‘Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) vertegenwoordigen bij hun optreden de Nederlandse overheid en kunnen hierbij gebruikmaken van de aan hen toegekende politiebevoegdheden en eventuele geweldsmiddelen’, maakt het ministerie bekend. ‘Dat breng een grote verantwoordelijkheid met zich mee en vereis een neutrale en professionele uitstraling. Daarom is de neutrale uitstraling van het boa-uniform op voorstel van minister Van Weel van Justitie en Veiligheid vastgesteld in een Algemene Maatregel van Bestuur. Het dragen van zichtbare uitingen van godsdienst of levensovertuiging door geüniformeerde boa’s in functie is hierdoor niet toegestaan. Het besluit wordt nu ter advisering naar de Raad van State gestuurd.’ 

“Iedereen heeft zijn eigen opvattingen en overtuigingen”, licht minister van Weel toe. “Die mogen er ook voor boa’ s zijn. Echter, op het moment dat een boa het uniform aantrekt straalt diegene de neutraliteit uit die hoort bij de functie. Daarom hoort er in het boa-uniform geen uiting te worden gegeven aan geloofs- of levensovertuigingen. Door dit nu vast te leggen in landelijke regelgeving scheppen we duidelijkheid en kunnen boa’s in heel Nederland eenduidig en herkenbaar hun taken uitoefenen.”

Wanneer dit verbod er daadwerkelijk komt, negeert de minister lokale gemeenten. In principe zijn handhavers in dienst van de gemeente en beslist de werkgever over dergelijke zaken. Opvallend is dat de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Arnhem, Groningen en Tilburg de afgelopen jaren juist het besluit namen om religieuze uitingen wél toe te staan bij boa’s. 

De maatregel werd eerder al aangekondigd, maar lijkt er nu definitief te gaan komen.