"Ik heb vaak het gevoel dat God er niet is. Het is dat het zoān geweldig goed verhaal is. Ik heb een paar keer geprobeerd niet te geloven in God. Maar dat lukte me niet." Dat zegt ds. A.W. Beute, predikant bij de GKV. Hij is predikant en twijfelt regelmatig aan het bestaan van God. "Soms bid ik en vraag ik me af: āLuistert er eigenlijk wel iemand?ā"
"Ik vind geloven best lastig," vertelt Bram. "Wanneer ik praat met andere mensen kan ik me vaak voorstellen dat mensen niet in God geloven. Soms zeg ik dat ook wel eens in preken. Dan reageren mensen me wel dat dat hen helpt. Voor mij is geloven in God moeilijk. Want geloven is op een bepaalde manier naar dingen kijken. Je kunt naar de wereld kijken alsof God er niet is; alsof het heelal leeg is, alsof de Bijbel een inspirerend boek is ā en meer niet, en het bij de dood gewoon ophoudt. Dat kan ik me goed voorstellen. Want soms kijk ik dus zo naar de wereld, zit ik als het ware in een andere modus. Dan denk ik: āHet is allemaal onzin. Kom op zeg, waar hebben we het over? Heel soms heb ik dat ook op de kansel. Ik kan me nog herinneren dat ik in Friesland een keer preekte, op de kansel stond en dacht: āWaar doe ik dit allemaal voor?ā"
Een van de argumenten om te twijfelen aan het bestaan van God is voor Bram de grootte van de kosmos. "Als ik over die enorme afstanden lees tussen sterren, en over de grootte van de kosmos, dan vind ik het moeilijk om mij voor te stellen dat God naar die speldenknop is gekomen, de aarde. Hoe moet ik geloven dat Die God mens is geworden op dat ene kleine stukje aarde? Want als ik dat op mij laat doordringen of probeer te begrijpen dan begint het echt te duizelen."
Zes jaar geleden schreef Beute een preek waarin hij het geloof tegenover God afzwoer. "Ik schreef die voor mijzelf." De predikant ging in die periode ook naar een supervisor en vertelde hem hoe lastig hij het vond om in God te geloven. "Voor die tijd pepte ik mij voor ieder preek op en ging ik ervoor. Ik drukte mijn twijfels tijdens de voorbereiding weg. Door mij zo op te peppen, ben ik mijn geloof bijna verloren. Mensen vonden de preken wel mooi hoor, maar ik dacht: āIk ga dit niet overleven. Dit kan niet zo doorgaan.ā Ik kon niet blijven roepen dat het Evangelie wel waar was, terwijl ik dat ten diepste niet zo ervoer. Ik heb toen geleerd mijn vragen niet weg te stoppen."
"Ik ben iemand die het kennelijk moeilijk vind om te geloven," vertelt Bram Beute. "Ik heb dat nu aanvaard. Ik denk dat God mij dat niet kwalijk neemt. In de Bijbel kom je ook veel mensen tegen die twijfelden aan God. Aan Zijn goedheid, Zijn rechtvaardigheid, of je Hem wel kunt vertrouwen.. Dus wat is dan het probleem dat ik twijfel aan God? God is groter dan mijn geloof. Hij kan wel tegen een stootje wanneer ik tegen Hem zeg dat ik aan Hem twijfel. Natuurlijk staan er wel teksten in de Bijbel die gaan over ongeloof. Maar ik denk dat die meer gaan over ongeloof als excuus om niet je hele hart aan God te geven. Zo van: āIk weet het allemaal niet zeker; dus zolang ik het niet zeker weet leef ik niet voor God.ā Dan wed je op twee paarden. Dat pikt God niet. Twijfel mag geen excuus zijn om niet helemaal voor de Heere Jezus te leven. Ik denk dat ik ondanks mijn twijfel wel helemaal voor Jezus wil leven."
"Op een of andere manier kan ik niet stoppen met geloven."
Waarom? Omdat je predikant bent en omdat je salaris krijgt van de kerk?
"Nee, dat is het niet. De boodschap van het Evangelie is te mooi om niet waar te zijn. Ik hou teveel van de Heere Jezus om niet in Hem te geloven. Maarten Luther zei zoiets als: āIk ben liever met Jezus in de hel, dan dat ik zonder Hem in de hemel kom.ā Ik kan niet meer zonder Jezus."
Praatmee