NG erkent jarenlang groepen klanten te hebben gediscrimineerd door ze elke keer opnieuw ‘onzinnige vragen’ te stellen. In het geval van kerken gaat het bijvoorbeeld om elke keer opnieuw vragen hoeveel contant geld er met de collecte is opgehaald. In de brief stelt de bank naar aanleiding van intern onderzoek dat door het handelen van de bank klanten zich gediscrimineerd voelen, met name op basis van etnische achtergrond en nationaliteit. 

Vooral kerken met veel buitenlandse kerkgangers ondervonden hinder van het beleid van ING. Men kreeg voortdurend vragen over collectegeld en moest tot in het detail aangeven waar het contant geld vandaan kwam. Dat is lastig aangezien de bijdrage aan een collecte anoniem is. 

De bank hanteerde dit beleid vanwege haar strenge regels met betrekking tot contant geld. Dat heeft te maken met het voorkomen van het witwassen van crimineel geld en buitenlandse geldstromen. Uit onderzoek blijkt echter dat mensen met een religieuze achtergrond en een buitenlandse afkomst zich gediscrimineerd voelen en meer vragen kregen dan anderen bij het storten van contant geld.  

Jurjen de Groot, algemeen directeur van de dienstenorganisatie van de PKN, noemt de excuses een belangrijk signaal. ‘Wetgeving tegen witwassen mag niet leiden tot willekeur of uitsluiting. Namens Kerk in Actie trok hierover eerder al aan de bel. Door de implementatie van de antiwitwaswet (Wwft) kwamen ook kerkelijke initiatieven, vaak gericht op hulp aan mensen zonder verblijfsstatus of uit kwetsbare doelgroepen, onterecht onder een vergrootglas te liggen. Dit belemmerde ons diaconale werk van kerken in binnen- en buitenland.’

‘Kerken kwamen in de knel door onnodige en ongelijke vragen’, vervolgt De Groot. ‘Vaak zonder duidelijke uitleg. Bijvoorbeeld een gemeente die keer op keer wordt gevraagd hoeveel contant geld kerkgangers precies gaven. Dat moest anders. De afgelopen periode heb ik me er samen met anderen hard voor gemaakt bij de minister dat dit onderwerp serieus genomen werd.'

Naast de excuses belooft ING zich te gaan verdiepen in gebruiken en gewoontes van andere culturen. Verder gaat men gesprekken voeren met geloofsgemeenschappen zodat ze beter begrijpen hoe de organisatie is opgebouwd en hoe hun geldstromen werken.