Mentor Betty: “Ik mag iets betekenen en dat raakt me diep”

Vrijwilligers van GlobalRize zijn de mensen die aan de frontlinie staan. Zij zijn met mensen over de hele wereld in gesprek over het geloof en maken soms bijzondere dingen mee. Een aantal van hen heeft te maken met ziekte en fysieke beperkingen. Hoe houden zij het vol om ondanks deze hindernissen God te dienen? Wat ontvangen zij op hun beurt? In dit verhaal maak je kennis met mentor Betty en Ruth, een van haar cursisten.
Sinds 2012 is ze actief voor GlobalRize, toen GlobalRize nog niet eens officieel bestond. Betty Krooneman hielp bij het opzetten van de allereerste Facebookpagina. Zeven jaar eerder was zij ziek geworden, wat extreme vermoeidheid en verzwakking veroorzaakt. Betty moest daardoor haar baan als directeur van stichting Kom Over en Help opgeven. Ze kwam thuis te zitten en had juist daardoor gelegenheid om zich in te zetten voor GlobalRize.
Veel voldoening
In het begin van haar tijd bij GlobalRize was Betty steeds een spin in het web: ze stuurde het GlobalRize-team ontwerpers aan, was een poos coördinator van het chattersteam, regelde veel en structureerde werkzaamheden. Helaas is het ziektebeeld progressief en heeft Betty die coördinerende taken moeten neerleggen. Momenteel is zij actief als mentor. Zelf zegt Betty daarover: “Eigenlijk vond ik alles fijn om te doen. Toen ik het regelwerk nog goed aankon vond ik dat ook heel leuk, al die contacten met vrijwilligers en het stroomlijnen en structureren van werkzaamheden. Tegelijk vind ik het persoonlijke contact met mensen bijzonder fijn. Eerst als chatter, nu als mentor. Het mentorwerk geeft me veel voldoening. Ik focus meer op kwaliteit dan op kwantiteit. Dus niet te veel cursisten tegelijk. En soms ben ik langere tijd vooral bezig met één cursist, zoals Ruth. Het mentorwerk is goed verenigbaar met mijn beperkingen. Daar ben ik heel dankbaar voor!”
“God kan blijkbaar nog iets met mij”
Betty is ondanks haar ernstige ziektebeeld een van de snelst reagerende mentoren. Ze betekent ontzettend veel voor de cursisten die ze begeleidt. Een prachtig voorbeeld daarvan is Ruth (niet haar echte naam) uit India. Ruth schrijft over Betty: “Zij is fantastisch, ze is mijn vriendin. De Here God heeft mij de beste onderwijzer en vriendin gegeven die er is. Soms voel ik me ontmoedigd, maar zij is er altijd voor me. Zoals ze mij verteld heeft dat God van mij houdt, dat ik Zijn werk in uitvoering ben - dat geeft me echt de kracht om vol te houden. Ik heb haar stem nooit gehoord, maar ik weet zeker dat die zacht en vriendelijk is.”
Omgekeerd betekent Ruth veel voor Betty: “God gaf mij de zegen iets voor haar te mogen betekenen. Dat raakt me diep in mijn eigen omstandigheden, waarin ik niet zoveel meer kan. Dat is best moeilijk. Maar God kan blijkbaar nog steeds iets met mij; dat liet Hij me zien in de contacten met deze cursist. En daar ben ik heel dankbaar voor…”
Onderdeel van Gods plan
Betty begeleidde Ruth bij drie cursussen: de Bible Basics, the Life of Jesus en Teach us to Pray (leer ons bidden). Ruth is een jonge vrouw uit India, die als gastarbeider in Dubai verblijft. Haar vaders kant van de familie is boeddhistisch, haar moeders kant christelijk. Ruth hoorde van haar moeder over Jezus, maar gaf Hem nooit haar hart. Binnen twee maanden nadat ze in Dubai aankwam, liep haar relatie met haar boeddhistische vriend die ze al tien jaar had, op de klippen. Ruth was in zak en as. Maar het zorgde er wel voor dat ze op zoek ging naar God. “In die tijd ging ik niet naar de kerk, maar ik zag de Facebookpagina van GlobalRize voorbij komen en gaf me op voor de cursus. Het was allemaal onderdeel van Gods plan, om Zijn liefde beter te leren kennen.”
“Ik kan niet zonder Hem”
En dat gebeurde. “Jezus betekent alles voor me. Hem niet volgen vind ik nu een beangstigende gedachte, omdat ik niet meer zonder Hem kan. Ik sta zelf te kijken van hoe ik veranderd ben; is dat niet wonderlijk?” Ruth houdt het goede nieuws niet voor zichzelf: “Ik getuig heel vaak van Hem tegen mijn kamergenoten - hoe Hij mijn leven veranderd heeft, hoe Hij mij beschermt en ook hen kan beschermen, hoe Hij hun zonden kan vergeven.”
Geestelijke inzichten
Aanvankelijk twijfelde Ruth of ze de Heilige Geest wel had ontvangen nadat ze tot geloof gekomen was. Daarom werkte Betty met haar de vrucht van de Geest uit Galaten 5:22 met haar door. Ruth geeft blijk van diepe geestelijke inzichten. Over vrede schrijft ze: “Het is niet iets wat we zelf kunnen maken. Vrede ontvangen we door de woorden en de wijsheid van Jezus Christus. Eerlijk gezegd maakte ik me vroeger enorm veel zorgen over mijn toekomst, hoe ik succesvol kon worden. Maar nu is er vrede in mijn hart, omdat Jezus voorziet in mijn noden. Mijn vertrouwen in Hem wordt opgebouwd door Zijn woorden en liefde.”
Over vreugde: “Vreugde in het geloof wordt gegeven door Iemand die groter is dan de aarde, de zon en de maan; Hij die was en is, de Schepper van alle dingen; Hij die van ons houdt, ons geloof en vrijheid schenkt, op ons wacht, ons beter onderwijs geeft dan onze leraren en ouders, die ons vergeeft en die in onze ups en downs er altijd voor ons is.”
Een diepe band
Betty bouwde door de cursussen heen een diepe band op met Ruth. “Ze stelde mij ook wedervragen. Dat maak ik niet vaak mee. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de gelijkenis van het zaad: ‘Welke bodem ben jij, denk je?' of ‘Wat betekent het voor jou om Jezus te volgen?’ Ik genoot erg van die vragen. Ze gaven mij de gelegenheid om persoonlijke dingen met haar te delen.”
Gedoopt!
Op 15 januari liet Ruth zich dopen. Betty: “Zo mooi hoe Gods Geest haar bij de hand nam en haar verlangend maakte naar de doop. Maar ook dat ze wilde wachten op Gods tijd: als ze weer in India zou zijn, wilde ze gedoopt worden, in de kerk van haar moeder, niet in Dubai.”
Ruth vertelt hoe de voorganger reageerde op haar doop: “Hij zei: ‘Je bent terug na twee jaar en het eerste wat je doet is je laten dopen! Vandaag heeft je moeder gewonnen; ze trouwde in een zeer boeddhistische familie, maar haar gebeden zijn vandaag verhoord, de vloek die generaties lang geduurd heeft, is verbroken.’ Nadat ik gedoopt was, gingen we naar huis. Daar omhelsde ik mijn moeder en huilde van blijdschap.”
Praatmee