De vrouw, van wie de naam uit veiligheidsoverwegingen niet wordt gedeeld, bekeerde zich in januari 2009 tot het christendom. Enkele maanden later trad ze in het huwelijk met een christelijke man. Sindsdien probeerde ze tevergeefs haar geloofsovertuiging op haar identiteitskaart te laten wijzigen bij NADRA, de Pakistaanse registratieautoriteit. Ambtenaren weigerden stelselmatig, ondanks het feit dat ze gedoopt is, getrouwd is in een kerkelijke ceremonie en samen met haar man vijf kinderen opvoedt.

Pas na hulp van de christelijke mensenrechtenorganisatie Christian Solidarity International en advocaat Lazar Allah Rakha werd haar zaak serieus genomen. Rakha staat bekend om zijn inzet voor religieuze vrijheid en nam de zaak mee naar het Hooggerechtshof in Lahore.

“In oktober 2024 probeerde ze opnieuw haar gegevens te laten aanpassen, gewapend met haar doopbewijs, huwelijksakte en de geboorteaktes van haar kinderen", vertelt Rakha. “Maar NADRA weigerde niet alleen, ze bedreigden haar zelfs met ernstige gevolgen vanwege haar afvalligheid van de islam.”

De rechter oordeelde echter op 1 juli dat NADRA de zaak moest behandelen als een ‘foutieve invoer’. De vrouw heeft inmiddels haar nieuwe identiteitskaart ontvangen, waarop haar geloofsovertuiging als ‘christelijk’ vermeld staat.

Volgens Rakha was de weigering van NADRA in strijd met de Pakistaanse grondwet. “Artikel 20 garandeert iedere burger het recht om zijn of haar geloof vrij te belijden. Ook Artikel 4 en 9, die bescherming van de wet en veiligheid van het leven garanderen, werden geschonden.”

Het gezin heeft jarenlang problemen ondervonden door de weigering van de overheid. Zo werd de naam van de moeder niet vermeld op de B-Form (geboorteregistratie) van de kinderen, waardoor het moeilijk was hen in te schrijven op school.

“Ze zijn enorm opgelucht", aldus Rakha. “Deze strijd heeft hen jaren gekost, maar eindelijk is haar geloof officieel erkend.”