Een ongemakkelijke waarheid over de hel
Onlangs luisterde ik naar een preek van een predikant die ik al jaren volg. Wat hij toen zei, bracht me echter totaal van mijn stuk. Hij beweerde dat de hel, zoals wij die traditioneel kennen, niet zou bestaan. Dit klonk voor mij als een enorme afwijking van wat ik altijd had geloofd. Hoe kon zoiets fundamenteels als de hel, waar ik mijn hele leven mee ben opgegroeid, niet bestaan?
Omdat ik niet zomaar wilde aannemen dat hij gelijk had, onderzocht ik zelf de Bijbel. Ik ben systematisch door elk woord gegaan dat in onze Bijbel als ‘hel’ wordt vertaald. Ook keek ik naar andere woorden die mogelijk met hetzelfde idee te maken hebben. Tot mijn verbazing en schok ontdekte ik dat veel van de traditionele leer over de hel eigenlijk anders is dan ik dacht, als je de originele woorden goed bekijkt.
Een van de woorden die vaak wordt vertaald als ‘hel’ is het Griekse hades. Dit betekent letterlijk ‘het rijk van de doden’. In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de septuagint, wordt hades gebruikt als vertaling van het Hebreeuwse woord sheol. Beide woorden verwijzen niet naar een plaats van straf, maar eerder naar een plek waar de doden verblijven. Het is een neutrale term, zonder de connotatie van eeuwige kwelling die wij vaak aan de hel toeschrijven.
In sommige Nederlandse Bijbelvertalingen wordt het woord gehenna ook vertaald als ‘hel’. Maar gehenna is in werkelijkheid geen bovennatuurlijke plek van straf, zoals we vaak denken. Het verwijst naar een fysiek dal buiten Jeruzalem, het dal van Hinnom. Dit dal stond bekend als een plek waar afval werd verbrand. Historisch gezien heeft het dus veel meer te maken met vernietiging en reiniging, dan met eeuwige straf.
Dan is er nog het Hebreeuwse woord sheol, dat vooral in het Oude Testament voorkomt. Sheol wordt vaak vertaald als ‘plaats van de doden’. Het wordt beschreven als een donkere, stille plek waar zielen verblijven na de dood, zonder onderscheid te maken tussen goed of slecht. Het idee van een plek van eeuwige pijn of straf is hier afwezig.
Daarnaast is er nog het Griekse woord tartarus, dat slechts één keer in de Bijbel voorkomt. Dit woord wordt gebruikt om de plek te beschrijven waar gevallen engelen vastzitten tot de dag van het oordeel. Het komt ook uit de Griekse mythologie en verwijst helemaal niet naar een plek waar menselijke zielen zouden verblijven na de dood.
Deze ontdekkingen hebben me behoorlijk in de war gebracht. Mijn hele leven heb ik geloofd dat de hel een cruciaal onderdeel was van het evangelie. Het was een plek van eeuwige straf voor ongelovigen, een plek waaruit je verlost kon worden door je tot Christus te keren. Maar wat moest ik nu met dit nieuwe inzicht? Hoe kon ik omgaan met het feit dat dit traditionele beeld van de hel misschien niet juist is?
Het voelde alsof mijn wereld op zijn kop stond. Het was een ongemakkelijke waarheid om te accepteren. Als dat niet waar was, wat betekende dit dan voor de rest van mijn geloof?
Een vraag die daardoor steeds terugkomt, is: wat betekent het om ‘verloren te gaan’? In de Bijbel staat vaak dat degenen die niet geloven, ‘verloren gaan’. Maar wat betekent dat precies? Misschien betekent het ophouden te bestaan, of misschien betekent het dat iemand zijn waarde verliest, net als een voorwerp dat verloren is. Maar ook dat voelt niet goed voor mij. Ik geloof immers dat elk mens waardevol is, gemaakt naar het beeld van God. Hoe kunnen mensen, die kostbaar zijn in de ogen van God, simpelweg verdwijnen of hun waarde verliezen?
Wat deze nieuwe kijk op de hel wel doet, is het wegnemen van de angst die zo vaak verbonden is aan geloof. Ik besef steeds meer dat angst geen drijfveer hoeft te zijn om tot Jezus te komen. Jezus is goed, en dat op zichzelf is reden genoeg om Hem te volgen. Er is geen dreiging van eeuwige pijn nodig om mensen naar Hem toe te trekken.
Tegelijk roept dit weer nieuwe vragen op. Als de hel niet is wat we dachten, wat betekent het dan dat Jezus voor ons moest sterven? Het roept vragen op over Gods karakter en over wat er werkelijk gebeurde aan het kruis. Is God een boze God die een bloedig offer nodig had om ons te vergeven? Of laat Jezus’ sterven ons eerder zien hoe diep de mensheid gevallen is, dat we zelfs in staat waren om God zelf te doden? En wat zegt dat over onze relatie met God en hoe wij Hem zien?
Ik heb nog geen definitieve antwoorden op deze vragen, en misschien is dat ook niet nodig. Soms kan het juist rust geven om te accepteren dat we niet alles hoeven te weten. Dit geeft me de ruimte om open te staan voor andere visies, zonder meteen een oordeel te vellen.
Ik ben op een reis van ontdekking, en ik nodig jou uit om met me mee te gaan. Wil je mijn bevindingen zelf checken? Kijk dan eens naar de grondtekst van de Bijbel via Biblehub, en ontdek wat deze woorden werkelijk betekenen.
Samen kunnen we een diepere waarheid vinden, die ons helpt om het geloof in Christus beter te begrijpen, zonder dat angst daar een rol in speelt.
Arjanne Holsappel is kunstenaar en schrijfster. Neem hier een kijkje op haar website.
Praatmee