In het leven van Arie van der Veer was God 'onnoembaar aanwezig'
āKom even mee naar buiten, dan laat ik je mijn kanaries zien.ā Het was mijn eerste ontmoeting met ds. Arie van der Veer. Ik bezocht hem in 1988 in Zwolle om voor het blad Koers (het blad heet tegenwoordig De Nieuwe Koers, red.) een portret van hem te maken. We kenden elkaar niet, maar de toon was meteen gezet. Ik was nog wat beschroomd, hij was hartelijk en joviaal. En zo hebben ontelbaar veel mensen hem leren kennen: als de dominee die heel dicht bij hen stond en door het scherm heen hen leek aan te raken.
In 1990 werd Arie van der Veer voorzitter van het bestuur van de EO en vrijwel vanaf het begin wist hij zijn stempel op het beleid te zetten. Hij vond de EO van toen teveel naar binnen gericht en wilde graag van het ākerkpleinā naar het āmarktpleinā. Soms gaf dat spanningen, maar ook weer niet al teveel. De tijd voor de EO was rijp om een volgende stap te zetten. Geleidelijk, maar wel duidelijk. En dat beleid werd door de leden begrepen, want in de jaren ā90 maakt de EO de grootste groei door. āWij zijn de grootste omroep van Nederlandā, zeiden we, niet geheel bescheiden.
Vanaf 1993 tot 2006 mocht ik intensief met hem als directeur samenwerken. Dat deed ik samen met collega Ad de Boer. We discussieerden veel over de plek en de koers van de EO, maar lieten elkaar nooit los, integendeel. In die jaren zijn we sterk naar elkaar toegegroeid.
Arie was een bekwaam bestuurder. Dat kwam omdat hij voor iedereen toegankelijk was en ervoor zorgde dat de sfeer, in welke vergadering dan ook, goed bleef.
Binnen de NOS viel dat ook op. Jarenlang was hij als voorzitter van de EO (1990-2008) tevens lid van het college van voorzitters van de NOS. Dat deed hij zo bekwaam dat hij gevraagd werd om vicevoorzitter van de NOS (1991-1998) te worden.
Praatmee