Wat iedere christen zou moeten weten over de tabernakel (deel 1)

In het uiterste zuiden van IsraĆ«l, in de buurt van de havenstad Eilat, ligt het Timna-park. In het Timnapark is de tabernakel op ware grote nagemaakt. Over de tabernakel is ontzettend veel te vertellen. Daarom hebben we er twee videoās over gemaakt.
āTabernakelā betekent letterlijk ātentā. De tabernakel was een mobiel heiligdom waarin God wilde wonen tussen het Joodse volk. De tabernakel heet ook wel de ātent der samenkomstā. Het Hebreeuwse woord voor tabernakel is āmiskhanā. Dat is verwant aan het Hebreeuwse woord voor ābuurmanā. De tabernakel liet zien dat God bij IsraĆ«l in de buurt woonde.
Bekijk de video:
Verbinding
Dat God tussen zondige mensen wil wonen is een groot wonder. In het paradijs leefden Adam en Eva samen met God. Door ongehoorzaamheid moesten zij het paradijs verlaten. Het zou eerlijk zijn als God de mensheid daarna aan haar lot zou overlaten.
Maar dat deed Hij niet! God zoekt naar herstel. De tabernakel is daarvan een duidelijk teken: God wil letterlijk tussen mensen wonen; Hij zoekt verbinding; ook met jou en mij.
De tabernakel is het huis van God. Daarin woonde Hij te midden van de Israƫlieten. Ook letterlijk; de tabernakel stond midden in het legerkamp (Num. 2:2).
De idee voor een tabernakel kwam van God. God koos het Joodse volk uit als het volk waartussen Hij wilde wonen; niet andersom. Gods genade is leidend bij het uitvoeren van Zijn heilsplan met deze wereld.
Ontwerp
Ook het ontwerp van de tabernakel komt van God. God heeft aan Mozes op de berg SinaĆÆ laten zien hoe Hij wil dat de tabernakel er uit ziet (Ex. 25:9).
De bouw van de tabernakel stond onder leiding van twee kunstenaars: BezĆ”leĆ«l en AhĆ³liab. De bouwmaterialen werden beschikbaar gesteld door het volk (Ex. 35:4-35).
De tabernakel bestond uit twee delen: de voorhof en de eigenlijke tent: de tabernakel. De tent was weer verdeeld in twee ruimten: het heilige en het heilige der heiligen.
Voorhof
De voorhof was afgeschermd met een omheining van 2,5 meter hoog, 50 meter lang en 25 beter breed. De omheining was gemaakt van wit linnen doek.
De tabernakel zit vol symboliek (vgl. Hebr. 10:1). Dat geldt ook voor de omheining. Wit is de kleur van heiligheid en reinheid. Binnen de witte omheining woont de heilige God.
Stel je bent een IsraĆ«liet en je weet: ik heb gezondigd. Je zondebesef zal worden versterkt als je deze witte omheining ziet. āHoe moet dat tochā, vraag je je af? āIk met mijn zondige hart en dan die heilige God zo vlakbij; dat kan toch niet samengaan?ā
Weet je wat nu zo mooi is? De Heere heeft Zelf een dienst in het leven geroepen, de offerdienst, waardoor Israƫlieten toch weer in het reine konden komen met God Die in hun midden woonde. Hoe? Door je te melden bij de ingang van de voorhof. En laat je maar niet afschrikken; de ingang van de voorhof was ontzettend breed!
Offer
Je mag als zondaar niet zomaar het voorhof binnengaan. In de tabernakel woont immers de heilige God. Je mag er alleen komen met een offerdier in je hand. Dat heeft een betekenis. Zondigen is niet gratis. De straf op de zonde is de dood. Of je moet zelf betalen Ć³f een ander moet dat voor je doen! En dat werd in de tabernakel zichtbaar.
In de voorhof nodigde een priester de zondaar uit om zijn hand op de kop van het offerdier te drukken. Het symboliseerde dat de zonden werden overgedragen op het dier. Daarna werd dat dier geofferd op het grote brandofferaltaar. De vlammen lieten zien: de straf op de zonde is de dood.
Begrijp je nu waarom de Heere Jezus in het Nieuwe Testament wordt vergeleken met een offerlam? (Joh. 1:29). Hij is gekomen om de zonden van de wereld weg te nemen. En daarom is een offerdier niet meer nodig om tot God te gaan. Christus gaf Zijn leven, āopdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbeā (Joh. 3:16)
Deze informatie is afkomstig uit het informatieblad dat hoort bij deze video van De Verkenners. Klik hier voor meer informatie. De Verkenners is een gezamenlijk initiatief van Steunfonds Israƫl / Isaac da Costa, Stichting Steun Messiasbelijdende Joden en het Centrum voor Israƫlstudies.
Praatmee