Respect voor kerkleiders kan veranderen in faalangst en doen alsof
"De global pastor is er vandaag." Phew. Een zucht van ontzag - en vrees - ging door de ruimte toen de teamleider dit aankondigde: "Zorg ervoor dat je je uitmuntend gedraagt, op tijd bent en het beste van het beste laat zien. We weten dat de vorige keer de media-teamleider is ontslagen omdat er één fout op het scherm stond. Dat willen we niet nog een keer laten gebeuren. En onthoud: wij zijn allemaal leiders hier, maar we kunnen alleen autoriteit hebben als we onder autoriteit staan. Vandaag mag er niets fout gaan."
Dit was mijn introductie tot een cultuur van eer, zoals die in sommige megakerken wordt beleefd en in veel charismatische kringen wordt onderwezen. Een cultuur waarin leiders, vooral de hoogste leiders, worden omringd met aanzien en respect. We noemden ze niet zomaar bij hun voornaam, maar altijd met hun titel. We stonden altijd klaar om hen te dienen. We beseften dat ze leefden onder een enorme druk. En dus baden we voor hen en probeerden hun leven makkelijker te maken.
En ergens klinkt dat logisch. De Bijbel spreekt immers over het eren van leiders. In 1
Thessalonicenzen 5:12-13 lezen we: ‘Wij vragen u, broeders en zusters, diegenen onder u te erkennen die zich op gezag van de Heer ervoor inzetten u te leiden en terecht te wijzen. U moet hun om hun werk veel liefde en respect betonen [de hoogste achting]. Leef in vrede met elkaar.’
En in 1 Timotheüs 5:17 zegt Paulus zelfs: ‘De oudsten die zich goede bestuurders tonen, verdienen dubbele eer, vooral als zij de zorg voor de prediking en het onderricht op zich hebben genomen.’
Praatmee