Directeur Stichting HVC bezocht Nigeriaanse christenen: “Adamu hoorde zijn klasgenoten gillen”

“Ik realiseerde me opnieuw hoe diep het kwaad in de mens zit en hoe bijzonder het is dat God ons afremt. Elk mens kan zomaar in een beestachtige moordenaar veranderen, als God ons daarvoor niet behoedt”, aldus Jan Dirk. De directeur van Stichting HVC bracht onlangs een bezoek aan Nigeria. Daar ontmoette hij diverse christenen die zwaar te lijden hebben onder vervolging. Jan Dirk: “Je staat daar letterlijk tussen de dood en tegelijk zie je een geloof dat standhoudt op plekken waar alles verloren lijkt.” In gesprek met Cvandaag deelt Jan Dirk uitgebreid zijn indrukken.
Drie gezichten van Nigeria
Nigeria is een immens en complex land. Volgens Jan Dirk helpt het om het land grofweg in regio’s te verdelen om de huidige situatie beter te kunnen begrijpen. “In het noordoosten hebben christenen te maken met het geweld van Boko Haram en ISWAP. Dat is voor christenen een extreem gevaarlijk gebied. We zijn dat gebied gedeeltelijk ingetrokken, maar al snel werd het te gevaarlijk en moesten we terug.”
Daarnaast bezocht Jan Dirk Centraal-Nigeria, het gebied dat vaak aangeduid wordt als de Middle Belt en waar we ook de stad Jos vinden. “In dit gebied richten Fulani-milities dood en verderf aan. Als nomadevolk trekken ze door dit gebied heen. Tot begin deze eeuw kon je daar nog gesprekken mee voeren, maar tegenwoordig is het geweld allesoverheersend.”
Jan Dirk bezocht ook Benue State, dat in het zuidelijke deel van de Middle Belt valt. “Daar wonen enorme aantallen christenen in vluchtelingenkampen. Ze durven niet meer terug naar hun dorpen. Ook daar vallen Fulanimilities christenen aan. Bij alleen een aanval dit jaar kwamen meer dan 200 mensen om.” In de derde en zuidelijkste regio wonen overwegend christenen maar daar is veel criminaliteit.
Christenvervolging of conflict?
In internationale media wordt het geweld in Nigeria vaak omschreven als het gevolg van ethnische en economische conflicten. Hoewel Jan Dirk niet ontkent dat vele conflicten in het land daadwerkelijk van dien aard zijn, waarschuwt hij ervoor om de religieuze component weg te poetsen. Anderen spreken juist weer van genocide in het land.
“Ik gebruik het woord genocide zelf niet”, zegt hij. “Dat is aan formele instanties om te bepalen. Maar of we hier over christenvervolging mogen spreken? Ja, absoluut.” Volgens hem wordt die term te vaak vermeden. “Dan wordt gezegd: het is criminaliteit of het is een etnisch of cultureel conflict. Hoewel dat allemaal gedeeltelijk waar is, kan en mag je het religieuze aspect niet bagatelliseren. En dat is wel wat er gebeurt, zowel door internationale media als politici.”
Hij vervolgt: “We hebben zóveel getuigenissen gehoord waaruit blijkt dat christenen doelbewust worden aangevallen. Dorpen die vrijwel uitsluitend christelijk zijn. Aanvallen waarbij nauwelijks moslimslachtoffers vallen. Klassen waar alleen christelijke studenten worden vermoord. En daders die ‘Allahu Akbar’ roepen terwijl ze toeslaan.”
Nigeriaanse overheid grijpt niet of nauwelijks in
Een belangrijk en pijnlijk onderdeel van dat verhaal is de rol van de Nigeriaanse overheid. Volgens Jan Dirk gaat het niet alleen om onmacht, maar ook om onwil. “Ik denk dat er zeker individuen binnen de overheid zijn die dit geweld stimuleren”, zegt hij. “Op grote schaal wordt geen hulp geboden bij aanvallen.”
Wat hem vooral raakt, is dat aanvallen vaak uren duren. “Tweeënhalf uur, soms zelfs vier uur. En er komt gewoon niemand. Soms is er in een nabijgelegen dorp wel security aanwezig, maar wordt er simpelweg niet ingegrepen. Dat kun je volgens hem niet uitleggen als capaciteitsgebrek. “Als de overheid dit echt zou willen stoppen, dan zou dat kunnen. Het is moeilijk, ja. Maar niet onmogelijk.”
Daarbij speelt ook ongelijke behandeling: “Christenen mogen zich niet bewapenen. Dat hebben ze geprobeerd, maar daar draaien ze de bak voor in. Tegelijk lopen de aanvallers zwaarbewapend rond zonder consequenties.” Dat maakt het gevoel van verlatenheid compleet. “Nigeriaanse christenen voelen zich door hun eigen overheid in de steek gelaten.”
De weerloosheid van christelijke dorpen is schrijnend. “Dit zijn simpele Afrikaanse dorpjes”, zegt Jan Dirk. “Hutten, kleine huizen. En daaromheen, in het bos en in de bergen, zitten Fulani-milities en Boko Haram-strijders.” Die beschikken over AK-47’s, machetes en tegenwoordig zelfs drones. “Als zo’n dorp wordt aangevallen, worden soms honderden mensen op een beestachtige manier afgeslacht. En zij mogen niets doen en zijn volledig weerloos.”
Trump en de roep om militair ingrijpen
De recente uitspraken van de Amerikaanse president Donald Trump, waarin hij dreigde met militair ingrijpen als het geweld tegen christenen niet stopt, leven sterk onder Nigeriaanse christenen. “Wat mij verraste”, zegt Jan Dirk, “is dat veel christenen daar zeggen: ‘Laat Trump maar komen.’”
Die reactie komt voort uit pure wanhoop. “Ze zijn weerloos en ze krijgen veel te weinig hulp. Sommigen zouden een militair ingrijpen zelfs zien als een vorm van gebedsverhoring.” Tegelijk zag Jan Dirk ook een ander effect. “Na Trumps uitspraken hoorden we dat het geweld juist is toegenomen. Dat heeft dus ook directe gevolgen gehad.”
Toch blijft de roep om bescherming bestaan. “Als je elke dag leeft met de angst dat je dorp ’s nachts wordt aangevallen, dan klamp je je vast aan elke vorm van hoop.”
Hoe Adamu op de dag van zijn diplomering zijn vrienden verloor
Van alle verhalen die Jan Dirk hoorde, staat dat van Adamu voor hem symbool voor de afschuwelijke realiteit van christenvervolging in het land. Adamu is een jonge student, begin twintig. “Het was de dag van de diploma-uitreiking”, vertelt Jan Dirk. “De schooldirecteur had de klas bij hem thuis uitgenodigd. Studenten gingen in tweetallen naar binnen en kwamen blij, en met hun diploma op zak, weer naar buiten.”
Maar Adamu kreeg een onbehaaglijk gevoel. “Hij zag moslimstudenten met hun diploma naar buiten komen, maar zijn christelijke klasgenoten kwamen maar niet terug.” Toen vervolgens twee van zijn vrienden naar binnen werden geroepen, bleef Adamu buiten staan. “Hij stond zo dicht bij de deur dat hij zijn klasgenoten hoorde schreeuwen. Dat moment besefte hij: dit is fout.”
Hij vluchtte. Twee dagen later keerde hij met beveiliging terug. “Daar vond hij zijn acht christelijke medestudenten, in koelen bloede vermoord door Boko Haram. Hij was de enige overlevende.”
De gevolgen zijn enorm. “Hij is getraumatiseerd, heeft zijn vrienden verloren en zijn gevoel van veiligheid is compleet verdwenen. Het wrange is dat hij ook nooit zijn diploma heeft gekregen en daardoor ook niet verder kan bouwen aan zijn toekomst.”
Hoewel Jan Dirk al vele jaren in dit werk actief is, raken de verhalen hem nog altijd zeer diep. “We zijn professionals, maar tegelijkertijd ook mensen, medechristenen”, zegt hij. “We willen luisteren, troosten waar dat kan. We willen geen mensen zijn die even snel een verhaal komen ophalen en weer vertrekken.”
Twee weken lang stond hij letterlijk tussen de sporen van geweld. “Je loopt door dorpen waar de as nog ligt en waar menselijke botten zichtbaar zijn.” Hij aarzelt even. “Ik kon er een paar nachten nauwelijks van slapen.”
In onderstaande video vertelt David hoe hij van dichtbij meemaakt hoe Fulani-herders zijn dorp en zijn gezin aanvallen. Zijn verhaal is hartverscheurend. Voor zijn ogen ziet hij zijn vrouw en eigen kinderen sterven. Alleen zijn dochter en David zelf weten te overleven. In de video doet hij verslag van de gruwelijke gebeurtenissen.
Hoop te midden van de puinhopen
Tussen alle duisternis zijn er ook verhalen van hoop. Jan Dirk vertelt over een vrouw die door Boko Haram werd neergeschoten. “Ze schoten haar achter beide oogkassen langs, waarna ze blind raakte.” Toen Jan Dirk haar ontmoette, zat ze buiten. “Midden voor haar tent, loofde en dankte ze God voor het feit dat ze nog leefde. Kun je het je voorstellen?”
Een ander verhaal is dat van Emanuel, gevangen genomen door Boko Haramstrijders. “Ze zeiden: ‘Morgenochtend slachten we jullie af.’” In het donker bad Emanuel. “Tien minuten later ging de deur van zijn cel open. De bewaker zei: ‘Ik kan dit geweld niet langer aan’ en liet de gevangenen gaan. Hij wees hen zelfs nog de meest veilige ontsnappingsroute. Hoewel dit lang niet altijd gebeurt, laat het zien dat God soms op wonderlijke wijze gebeden verhoort.”

