Het bekeringsverhaal van Jan de Boer: “Als ik sterf, mag ik bij Christus zijn”
Veel drank, hard werken en waardering van anderen. Daarin vond Jan de Boer als tiener zijn identiteit. Maar zijn verlangen naar het leren kennen van Gods waarheid werd groter en groter. Een ingrijpende ervaring binnen zijn vriendengroep heeft bijgedragen aan het aanvaarden van Gods genade, zo vertelde hij eerder dit jaar tijdens een conferentie van Stichting Heart Cry. “Als ik sterf, mag ik bij Christus zijn.”
“Ik groeide op in Urk, in een christelijk gezin, met de Bijbel als leidraad. Daar ben ik mijn ouders erg dankbaar voor”, maakt Jan duidelijk. “Toch wist ik niet hoe ik dat geloof mij eigen kon maken. Het was duidelijk dat Christus gestorven was en dat er een God is, maar hoe werd dit ook mijn waarheid? Hoe kon Christus mijn Verlosser worden?
In mijn tienerjaren, toen ik ongeveer 15 of 16 jaar oud was, kwam ik in aanraking met drank en begon ik te roken. Dit werd mijn leven, mijn identiteit. Ik werd timmerman, startte mijn eigen bedrijfje, en verdiende geld. Ik dacht dat dit het was, dat hier mijn identiteit in lag. Mijn identiteit was gebaseerd op geld verdienen en de waardering van anderen. Elk weekend was ik aan de drank en vaak dronk ik te veel.
Dit was mijn leven, totdat ik rond mijn 18e of 19e jaar begon te merken dat God aan mij trok. Ik wilde de waarheid weten. Ik wilde dat God ook mijn God werd. In die periode kwam ik opnieuw in contact met een oude vriend die uit onze vriendengroep was gestapt omdat hij tot geloof was gekomen en de Bijbelschool had gevolgd. Hij begon mij over God te vertellen. Ook andere mensen in mijn omgeving vertelden me dat ik Gods redding niet moest verdienen, maar dat het Christus alleen was die het werk had gedaan.
Hoe meer ik me hiermee bezighield, hoe meer het begon te leven. Maar het echt eigen maken, dat vond ik verschrikkelijk moeilijk. Totdat ik rond mijn 20e of 21e een ingrijpende gebeurtenis meemaakte. Een vriend van mij, die in de binnenvaart werkte, verongelukte toen zijn boot omsloeg. Hij verdronk. Hij was pas 20 jaar oud. Dit zette het leven van onze vriendengroep volledig op zijn kop. We verloren een vriend en vroegen ons af: waar is hij nu? Hoe is het met hem afgelopen?
Enkele dagen later liepen we met de vriendengroep langs de kant, en ik voelde de noodzaak om voor hem te bidden. Voor het eerst bad ik in het openbaar, samen met mijn vrienden, dat we zijn lichaam zouden vinden. Na dat gebed ervoer ik een enorme zekerheid. De vriend die op 20-jarige leeftijd was overleden, mocht bij God zijn. Diezelfde zekerheid sloeg ook over op mij: als ik zou sterven, mocht ik ook weten dat ik bij Christus in de hemel zou komen. Dat veranderde iets in mij en gaf me een nieuwe identiteit.
Maar het uitspreken van dit geloof bleef moeilijk. Hoe kon ik zoiets zomaar toe-eigenen? Ik sprak veel met vrienden, zocht mensen op, en las intensief de Bijbel. Een tekst die me bijzonder raakte, was 2 Korinthe 5 vers 15: "En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor hen gestorven en opgewekt is." Dit werd een waarheid voor mij.
Tijdens een reis met mensen uit de kerk naar Moldavië kwam een tekst uit Mattheüs 6, die ik eerder voorlas, recht naar mij toe: "Verzamel geen schatten voor u op de aarde." Vanaf dat moment wist ik dat ik me volledig mocht inzetten voor Gods Koninkrijk. Jezus heeft Zijn leven gegeven om al mijn zonden aan het kruis achter te laten. En met Hem mag ik opstaan in een nieuw leven", aldus Jan.
Bekijk het verhaal van Jan de Boer en neem een kijkje op de site van Stichting Heart Cry:
Praatmee