Christenen in Syrië vrezen voor hun leven: "We mogen hen niet vergeten"

De christelijke gemeenschap in Syrië leeft in angst na een gewelddadige uitbarsting eerder deze maand waarbij meer dan 1.300 mensen omkwamen. Christenen worden bedreigd, hun loon wordt ingehouden en hongersnood wordt als wapen ingezet, zo meldt een internationale christelijke hulporganisatie volgens Christian Post.
"De situatie is verwoestend", zegt Brian Orme, directeur van Global Christian Relief (GCR), een organisatie die wereldwijd vervolgde christenen ondersteunt. "We horen dat christelijke arbeiders geen loon meer krijgen, dat hun kerken worden bedreigd en dat begraafplaatsen worden geschonden."
De recente gevechten in de kustprovincies Latakia en Tartus vonden plaats tussen aanhangers van het voormalige Assad-regime en gewapende tegenstanders. In minder dan 72 uur vielen er ruim 1.300 doden. Hoewel christenen niet direct het doelwit waren, wonen velen in de getroffen gebieden en worden ze hard geraakt.
Doodsbedreigingen en vernielingen
Volgens Orme ontvangen christelijke overlevenden dreigtelefoontjes waarin wordt gezegd dat zij "de volgende zijn". “Veel extremistische groeperingen zien christenen als ‘ongelovigen’ die geen plek hebben in Syrië", aldus Orme.
De gewapende islamitische alliantie Hayat Tahrir al-Sham, eerder geleid door de huidige interim-president Ahmed al-Sharaa, zou christenen economisch willen uitputten door hen geen salaris meer te betalen. Ook zijn er aanwijzingen dat zelfmoordterroristen aanslagen voorbereiden op kerken.
Christelijke hulp in actie
Ondanks de risico’s blijft Global Christian Relief actief in Syrië. "We werken samen met betrouwbare partners binnen de evangelische en orthodoxe kerken", vertelt Orme. "Zij kennen de noden van hun gemeenschap en helpen met het uitdelen van voedsel, schoon drinkwater en – waar nodig – onderdak."
Om veiligheidsredenen geeft Orme geen details prijs over de locaties van de hulptransporten, maar hij benadrukt hoe belangrijk steun uit het Westen is. “Als christenen hier bidden en geven, herinneren we onze broeders en zusters in Syrië eraan dat ze niet vergeten zijn. Er is hoop in Christus, en we doen dit samen.”
Kritiek op leiderschap
Orme is kritisch op president al-Sharaa, die het geweld publiekelijk veroordeelde. “Het zijn loze woorden", stelt hij. “Hij heeft geen controle over zijn troepen en toont geen werkelijke inzet om christenen te beschermen.”
Volgens GCR moet de internationale gemeenschap meer doen om vervolging mee te wegen in hun beleid. Orme roept onder andere de Amerikaanse overheid op om regimes die christenen onderdrukken niet langer te ontzien. “Er moeten consequenties zijn als de vrijheid van godsdienst niet wordt gerespecteerd.”
Tegelijk waarschuwt hij voor ondoordachte sancties. “Dat kan de situatie voor Syrische christenen nog verder verslechteren. Onze leiders hebben veel wijsheid nodig.”
Gebed als krachtbron
In deze donkere tijd blijft gebed een ankerpunt. “Christenen in Syrië voelen zich vaak alleen", zegt Orme. “Maar wanneer ze weten dat hun broeders en zusters in het Westen voor hen bidden, geeft dat hoop. We mogen hen niet vergeten.”
Praatmee