Deze overdenking schreef ds. Arie van der Veer vlak voor zijn overlijden
De afgelopen jaren plaatste dominee Arie van der Veer via zijn Facebookpagina wekelijkse meerdere overdenkingen met een christelijke boodschap. Zijn 29.000 volgers kregen zo tijdens het checken van hun Facebook-updates als het ware een 'mini-preek' tot zich. Drie dagen voor zijn overlijden publiceerde Van der Veer onderstaande overdenking. Zijn laatste 'mini-preek'.
Het kan gebeuren dat mensen die al vele jaren met elkaar getrouwd zijn aan het einde van hun leven toch niet samen thuis kunnen blijven wonen. De een kan wel thuis zelfstandig wonen. De ander niet.
Zoiets lijkt me heel verdrietig.
Het dreigde ons steeds meer te gaan overkomen. We kunnen straks niet goed meer voor elkaar zorgen.
Een nachtmerrie. Ik had gedacht dat waar we nu wonen het allerlaatste zou zijn. Een droomhuis op een droomplek.
Mijn wensen en gebeden leken onvervuld.
Ik zag steeds meer het scenario opdoemen dat een van ons na het sterven van de ander noodgedwongen en tegen haar zin in ook nog naar een vreemde plek gebracht zou worden.
Zo is het in ons land nu.
Er is nauwelijks plek.
Voor iemand alleen, laat staat voor een man en vrouw.
Tot vrijdag.
De kinderen kregen bericht dat er in Zwolle in een prachtig tehuis een appartement was vrijgekomen. De hele dag kan je daar terugvallen op de verpleging.
De gedachte, opgenomen worden in een huis is voor mij minder moeilijk dan voor mijn vrouw. Zij beseft wel steeds meer dat ik ernstig ziek ben. In haar eigen ziekte heeft ze geen inzicht. Ze denkt zichzelf in de toekomst zelf te kunnen redden.
Niets is minder waar.
Maar wat gebeurde vrijdag nog meer. Er kwam naast het eerste appartement een tweede appartement vrij. Ook met alle nodige medische voorzieningen voor ons.
We hebben bijna geen moment geaarzeld en nog diezelfde dag de tweede ook gehuurd.
En zo kan het gebeuren dat wij samen de komende dagen al gaan verhuizen.
Ik krijg een eigen kamer die ik kan gebruiken als studeerkamer maar die ook kan gebruikt worden als ik als maar zieker en zwakker word.
Mijn vrouw Ees, die allerminst voor dit plan was, vertelt nu toch aan de kinderen wat ze mee wil nemen. Enā¦.haar (onze) poes mag mee.
Ik hoop op een periode van rust.
En schrijven kan ik blijven doen. God geeft mij nog een goed verstand.
Ik noemde dit stukje de laatste pleisterplaats. Onze laatste halte op weg naar God.
Want dat besef ik heel goed: we blijven op weg. Ik moet toch echt de Jordaan door. Maar tot die dag kunnen we nu toch samenblijven.
Een geschenk van God.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee