelen, de preses van de synode, het ‘beschamend en onverantwoord dat predikanten uit onze Protestantse Kerk de Nashville verklaring ondertekend hebben’. Merkwaardig dat het twee maanden geleden wel oorverdovend stil bleef toen een progressieve stroming meer ruimte bepleitten voor homoseksuele relaties binnen de kerk. De uitspraak van scriba De Reuver dat ‘iedereen welkom is in de kerk’ riep bij mij de vraag op: ik ook?
Merkwaardig dat het twee maanden geleden wel oorverdovend stil bleef toen een progressieve stroming meer ruimte bepleitten voor homoseksuele relaties binnen de kerk.
De voormalige preses van PKN, Karin van de Broeke, liet in samenspraak met het Nederlandse Bijbelgenootschap weten dat de verklaring ‘geen recht doet aan de Bijbel’ en ‘anachronistisch en simplistisch’ zou zijn. Echt? Vreemd dat een gezaghebbend nieuwtestamenticus als D. A. Carson er dan zijn handtekening onder plaatste. Nee, de hermeneutiek van Nashville is niet die van ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’. De Schrift is duidelijk genoeg dat bepaalde gedragingen ons buiten de grenzen van Gods Koninkrijk plaatsen. Tegelijk plaatst diezelfde Schrift geen mens, hetero of homo buiten het bereik van Gods oneindige genade en liefde. De kerk is geroepen om naast elk mens te gaan staan met de houding van Jezus die tegen de overspelige vrouw zowel zei ‘Wie zonder zonde is werpe de eerste steen’ als ‘Ga heen en zondig niet meer’.
De publicatie van deze verklaring heeft ook iets anders schrijnend aan het licht gebracht: de verdeeldheid en verwarring van kerken en christenen binnen de brede gereformeerde gezindte. Met name het Reformatorisch Dagblad heeft hier een dubieuze rol in gespeeld. Nog voordat de verklaring gepubliceerd was, plaatste deze krant een kritisch artikel van de hand van de hoogleraren Huijgen en Kater. Kritiek mag, graag zelfs, maar normaal gesproken doe je dat pas als iets is gepubliceerd. Deze actie zorgde al voor verwarring vooraf. Het stelde ons voor voldongen feiten en gaf ons niet de gelegenheid om de dingen zo te organiseren als we graag hadden gewild. Vervolgens was daar het hoofdredactionele commentaar van 8 januari. Daar werden de initiatiefnemers van de verklaring, onder wie verschillende vaste scribenten van het RD, schuldig verklaard, niet alleen vanwege de inhoud, maar ook vanwege de gevolgen die de Nashville verklaring teweeg zou brengen. Dit verwijt heeft ons als werkgroep hard geraakt. We zouden – aldus het commentaar – ‘moeten wenen op de puinhopen’.
Zelf heb ik de verklaring nooit gelezen alsof homo’s niet uit de kast zouden mogen komen of zouden moeten genezen. Homoseksualiteit is een gegeven.
Dat moeten we inderdaad. Maar dan niet vanwege deze verklaring die niets anders doet dan Gods Woord naspreken en waar nota bene gezaghebbende Bijbelgetrouwe christenen als John Piper, Donald Carson en Rosaria Butterfield hun handtekening onder geplaatst hebben. Wel vanwege het feit dat Bijbelgetrouwe christenen en een zichzelf Bijbelgetrouw achtende krant zo politiek correct opereren. Het lijkt op de reactie die dr. H. F. Kohlbrugge ooit te horen kreeg vanwege zijn prediking en optreden in de Hervormde Kerk: ‘We moeten rust hebben in onze kerk, rust moeten we hebben’. Zoals iemand mij schreef: ‘Beseft reformatorisch Nederland dan niet wat er op het spel staat en zwijgen dan juist niet aan de orde kan zijn?’ Ik hoop van harte dat ogen opengaan en we de weg vinden om luisterend naar Gods Woord datgene spreken wat past ‘juist voor een tijd als deze’ (Esther 4:14).
Ik betreur dat bepaalde uitlatingen in de verklaring tot verwarring hebben geleid. Mogelijk hadden we in een begeleidend schrijven, duidelijker dan nu het geval was, bepaalde uitspraken nader moeten toelichten. Maar ook dat had, naar ik vrees, de kritiek niet de wind uit de zeilen genomen. Zelf heb ik de verklaring nooit gelezen alsof homo’s niet uit de kast zouden mogen komen of zouden moeten genezen. Homoseksualiteit is een gegeven. Hoe je daarmee omgaat een ander verhaal.