Zeeuwse nuchterheid als wapen tegen het welvaartsevangelie

De eerste keer in mijn leven dat ik geconfronteerd werd met het welvaartsevangelie, ook wel genoemd prosperity-gospel, was als tiener toen ik op missiontrip was met YWAM (Jeugd met een Opdracht) in Zuid-Afrika. Ik herinner me nog haarscherp hoe een weldoorvoede ‘pastor’ in een strak maatpak, met goud om zijn polsen, tijdens een vurige preek op een campagneavond zijn diaken met een achteloos handgebaar wenkte. De diaken kwam aangehold met een zweetdoek en wiste onderdanig het zweet van het glimmende voorhoofd van de door God gezalfde leider, waarna hij zijn hartstochtelijke pleidooi kon hervatten: “Geef, geef, geef aan de Heer en Hij zal je zegenen! Want wie karig zaait zal karig oogsten!”
Honderden arme sloebers uit de sloppenwijken kwamen naar voren om hun schamele levensonderhoud af te staan. Velen hadden gescheurde kleren, sommigen wankelden op krukken. Deze mensen zaten onder de zweren en luizen. Sommigen gaven hun laatste briefje, want ja, ‘het penninkske der weduwe’. Even arm (of eigenlijk armer) gingen ze aan het einde van de conferentie weer terug naar hun golfplaten hutjes vol modder en schimmel, dolblij dat de Heer ze nu zou gaan zegenen. En de dikke pastor laadde aan het einde van de avond ook zijn glimmende Mercedes Benz in met koffers vol briefgeld en reed tevreden terug naar zijn villa, ook gezegend door de Heer. Een win-winsituatie zou je zeggen, toch? Iedereen gezegend en blij!
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee