Hoekman wijst erop dat 2 Korinthe 6:14 - “Trek niet een ander juk aan met de ongelovigen” - geen vrijblijvende tekst is. “Een christen is iemand die Jezus volgt en dat ook uitstraalt in zijn of haar leven. Geloven is niet alleen iets van het hart, maar ook van de mond en van het hele leven”, stelt hij. De vraag is daarom niet alleen of je verliefd bent, maar of je samen de Heere wilt dienen.

Volgens Hoekman ligt het risico van een ongelijk span in het compromis: “Wat blijft er over van jouw geloof als de ander het niet deelt? Je hunkert naar samen bidden, maar je moet het zelf doen. Alleen doen.”

Wanneer is iemand ongelovig?
De vraagsteller stelde ook of iemand die volwassen is, maar geen doop of belijdenis heeft afgelegd, automatisch als ongelovige wordt gezien. Hoekman benadrukt dat kerkenraden niet over het hart van mensen oordelen. “Maar geloven moet zichtbaar zijn. Niet alleen een innerlijke overtuiging, maar ook een belijdenis. De kerk verlangt naar een huwelijk waarin samen de Heere gediend wordt. Dat is geen meetlat, maar een geestelijk verlangen.”

Liefde zonder eenheid?
In zijn persoonlijke benadering voelt Hoekman de worsteling van de vraagsteller. “Misschien zoek je het compromis. Maar God zoekt iets groters voor je: een huwelijk waarin Hij de Eerste is, waarin samen Gods Woord wordt gelezen, samen geknield en gebeden wordt.”

Volgens hem mag je verlangen naar een gezegend huwelijk, maar moet dan ook de basis kloppen. “Niet alles loopt op rolletjes in een huwelijk, maar als God het fundament is, kun je samen groeien. Anders draag jij het geestelijke juk alleen en dat is niet Gods bedoeling.”