Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Johan Toet verdiende als crimineel miljoenen in de drugshandel. Hij leefde een leven zoals velen het alleen maar in films tegenkomen. Totdat hij een ontmoeting had met God zijn zijn cel.
“Ik kom uit de Schilderswijk. In onze omgeving was het heel normaal dat je een uitkering had en daarnaast wat rommelde. Iedereen was wel wat aan het doen. Daar groeide ik op als klein kind. Mijn wereldbeeld werd daardoor bepaald.” Als hij maar geld en spullen had, dan had hij macht. “Als klein jongetje was dat wereldbeeld al verknipt. Geld verdienen ging het snelst in de criminaliteit. Ik heb mijn school niet afgemaakt. Gevangenis in, gevangenis uit. Het ging van kwaad tot erger.”
In de gevangenis had hij tijd om na te denken. “Het voelde alsof een bovennatuurlijke kracht mij van het bed afwierp. Het was alsof er duizend kilo bovenop mij lag. Ik lag aan de grond genageld, in foetushouding. Ik begon te huilen en te huilen, heel diep vanuit mijn ziel. Ik schaamde mij kapot. Op dat moment werd de cel gevuld met de heerlijkheid van God. Hij kwam dwars door de betonnen muren heen, door de stalen deur.”