ChristenUnie stelt Kamervragen over onveiligheid Joodse leerlingen op scholen

De ChristenUnie maakt zich grote zorgen over het toenemende antisemitisme binnen het Nederlandse onderwijs. Kamerleden Mirjam Bikker en Don Ceder hebben daarom schriftelijke vragen gesteld aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Justitie en Veiligheid.
Studenten onveilig aan UvA en VU
Aanleiding voor de vragen zijn schrijnende verhalen van Joodse studenten aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Vrije Universiteit (VU), waar zij zich onveilig voelen en zelfs het advies zouden hebben gekregen om geen colleges bij te wonen. Onder meer Het Parool en het Reformatorisch Dagblad schreven hier recent over.
De CU-fractie wil weten wat de reactie van het kabinet op deze berichtgeving is, of men deze signalen herkent en of de huidige maatregelen uit de Strategie Bestrijding Antisemitisme voldoende zijn. Daarnaast vragen de twee Kamerleden of het kabinet bereid is om extra stappen te nemen en welke dat dan zijn.
Kinderen verbergen uit angst hun keppeltje
Ook in het funderend onderwijs (dit betreft het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, red.) ervaren Joodse leerlingen onveiligheid. Volgens het Reformatorisch Dagblad brengen ouders hun kinderen steeds vaker naar Joodse scholen vanwege toenemende onveiligheid op reguliere scholen. Sommige Joodse leerlingen zouden uit angst voor pesterijen hun keppeltje onder een pet verbergen. De ChristenUnie vraagt zich af in hoeverre scholen de bestaande richtlijnen over het omgaan met antisemitische incidenten naleven en of men bereid is dit kritisch te onderzoeken.
Veiligheid Joodse studenten in het geding
De partij plaatst daarnaast ook vraagtekens bij de manier waarop universiteiten omgaan met sociale veiligheid en academische vrijheid. Bikker en Ceder vrezen dat onder het mom van vrije meningsuiting de (sociale) veiligheid van studenten wordt verwaarloosd. Ook vrezen de CU-Kamerleden dat (de toegankelijkheid van) het onderwijs - waarbij kritisch denken centraal staat - onder druk komt te staan.
Gebrek aan monitoring en gerichte aandacht
Opvallend is dat sommige instellingen de veiligheid van Joodse studenten niet expliciet monitoren. De ChristenUnie stelt dat dit wél noodzakelijk is en verwijst naar de Landelijke Veiligheidsmonitor in het primair en voortgezet onderwijs, waarin het gevoel van veiligheid bij LHBTI-leerlingen al wél wordt meegenomen. Zij vragen zich af waarom een vergelijkbare methodiek niet ingezet wordt voor Joodse studenten en medewerkers.
Concrete oplossingen gevraagd
De ChristenUnie wil ook weten welke voorstellen door Joodse organisaties, ouders en studenten zelf worden gedaan om de veiligheid te verbeteren, en hoe het kabinet vervolgens opvolging geeft aan die adviezen.
Pilot Geestelijke Verzorging
Als mogelijke oplossing suggereren Bikker en Ceder de inzet van een dienst Geestelijke Verzorging op hogescholen en universiteiten, waarin verschillende religieuze achtergronden zijn vertegenwoordigd. Deze zou volgens de CU-politici kunnen bijdragen aan het mentale welzijn van studenten bij identiteitsgebonden problematiek. De fractie vraagt of het kabinet bereid is hierover een pilot op te zetten in samenwerking met studentenorganisaties.
Verliest Nederland Joodse studenten?
De Kamerleden willen bovendien van het kabinet horen of zij het aannemelijk achten dat Joodse studenten nu meer in het buitenland gaan studeren en minder aan Nederlandse universiteiten en hogescholen. Daaraan verbonden willen Bikker en Ceder horen of het kabinet ook zicht heeft op concrete cijfers.
Vrij en veilig onderwijs voor alle Joodse leerlingen
Tot slot benadrukt de ChristenUnie dat Joodse kinderen, jongeren en studenten zich in heel Nederland vrij en veilig moeten kunnen voelen op scholen en universiteiten. De Kamerleden vragen aan het kabinet of zij dit standpunt deelt, wanneer men volgend jaar wat deze situatie betreft tevreden is en wat daarvoor nodig is.
Praatmee