Hoe Nigeriaanse christenen omgaan met vervolging en wat wij kunnen leren
Wat Jan Dirk telkens weer raakt, is hoe Nigeriaanse christenen omgaan met lijden dat hen treft. “Wat ik van hen leer, is dit: God is goed, wat er ook gebeurt.” Tegelijk waarschuwt hij voor romantisering. “Mensen zijn in de war, soms boos op God, getraumatiseerd. En dat mag.” Hij benadrukt: “Ik heb ook nog nooit iemand ontmoet die vervolging toejuicht. Niemand gunt elkaar dit.”
Volgens Jan Dirk ligt hier een les voor christenen in het Westen. Hij verwijst naar een uitspraak van een Oegandese christen: ‘Lijden met God is goed lijden.’ “Niet omdat lijden goed is, maar omdat God daarin aanwezig is.”
Het bezoek aan Nigeria bracht Jan Dirk ook persoonlijk veel. “Ik realiseerde me opnieuw hoe diep het kwaad in de mens zit en hoe bijzonder het is dat God ons afremt. Elk mens kan zomaar in een beestachtige moordenaar veranderen, als God ons daarvoor niet behoedt.”
Dat vervult hem met dankbaarheid. “Wat hebben wij als christenen een goede God. Een God die hoort, die ingrijpt en die uiteindelijk recht zal doen. Hoewel de duivel nog steeds als een briesende leeuw rondgaat, en in zijn komende ondergang zoveel mogelijk mensen probeert mee te slepen, heeft God overwonnen. Dat is het besef dat altijd zegeviert."

































Praatmee